Bezinning Februari

HET ONZE VADER (2DE DEEL)


Beste mensen,
Laten we deze bezinning beginnen
In de naam van de Vader en de Zoon
En de heilige Geest.

Tijdens de bezinning van September hebben we samen nagedacht
over de eerste vijf beden van het onze Vader.
Vandaag wil ik met jullie even stil staan bij de laatste vijf beden.

De eerste beden van het onze Vader proberen vanuit Gods
Standpunt te denken.
De laatste beden daarentegen vertrekken vanuit
het standpunt van de leerlingen.
Met andere woorden :
Het eerste deel van het Gebed van de Heer verwoordt Gods zorg,
Het tweede deel de zorg van de leerlingen.

Zoals in september gaan we ook als volgt te werk :
Bede
Wat uitleg
Even nadenken (2 min.)
Lied of tekst.

Lied


Heer, onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig en hoe onzegbaar ons nabij,
Gij zijt gestadig met ons bezig, onder uw vleugels rusten wij.

Gij zijt niet ver van wie U aanbidden, niet hoog en breed van ons vandaan...
Gij zijt zo mens'lijk in ons midden, dat Gij dit lied wel zult verstaan.

Gij zijt onzichtbaar voor onze ogen en niemand heeft U ooit gezien.
Maar wij vermoeden en geloven dat Gij ons draagt, dat Gij ons dient.


Gij zijt in alles diep verscholen, in al wat leeft en zich ontvouwt.
Maar in de mensen wilt Gij wonen, met hart en ziel aan ons getrouwd.

Heer, onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig waar ook ter wereld mensen zijn.
Blijf zo genadig met ons bezig, tot wij in U volkomen zijn.

Geef ons heden ons dagelijks brood


Vanaf nu richten we onze aandacht vooral op de aarde en onze
Menselijke noden. Als we de broodbede met een wereldwijde blik
Bidden, vragen we God dat ieder mens zou vinden wat hij of zij
Broodnodig heeft : voedsel en drank, kledij, een dak boven het hoofd,
Maar ook respect, liefde en waardering.
Kan ik deze bede eerlijk uitspreken?
Ben ik bereid tot delen met anderen?

Stilte

Gebed

Heer,
Behoed ons voor het tekort
Evenzeer als voor het teveel.
Geef ons het brood
Dat vandaag nodig is
Om met U op weg te gaan :
De weg van uw liefde
Gedeeld met elk-ander,
De weg van vergeving
Zeventig maal zevenmaal
Elkander toegesproken,
De weg van breken en delen
Met de laatsten eerst
En de minsten meest.
Geef ons vandaag dit brood.
Dat is ons genoeg
Om teken van U te zijn.
Hij zijt ons brood, ons voedsel,
Gij doet ons leven. Amen.

En vergeef ons onze schulden


Vragen om vergeving
Maakt kleine mensen groot.
Zij weten dat er Iemand is
Die altijd deuren openhoudt,
De armen spreidt en zegt :
“kom binnen, hier is plaats
Ook voor wie gefaald heeft,
In de fout ging en de draad van
Verbondenheid bewust verbroken heeft.”
Zijn schuld is nooit te groot
Om in de zee van Gods erbarmen
Verzoening en herstel te vinden.
Durven of kunnen wij bekennen dat wij soms fout waren of gefaald hebben?
Zijn wij bereid om vergeving te vragen?

Stilte

Lied

Erbarm U, God, en delg genadig
het kwaad dat ik heb aangericht en was mij
schoon: ik zie gestadig mijn zonden
voor mijn aangezicht.

Open mijn mond om U te loven,
stort in mijn hart, een nieuwe geest!

Ik heb mij tegen U misdragen,
voor U alleen heb ik misdaan:
Gij moogt voor uw gericht mij dagen,
en in rechtvaardigheid mij slaan.


Laat in mijn hart uw wijsheid zinken,
herschep mijn hart in zijn geheel;
besprenkel mij, ik zal weer blinken
en schitteren als verse sneeuw.

Laat mij de roep der vreugde horen
en wek zijn weergalm in mijn ziel:
Ik roep terug al wie verloren
uit uw genade nederviel.

Geen brandaltaar kan U behagen;
maar uw barmhartigheid aanschouwt
wat ik bereid als offergave:
een hart vol deemoed en berouw.


Zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren


Wij kunnen de ontstellende vraag van Petrus niet mis verstaan :
“ …daarop kwam Petrus bij Jezus staan en vroeg :
“Heer, als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt,
hoe vaak moet ik dan vergeving schenken?
Tot zevenmaal toe?” Jezus antwoordde : “niet tot zevenmaal toe zeg Ik je,
Maar tot zeventigmaal zeven.”
Hiermee is bedoeld : altijd, zonder beperking!
Vergeving is de levensadem van de christelijke gemeente.
Altijd en overal moet er onvoorwaardelijke vergeving zijn – alleen al
Omdat ook God telkens weer vergeeft.
Zijn wij echter bereid om altijd en overal, onvoorwaardelijk te vergeven?

Stilte


Gebed

God,
Met ons kwaad,
Kwetsuren en gebrokenheid
Zijn wij van U, behoren wij U toe.
Niet omdat wij goed zijn
Zijn wij door U bemind,
Maar omdat Gij liefde zijt.
Tegenover Uw liefde staan wij altijd in het krijt.
Op uw vergeving zijn wij aangewezen,
Zoals wij ook zijn aangewezen
Op elkaars genade.
Wie zouden wij zijn zonder U die ons bemint
Zoals wij zijn?
Uw vergeving moge zichtbaar worden
In ons vergeven aan elkaar.
Amen.

En breng ons niet in beproeving


Het onze Vader doet ten volle recht aan het menselijk bestaan,
het weet dat een mens geregeld dingen meemaakt
die zijn godsvertrouwen op de Proef stelt.
Biddend met Jezus geven we toe dat we op eigen kracht alleen
Niet sterk genoeg zijn om trouw te blijven aan ons geloof.
We vragen dat Gods genade ons
in de beproevingen van het leven helpt om niet te vluchten
in geforceerde of schijnbare oplossingen
maar in intens met Hem verbonden te blijven.
Wat versta ik onder : beproevingen in mijn leven.

Stilte


Lied

Mijn Herder zijt Gij, o mijn Heer, aan niets ontbreekt het mij;
ik vrees nu geen gevaren meer, Gij staat mij altijd bij.

In groene beemden voert Gij mij, waar Gij mij rusten doet.
Aan frisse wat'ren laaft Gij mij, verkwikkend mijn gemoed.

Langs veil'ge paden leidt Gij mij, omwille van uw Naam.
Langs donk're krochten ga ik vrij, gerust, want wij zijn saam.

Een avondmaal bereidt Gij mij voor 't oog van wie mij haat.
Met geurend' olie zalft Gij mij: mijn vreugd is zonder maat.

Uw zaalge zegen rust op mij en volgt mij overal.
In 't huis des Heren woon ik blij waar 'k eeuwig zingen zal.


Maar verlos ons van het kwade


Het is een laatste kreet, een roep om hulp : verlos ons van alles wat mens
En wereld kwaad berokkent, de tegenpolen van vrede.
Zij komen voort uit “de zonde”.
Wij vragen Zijn hulp om vrede te bekomen en wel die vrede die de wereld
“voor altijd” van de macht van de zonde bevrijdt en van de onrust die
Door de zonde in de wereld komt.
Wat verstaan wij onder “het kwaad”?
Wat is kwaad in ons leven?

Stilte


Gebed

Vader,
Wij bidden U dat boze macht geen wig drijft van
Vervreemding en van haat,
Van oorlog en terreur,
Van tweespalt en vernietiging.
Dat de kracht van het kwaad
Moet onderdoen voor de macht van het goede.
Dat wij gespaard blijven
Van kwaad in ons, van kwaad in de ander
Van ondergang en wanhoop,
Van ziekte zonder uitzicht,
Van eenzaamheid die het hart verteert.
En, bovenal, dat wij verlost worden
Van wat ons weghaalt van zijn liefde,
Van Hem die onze Vader is,
Voor altijd en eeuwig.
Amen.

Lied

Als het brood dat wij delen, ons Jezus toont en het woord,
dat wij spreken als lied weerklinkt, dan heeft …

God onder ons al zijn huis gebouwd,
dan woont Hij ook reeds in ons hart.
Ja, dan zien wij vandaag nog zijn aangezicht,
in de liefde die alles omringt,
in de liefde die alles omringt.

Als de wijn die wij drinken, nieuw leven geeft en de hand,
die wij reiken ons verder brengt, dan heeft



Onze Vader

Laten wij nu langzaam, aandachtig en met eerbied het onze Vader bidden.
Staan wij daarvoor recht en bidden we met open handen :

Onze Vader
Die in de hemel zijt
Uw naam worde geheiligd
Uw rijk kome
Uw wil geschiede
Op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
En vergeef ons onze schulden
Zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
En breng ons niet in beproeving
Maar verlos ons van het kwade.


Slotlied

Vriendelijk Licht, dat heel de dag aan de hemel hebt geblonken,
laat niet eenzaam in het donker wie uw glorie stralen zag.

Vriendelijk Licht, dat leven schenkt en het duister hebt verdreven,
geef mij warmte om te leven als de koude dood mij wenkt.

Vriendelijk Licht, blijf in mijn hart dat uw gloed niet kan ontberen,
nu de nacht gaat wederkeren en al wat er leeft verstart.

Vriendelijk Licht, dat eeuwig brandt, wil de dood in mij verteren,
Licht der zondaars, Licht des Heren, Licht van 't eeuwig vaderland.

Zending en zegen

Wij zouden deze kostbare schat die het onze Vader is,
in ons hart moeten bewaren.
Het leidt ons niet alleen naar de kern van ons christelijk leven.
Mogen wij dan van hieruit heengaan,
in het besef dat het onze Vader ons laat zien wie Jezus werkelijk was
en dat het ons leidt naar de Kern van Zijn hart. In de naam van ……..