zondag 20 maart 2016

Witte Donderdag

Intredezang


Wij gaven and’re namen aan wie met ons te zamen ten dis ontboden zijn;
Toch zijn wij tochtgenoten: hartsvrienden en genoden
op ’t feest van brood en wijn.

Gij zijt voor alle mensen, voorbij een muur en grenzen,
gestorven op het kruis:
O, roep uit alle dalen, uit alle stammen, talen, uw kind’ren weer naar huis.

Openingswoord


Bedankt dat je tot hier gekomen bent om samen
dat mysterie van dat Laatste Avondmaal te vieren.
Laat ons bij het begin van deze viering maar vragen om Gods zegen, Hij die voor ons wil zijn: + Vader, + Zoon en + Heilige Geest. + Amen.


Palmzondag ligt nog maar net achter ons:
die intocht waarbij het hele volk zong en danste.
“Hij is de Messias!”, had men geroepen
en die herinnering lag Jezus’ leerlingen
nog fris in het geheugen.
Laat ons daarom straks maar opnieuw vrolijk zingen:
“Eer aan God” “Laudate dominum”
zodat de klokken kunnen vertrekken,
naar de stad van Petrus,
die hier straks met ons aan tafel gaat.


Afdalen is de weg van de liefde.
Afdalen is wat God doet bij het zien van de ellende van zijn volk.
Afdalen is wat Jezus doet
wanneer Hij de voeten wil wassen van zijn vrienden.

Eucharistie vieren is bondgenoot worden
om ook die weg te gaan: de weg van breken en delen
de weg van dienstbaarheid en solidariteit.

Vanavond Eucharistie vieren
is – meer dan anders – vieren
Is – meer dan anders – geloven
dat wij de dienstbare houding van Jezus kunnen aannemen…
In een veelzeggend teken van brood en wijn brengt Hij
ons ook vanavond samen.
Wij willen zichtbaar maken dat Jezus bij ons is.


Welkom op deze onvergetelijke avond.
We mogen te gast zijn rond één grote tafel
en vieren die eerste donderdag toen Jezus
een teken gaf van bevrijding en licht, hoop en toekomst.

Zijn leven is voor ons het voorbeeld
dat deze avond uitgedrukt wordt als één voetwassing gegeven

Liefde als brood dat gebroken en wijn die gedeeld wordt.
Wij gedenken de woorden die Hij daarbij sprak:
Dat ben Ik voor jullie
en doe dat ook op jullie beurt, om Mij niet te vergeten.

Wees er voor anderen en doe als God.
Laat Hem die is “ Ik zal er zijn “ ook in U gebeuren
dan zullen we ons gedragen weten door Zijn voorbeeld.
Op die weg weten wij dat Jezus voor ons uit trekt.


Jezus stuurde Petrus en Johannes er op uit met de opdracht:
'Ga ons paasmaal voorbereiden'.
'Waar wil je dat we het voorbereiden?' vroegen ze hem.

Hij zei hun:
'Meteen als je de stad inkomt,
treffen jullie een man die een kruik water draagt;
volg hem naar het huis waar hij binnengaat
en zeg tegen de heer van het huis:


De meester laat u vragen,
waar is het vertrek waar ik met mijn leerlingen het paasmaal kan houden? Hij wijst je dan een ruime bovenzaal,
die al is ingericht; maak het daar klaar.'
Ze vertrokken, en troffen het zo aan als hij hun gezegd had,
en ze maakten het paasmaal klaar.



Witte Donderdag, is ook leerlingen
samen aan tafel met hun meester.
Er hangt echter iets in de lucht:
iets van vreugde en toch ook iets onheilspellends.
Jezus breekt het brood met de gekende woorden erbij:

"Doe dit tot mijn gedachtenis”.

Daarom zijn we dus hier,
en is Witte Donderdag geen dag als al de andere.

Wij hopen dat men van ons, christenen, zegt:
zie hoe ze elkaar liefhebben,
zie hoe ze elkaar dienen, eerbiedigen en dragen net als Jezus.

Voorbereiding van de tafel

Ik moet een grote tafel dekken.
Het moet een grote tafel zijn om daarmee duidelijk te maken
dat iedereen welkom is.
Je kunt pas samen aan één tafel gaan
als er onderling op de een of andere manier een band is.
Tussen Jezus en zijn vrienden was er een band
van vriendschap en liefde.



We zetten brandende kaarsen op tafel.
Een herinnering aan het Licht dat Jezus is voor de wereld.


Bloemen...
we zien ze bij heel blijde gebeurtenissen:
Maar we zien bloemen ook in heel andere situaties:
Bloemen horen bij ons leven.
En nu ook bloemen in deze viering...
eigenlijk in een dubbele situatie:
blij en dankbaar omdat Jezus
ons de herinnering aan zijn maaltijd heeft nagelaten
maar ook bedroefd omdat hij afscheid gaat nemen van zijn vrienden.

Schuldbelijdenis


Deze avond is heilig, heel apart.
Het is een avond om te herinneren,
om dieper in jezelf te kijken.
Een avond waarin de ene vlam de andere ontsteekt,
waar mensen willen groeien
in dienende liefde naar Jezus voorbeeld.

Vormelingen

Kom ons tegemoet met Uw ontferming
waar wij niet altijd trouw zijn gebleven aan Uw voorbeeld
waar liefde plaats moest ruimen voor eigen belang.
Laten we zingen terwijl we vragen om Gods goedheid.

Kom ons tegemoet met Uw ontferming
waar wij niet altijd open stonden om te delen
waar wij geen oog en hart hadden voor onze naaste
waar onze solidariteit beperk bleef.
Laten we zingen terwijl we vragen om Gods goedheid.

Kom ons tegemoet met Uw ontferming
waar heersen een grotere plaats kreeg
waar zoveel dingen onuitgesproken bleven
waar onze inzet, tijd en dienstbaarheid begrensd was.
Laten we zingen terwijl we vragen om Gods goedheid.

Heer ontferm u, Christus ontferm u, Heer ontferm u.

Gloria


Laudate omnes gentes Laudate Dominum.
Laudate omnes gentes Laudate Dominum.

Openingsgebed


God,
U geeft aan mensen een hart van brood,
brood als bron van leven.
U deelt met vele mensen in de woestenij
tot iedereen verzadigd is.
U bent ons brood van eeuwig leven,
geen hart van steen maar een hart van brood
in Jezus Christus onze Heer.
Amen.

Lezing


De twaalf leerlingen zaten rond de tafel,
twaalf karakters die zich op de één of andere manier afschermden.
Een bonte mengeling van heel verscheiden persoonlijkheden.
Eén voor één waren het gewone mensen
in wie we iets van onszelf kunnen herkennen,

Maar de sfeer was in dagen na Palmzondag
veel grimmig geworden bedreigend zelfs…
Sommigen van de twaalf wilden terugkeren naar huis.
Maar de Meester stond er op dat ze samen
de Sedermaaltijd zouden vieren in Jeruzalem.

Daar zaten ze dus:
De twaalf leerlingen rond de tafel van het Laatste avondmaal.
Elk met hun eigen verhaal, hun eigen stem, hun eigen verwachtingen…
We vieren vanavond eigenlijk al een Paasfeest.
Nog niet de verrijzenis, maar wel het Joodse Paasfeest,
het Pesach.

Tweeduizend jaar geleden vierden Jezus en zijn leerlingen
zoals elk jaar dat feest van de ongedesemde broden
van de uittocht van het Joodse volk uit Egypte.
Het werd meteen ook zijn laatste avondmaal met hen,
een heel bijzondere avond,
die weken en maanden later de betekenis
van een levenstestament kreeg.
Luisteren we naar de apostelen zelf.

Jacobus De Mindere

In mijn hoofd draait en tolt het, sedert zondag…
Aan de poorten van Jeruzalem stonden honderden mensen,
ze wuifden met palmen en zongen koningshymnen voor Jezus.
Ik, Jacobus, stapte mee in die wondere optocht
die heel Jeruzalem in rep en roer zette.
[even stilte]
Maar ondertussen is de stemming al helemaal anders:
we worden omringd door afgunst en wantrouwen
En we zitten ver van huis, ver van Galilea,…
Maar vanavond is het feest !
Ik wil genieten van de warmte van deze nieuwe familie van vrienden.

[even stilte]



Andreas

Ik was de eerste die door Jezus geroepen werd,
Andreas is mijn naam.
Ik zat in mijn vissersboot toen Hij mij riep,
en nam mijn broer mee.
Soms vraag ik me nog af of het wel verstandig was om alles achter te laten.
Aan mijn broer Petrus durf ik daar niets over te zeggen.
Bij hem houd ik mij sterk,
want hij kan zo driftig worden als ik mijn twijfels durft te tonen.
Nee, als angst of twijfel me bekruipen,
dan zoek ik altijd Jezus op,
dan wil ik bij Hem zijn.
Met weinig woorden straalt Hij zóveel vertrouwen en hoop uit,
bij Hem voel ik, wie ik diep van binnen eigenlijk ben.
Alleen… vanavond is het zo anders,
alsof deze maaltijd belangrijker is dan alle andere…

[even stilte]


Philippus

Straks durf ik het Hem vragen,
ik weet het zeker, zowaar ik Filippus heet.
Eigenlijk zou ik niet meer mogen twijfelen,
want ik heb al zoveel mogen meemaken.
Ik herinner me nog zo goed dat Hij aan mij vroeg
hoeveel het zou kosten om 5000 mensen te eten te geven…
“Meer dan het loon van een gans jaar”,
heb ik Hem geantwoord.
En toch waren 5 broden en 2 vissen genoeg…
Ik zou niet mogen twijfelen, ik weet het.
Maar als Mozes bij de braamstruik om een teken mocht vragen
dan mag ik dat vanavond toch ook?
“Toon ons de Vader! Geef ons dan een teken!”
dat wil ik Hem vragen. Voor mij is dat genoeg !
[even stilte]


Matteüs

De tollenaar uit Kafarnaüm dat ben ik: Matteüs.
En ik snap nog altijd niet helemaal
wat ik in deze vreemde groep te zoeken heb.
Jarenlang had ik aan mijn reputatie gewerkt,
‘k Had mezelf gevreesd en gehaat gemaakt bij mijn eigen volk.
Maar tegelijk had ik geleerd om me
door hun blikken en roddels niet te laten raken.
Kwestie van een olifantenhuid te kweken…
En dan, in het voorbijgaan, zei Hij:
“Volg mij…” … en nog veel meer natuurlijk…
Het was alsof Hij zijn woorden door mijn harnas
recht in mijn hart goot. Ontwapenend.

[even stilte]


Simon

Van wapens weet ik alles,
ze noemen mij niet voor niks:
Simon de Zeloot.
Jarenlang heb ik ondergronds samengewerkt met de verzetsstrijders.
Voor de Romeinen waren we terroristen
maar voor het eigen volk bevrijders en vrijheidsstrijders.
Ik zou mijn leven gegeven hebben voor die strijdmakkers.
Ja, zo was ik: hartstochtelijk en vol passie.
Eerst handelen en dan nadenken,
met alle gevolgen van dien.
Maar Jezus heeft me leren dromen,
Hij toonde me nieuwe visioenen.
Hij is een vulkaan die op barsten staat.
Ik ben ontzettend benieuwd
wat Hij ons vanavond te vertellen heeft.

[even stilte]


Judas Iskariot

Mijn besluit is genomen, ik haak af,
want ik heb al mijn verwachtingen al dichtgevouwen…
Vanavond speel ik het spelletje nog mee,
ik zal de pret niet bederven,
maar met Pasen zal ik een nieuw leven beginnen, zonder Jezus

[even stilte]


Judas

Ik ben die andere Judas: Thaddeüs.
Velen vinden me een hopeloos geval,
maar Jezus gaf me vanaf onze eerste ontmoeting
zelfvertrouwen en zelfrespect.
Ik moet nog veel groeien…
maar geldt dat niet voor elke mens ?

[even stilte]


Bartolomeüs

‘k Herinner me als gisteren
dat ik onder de vijgenboom in de Thora zat te lezen
en Filippus me heel enthousiast
over die vreemde rabbi kwam vertellen.
“Uit Nazareth kan niks goeds komen… !?!”
heb ik hem nog gezegd.
Maar niks bleek minder waar.
Vrienden en kennissen weten dat ik zeg wat ik denk,
en dat je met mij zelden bedrogen uit komt.

Daarom stel ik het nog eens heel duidelijk:
Jezus is voor mij de Messias,
die water in wijn kan veranderen,
het alledaagse kan omzetten in Gods Blijde Boodschap,
zoals op die dag na onze eerste ontmoeting,
in mijn geboortestad Kana.

[even stilte]


Petrus

Als er één keikop in dit gezelschap is,
dan zal ik het wel zijn.
Niet voor niets heeft Jezus me ‘rots’ , of Petrus genoemd.
Op mij kan je bouwen: een stevig fundament.
Al heb ik de indruk dat de Meester
dat niet altijd een positieve eigenschap vindt..
Een tijd geleden schreeuwde hij nog “Satan”, naar mij…
Ik ben een haantje de voorste, dat weet ik wel,
maar als we willen dat de zaak vooruit gaat,
dan moet er toch iemand de leiding nemen?
Jezus moet toch weten hoe betrouwbaar ik ben,
hoeveel ik van Hem houd ?

[even stilte]


Thomas

Al toon ik het maar zelden,
toch ben ik angstig, onzeker en vol twijfel binnenin.
Mijn masker beschermt me, geeft me veiligheid.
Sommige mensen zeggen dan wel:
“Kijk die Thomas eens, zo hoogmoedig en zo onsympathiek”
Maar ik heb dat masker echt wel nodig.
Het is voor mij zo moeilijk om mijn manier van leven te veranderen.

Ik hou van planning en zekerheden,
van wat ik kan zien en vastpakken,
van alles wat bewezen is en niet teveel risico’s inhoudt.
Misschien is het daarom dat Jezus me aantrekt,
omdat Hij me zo zachtmoedig blijft uitdagen
omdat Hij zelf zo anders is…

[even stilte]


Johannes

Ik mag weer aan zijn rechterhand zitten,
en lijk wel diegene van wie Hij het meest houdt…
Dat doet me deugd en maakt me tegelijk ook ongemakkelijk,
want dan zijn de verwachtingen zo groot.
Zal ik die wel kunnen waarmaken?
Misschien moet ik het allemaal ooit eens opschrijven,
als het rustiger wordt, als het helderder wordt…
Dan noem ik het “de Blijde Boodschap van Jezus Christus volgens Johannes”

[even stilte]


Jacobus De Oudere

De sfeer hier, doet me denken aan die bijzondere dag,
toen we Jezus met Mozes en Elia op de berg zagen.
Ook vanavond lijkt de Meester wel te stralen,
en klinken zijn woorden doordringender,
alsof ze de Wet en de Profeten overstijgen.
Ook deze avond wordt onvergetelijk,
al weet ik nu nog niet waarom


Tussenzang


Barmhartige Heer, genadige God.
Barmhartige Heer, genadige God.

Ja, wat de hemel is voor de aarde, dat is zijn liefde voor hen die geloven.

Zover als het oosten van het westen vandaan is,
zover van ons werpt Hij al onze zonden.

Hij kent ons toch. Hij is niet vergeten
dat wij gemaakt zijn uit het stof van de aarde.

Mensen, hun dagen zijn als het gras,
zij bloeien als bloemen in het open veld.
Dan waait de wind en zij zijn verdwenen.

Maar duren zal de liefde van God
voor allen die zijn verbond bewaren,
zijn woord behartigen en het volbrengen.²

Evangelielezing: Joh. 13,1-15


Het was kort voor het pesachfeest.
Jezus wist dat zijn tijd gekomen was
en dat hij uit de wereld terug zou keren naar de Vader.
Hij had de mensen die hem in de wereld toebehoorden lief,
en zijn liefde voor hen zou tot het uiterste gaan.
Jezus en zijn leerlingen hielden een maaltijd.

De duivel had intussen Judas,
de zoon van Simon Iskariot,
ertoe aangezet Jezus te verraden

Jezus, die wist dat de Vader hem alle macht had gegeven,
dat hij van God was gekomen
en weer naar God terug zou gaan,
stond tijdens de maaltijd op.

Hij legde zijn bovenkleed af,
sloeg een linnen doek om en goot water in een waskom.

Hij begon de voeten van zijn leerlingen te wassen
en droogde ze af met de doek die hij omgeslagen had

Toen hij bij Simon Petrus kwam, zei deze:
‘U wilt toch niet mijn voeten wassen, Heer?’
Jezus antwoordde:
‘Wat ik doe, begrijp je nu nog niet,
maar later zul je het wel begrijpen.’
‘O nee,’ zei Petrus, ‘míjn voeten zult u niet wassen, nooit!’

Maar toen Jezus zei:
‘Als ik ze niet mag wassen, kun je niet bij mij horen,’
antwoordde hij:
‘Heer, dan niet alleen mijn voeten,
maar ook mijn handen en mijn hoofd!’

Toen hij hun voeten gewassen had,
deed hij zijn bovenkleed aan en ging weer naar zijn plaats.
‘Begrijpen jullie wat ik gedaan heb?’ vroeg hij.
‘Jullie zeggen altijd “meester” en “Heer” tegen mij,
en terecht, want dat ben ik ook.

Als ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb,
moet je ook elkaars voeten wassen.
Ik heb een voorbeeld gegeven;
wat ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen.

Acclamatie


U komt de lof toe, U het gezang, U alle glorie.
O Vader, O Zoon, O Heilige Geest in alle eeuwen der eeuwen.



Wat we hier hoorden in het Evangelie is niet zo extreem vreemd.
Wanneer bezoekers aankomen na een lange reis,
dan past het dat ze zich kunnen verfrissen.
In een land als Palestina hoort het erbij
dat je het stof van je voeten wast.
Je kan je wel indenken wat het geweest is.
Open sandalen en stoffige wegen.
En dan moet je aan tafel gaan aanliggen.

Het was dan het gebruik dat de minste in het huis
dit werkje mocht opknappen.
Maar er is meer.

Elke joodse maaltijd begon met het ritueel wassen.
Het is een vorm van geestelijke reinheid,
dus meer dan alleen maar netheid.
Om klaar te zijn voor wat komt.
Om dankbaar te zijn voor de spijzen op tafel.

Naar het voorbeeld van Jezus willen wij deze avond voeten wassen.
We hebben 12 mensen uitgenodigd om de voeten te wassen.
We willen ze uitnodigen om rond de tafel plaats te nemen.

Voetwassing van de 12 mensen


Zachte orgelmuziek


Voorbeden


Bidden wij tot Jezus, onze broeder:
brekend en delend stelt Hij zich beschikbaar.


Bidden we dat we brood mogen zijn voor elkaar.
Dat we ons brood breken wereldwijd, met allen die hongeren.
Dat we brekend en delend er zijn voor de anderen.
Moge daardoor iets tastbaar worden van Jezus’ dienstbaarheid in ons.
Laten wij zingend bidden

Confitemini Domino quoniam bonus Confitemini Domino alleluia

Bidden we dat we bekers van liefde zijn voor elkaar.
Dat wij groeien in het samenspel van geven en nemen,
van spreken en luisteren, van zien en handelen.
Moge daardoor iets tastbaar worden van Jezus’ liefde in ons.
Laten wij zingend bidden

Confitemini Domino quoniam bonus Confitemini Domino alleluia

Bidden we dat we licht van Gods licht zijn voor elkaar.
Dat wij nacht en duister verdrijven, hoop en uitzicht brengen, wereldwijd.
Dat christenen een uitstraling zijn voor armen en ontheemden.
Moge daardoor iets tastbaar worden van Jezus’ licht in ons.
Laten wij zingend bidden

Confitemini Domino quoniam bonus Confitemini Domino alleluia

Bidden we voor alle priesters
wiens feestdag het vandaag is
dat zij met vreugde en dankbaarheid God dienen
Dan zal God hier in ons midden zijn.
Laten wij zingend bidden

Confitemini Domino quoniam bonus Confitemini Domino alleluia



Oneindige goede God,
gebroken en gedeeld laat Jezus zien wie Hij in wezen is.
Geef dat wij elkaar tot voorbeeld zijn in dienstbaarheid, gegeven.
Dit vragen wij U voor nu en altijd. Amen.

Offerande

Offerandelied


Het brood, het goede brood, dat redt ons van de dood
en houdt ons in het leven, het is van God gegeven.

Het brood dat God ons gaf, dat groeit van boven af,
het is uit hemels koren, het is uit God geboren.

Het dauwt in de woestijn, het moet wel manna zijn,
Christus wordt ingehuldigd, het brood vermenigvuldigd.

De ganse aarde is zijn koninklijke dis,
De kleinen en de groten, elkanders huisgenoten.

Dit is Jeruzalem; een eeuwig Bethlehem,
een huis van brood en zegen, God is ons toegenegen!

En wat er overschoot van dit verdeelde brood
voor ons bestaan gestorven, dat vulde zeven korven.

O Brood, o hemels Brood, Gij redt ons van de dood
met menigvuldig leven, de dagen alle zeven.

Gebed over de gaven


Eeuwige, genadige God,
op tafel staan brood en wijn,
gebroken en gedeeld :
teken dat Jezus’ uur gekomen is.
Geef dat de idealen van Uw Zoon onder ons levend blijven.
Dat wij verder groeien in dienstbaarheid naar Zijn voorbeeld.
Dit vragen wij U voor nu en altijd. Amen.

Prefatie


De Heer zal bij u zijn.
De Heer zal u bewaren
Verheft uw hart.
Wij zijn met ons hart bij de Heer.
Brengen wij dank aan de Heer, onze God.
Hij is onze dankbaarheid waardig.

Heilige Vader,
Gij zijt vol liefde en eeuwig duurt uw trouw.
U zullen wij altijd en overal loven
met een dankbaar hart .

Wij danken U voor het grote teken dat Jezus,
Uw Zoon ons gegeven heeft op die avond:
Zijn Lichaam en Zijn Bloed.
En door de voetwassing heeft Hij ons getoond hoe wij
U moeten navolgen, in dienstbaarheid.

Daarom willen wij U vandaag heel speciaal hulde brengen
met allen die in U geloven,
en zolang wij Uw lof kunnen bezingen, doen we dat wij vol vreugde:

Heilig


Heilig, heilig, heilig ,de Heer. De God van alle leven,die aarde vol van hemel maakt: Hij is het hart van ons bestaan
Heilig, heilig onze God alleen en niet de goden van de wereld,en niet bezit of macht of eigenbaat: Heilig is onze God alleen.
Heilig, Heilig, heilig de Heer. Gezegend die komt in zijn Naam:de mens die recht en vrede doet: Hosanna, Gods wil is welgedaan

Laten we allen rechtstaan.


Eucharistisch gebed


Priester

Genade, vrede iedereen! De Geest des Heren om u heen.
Neem plaats en zet u in de kring, doet mee tot zijn herinnering.

Mannen

Wij vieren hier wat nog niet is: verzoening en verrijzenis;
dat wij tot rust gekomen zijn verlost van doodsangst en van pijn.

Vrouwen

Wij roepen in herinnering de mens die onze wegen ging,
maar niet de weg van man en macht,
alleen de liefde was Zijn kracht

Allen

De mens die weerloos als een kind
de machtelozen heeft bemind;
die door de armsten werd vertrouwd,
op hen had Hij zijn hoop gebouwd.
Priester

Hij zei: wie leeft uit zelfbelang,
sterft voor zijn tijd, die leeft niet lang.
Maar wie steeds van het zijne geeft
zal zien dat hij het leven heeft.

Mannen

Zo heeft hij zelf ons voorgedaan,
is tot de dood ons voorgedaan;
is niet gevlucht uit eigenbaat
en koos de dood als hoogste daad.

Instellingswoorden


Priester

Gestorven gaat die mens ons voor
en leeft in onze wereld door.
Hij moet het winnen mettertijd,
zijn geest leeft tot in eeuwigheid

Vrouwen

In alwat klein en nietig leeft,
in alwat nauw’lijks adem heeft,
kijkt hij ons aan en zegt: ik ben
de broer der armen, een van hen.

Mannen

Laat ons nu bidden tot zijn Heer,
de Vader, Hem zij lof en eer:
laat komen hier die stad, uw rijk,
wij allen even arm en rijk.

Allen

Dat wij verdelen alle brood
en leren scheppen uit de nood,
tot alle kwaad verdwenen is,
herschapen tot verrijzenis.

Onzevader

Vredeswens

Om voor anderen te kunnen open staan,
opdat onze inzet en goede voornemens vruchtbaar zou zijn,
is vrede onmisbaar.
Daarom willen wij hier die vrede van hand tot hand doorgeven,
de vrede van God, Sjaloom voor alle mensen van goede wil.
Die vrede van God moge dan altijd bij u zijn


Vredeslied


Vrede voor jou

Uitnodiging tot de communie


Wees welkom aan Jezus‟ tafel:
dat zijn maaltijd ons moge sterken
om te groeien in geloof en gemeenschap
met Hem en met de gehele kerk.
Zie het Lam Gods dat wegneemt … .

Communie

Communiezang


Ich will den Herrn loben allezeit, allezeit
Sein Lob soll immerdar in meinen Munde sein, in meinem Munde sein,
Sein Lob, sein Lob soll immerdar in meinen Munde sein,
in meinem Munde sein

Even bezinnen



Ik heb mijn Zoon naar de wereld gezonden
om jullie een voorbeeld te geven van tedere dienstbaarheid
– zegt God.

Als Hij het brood breekt en de beker met wijn ronddeelt,
als teken van zijn gegeven leven,
dan is dat een uitnodiging om net hetzelfde te doen
en je leven te geven
in dienst van de vreugde en van het geluk van anderen.

Als Hij de voeten wast van zijn leerlingen,
die zijn vrienden waren geworden,
dan is dat een uitdaging
om ook je eigen handen vuil te maken
en dienend lief te hebben.


Gebed na de communie


Heer onze God,
waar Jezus zich ten volle geeft
laat Hij de kern
van zijn Goede boodschap zien.
Wij bidden U :
geef dat het spoor van uw Zoon
herkenbaar wordt
in onze omgang met elkaar,
en dat wij openbloeien naar Uw voorbeeld.
Dit vragen wij U door Jezus onze Heer.

Slot


De laatste avond was Jezus samen met zijn leerlingen rondom de tafel.
Hij bekeek hen, één voor één, ietwat weemoedig, die laatste avond.
Morgen, zei Hij, moet ik sterven, sterven omwille van mijn levenskeuze.
Wie wil dan morgen voor mijn mensen zorgen?
Jullie, mijn leerlingen?

En daar, op die avond is alles begonnen: de geschiedenis van mensen,
die samenkomen rond zijn Woord,
die het brood eten en de beker drinken
in blijdschap en eenvoud van hart.
Dag na dag, jaar na jaar, doorheen de eeuwen tot op vandaag...

Daarna heeft Hij in grote angst gebeden.
Alleen, van iedereen verlaten bad Hij tot Zijn Vader.
Doodsbang, bedroefd, in eenzaamheid...
Op het einde van deze viering willen wij even bij onze Heer blijven
en samen met Hem bidden en waken.

Na het samenzijn gaat Jezus met zijn vrienden naar de Olijfberg.
We willen meetrekken met Jezus,
naar de stilte van het rustaltaar.
Dit doen we als eerbetuiging maar ook als blijk van engagement.


In de Hof van Olijven willen we proberen te waken en te bidden.
We willen wakker zijn voor de noden van deze tijd
maar tegelijkertijd ook voor de aanwezigheid van God in Jezus.

Het overbrengen van het Allerheiligste

Slotlied


Gedenken wij dankbaar de daden des Heren,
zijn leven, zijn dood en zijn verrijzenis,
en dat wij oprecht tot Jezus ons bekeren,
die onze God en leidsman ten leven is.

Hoe hadden wij onze bestemming vernomen,
was Jezus de weg niet ten eind' gegaan?
Wie zouden wij zijn, als Hij niet was gekomen
om in zijn lichaam onze dood te doorstaan.

Hoe zouden wij ooit voor elkaar kunnen leven,
had Hij ons de liefde niet voorgeleefd,
die tot de dood zich prijs heeft willen geven,
die Zoon van God, ons aller knecht is geweest.

Gij, Eerste der mensen, die weerloos en eenzaam
als graan in de aarde gestorven zijt,
Gij wordt ons brood, maak ons met U gemeenzaam,
van harte maak tot wederdienst ons bereid.

Aanbidding



Dank u wel om nu
of na de aanbidding de kerk
in stilte te verlaten
en de mensen die bidden niet te storen.
Wil ook buiten de stilte bewaren voor de kerk en niet nodeloos praten.


Om in stilte te overwegen

Hij heeft ons aangekeken. De een na de ander. Telkens bleven zijn ogen even hangen op elk van onze gezichten. En zoals wij iedere trek rond zijn mond, elke rimpel om zijn ogen kenden, zo kende hij die van ons. We kennen elkaar al zo lang. Maar Hij keek verder. Dieper dan de oppervlakte reikte zijn blik en elk van ons was alleen met zijn gedachten. Wat denkt Hij? Hoe zou Hij me noemen? “Dwaas”, “verrader”, “lafaard”, “zwakkeling”, “mislukkeling”? En toen hij de rond met zijn blik gedaan had, ontkende hij de namen die wij onszelf in zijn ogen geven hadden niet. Maar voluit, royaal gemeend zei hij: “Ik hou van je”. en nu ik me dit herinner zou ik het een avond lang, een leven lang willen herhalen: Ik hou van je. Ik hou van je.
Om het uiteindelijk te kunnen geloven.

1 Vader, het uur is gekomen! Verheerlijk uw Zoon,
opdat uw Zoon U verheerlijkt.
2 Laat Hem, krachtens de macht die U Hem gegeven hebt over alle mensen, eeuwig leven schenken aan al degenen die U aan Hem hebt toevertrouwd.
3 Eeuwig leven! Dat betekent dat ze U, de enige waarachtige God, leren kennen, en ook degene die U gezonden hebt: Jezus Christus.
4 Ik heb U op aarde verheerlijkt door het werk te volbrengen dat U Mij te doen hebt gegeven.
5 Verheerlijk Mij nu, Vader, aan uw zijde, en bekleed Mij met de heerlijkheid die Ik bij U bezat voordat de wereld bestond.

15 God, Ik vraag U niet hen uit de wereld weg te nemen, maar hen te behoeden voor de macht van het kwaad. 16 Zij zijn niet van de wereld, zoals Ik niet van de wereld ben.
17 Maak hen toegewijd aan U in de waarheid; uw woord is waarheid.
18 Zoals U Mij naar de wereld hebt gezonden, zo heb Ik hen naar de wereld gezonden,
19 en voor hen wijd Ik mijzelf toe aan U, opdat ook zij U toegewijd zullen zijn in de waarheid.

20 Niet alleen voor hen bid Ik, maar ook voor degenen die door hun woord in Mij geloven:
21 dat ze allen één mogen zijn. Zoals U, Vader, in Mij bent en Ik in U, zo moeten zij in Ons zijn, zodat de wereld kan geloven dat U Mij hebt gezonden.




Niets zo kwetsbaar
als het lichaam van een mens.

Niets zo ingrijpend
als een mens die ons lichaam aanraakt.

Niets zo confronterend
als een meerdere die zich voor ons buigt.

Onze wereld keert zich om.
Wij knielen voor de minsten.

Onze handen geven zonder te weten.
Onze ijdelheid wankelt.
Onze macht breekt.

Wij laten ons de voeten wassen
en worden bedelaars in onze eigen wereld.
Vereenzelvigd
worden wij gelijken in Gods ogen.

Dienstbaar worden wij mensen
begenadigd en waardig om elkaars voeten te wassen…

Geen opmerkingen: