dinsdag 19 december 2017

Kerstavondviering

SCHULDBELIJDENIS

Heer, Gij zijt bij ons gekomen
om te tonen dat Gij elke mens graag ziet.
Wij daarentegen delen mensen op
 in ‘vrienden’ en ‘anderen’
en ons doen en laten
is vaak te veel gericht op eigenbelang.
Daarom vragen wij:
Heer, ontferm U over ons.

Heer ontferm u, Christus ontferm u, Heer ontferm u.

Christus,
ons geloof en vertrouwen in U
als het Licht van de wereld
zijn soms zo wankel.
En een lichtend voorbeeld zijn
we al helemaal niet.
Daarom bidden wij:
Christus, ontferm U over ons.

Heer ontferm u, Christus ontferm u, Heer ontferm u.

Heer, wij denken zo vaak te veel aan krijgen
en te weinig aan geven en delen.
We leven te weinig mee
met armen en mensen in nood.
Daarom vragen wij:
Heer, ontferm U over ons.

Heer ontferm u, Christus ontferm u, Heer ontferm u.




VOORBEDEN


Bidden we dat God ons openbreekt voor het wonder van Kerstmis,
voor het wonder dat Hij ons zo nabij wilde zijn
dat Hij mens is geworden zoals wij,
kwetsbaar en weerloos.
Laten wij zingend bidden…

Vrede, vrede, vred’ op aard’ aan alle mensen die van goede wille zijn.

Bidden we dat we, zoals Maria en Jozef,
ons niet vastklampen aan eigen dromen,
maar leren om het centrum van ons leven
te verplaatsen naar de kribbe,
de plaats waar Gij, God, in deze wereld geboren kunt worden.
Laten wij zingend bidden…

Vrede, vrede, vred’ op aard’ aan alle mensen die van goede wille zijn.

Bidden we dat, zoals de wijzen naar de kribbe gingen,
wij met de eenvoudige geschenken van ons leven
gaan naar wie arm en zwak is en hulp behoeft.
Laten wij zingend bidden…

Vrede, vrede, vred’ op aard’ aan alle mensen die van goede wille zijn.

Bidden we dat we, zoals de herders, de kribbe zoeken
langs de eenvoudige en kwetsbare draden in ons leven.
Geef dat we de kerstboodschap in ons opnemen,
in ons hart bewaren
en ze uitdragen met blijheid en enthousiasme.
Laten wij zingend bidden…

Vrede, vrede, vred’ op aard’ aan alle mensen die van goede wille zijn.




BEZINNING

Soms is er slechts ver weg
een ster aan de hemel te vinden.
Soms is er nog amper het weten
van ooit een goddelijke wens.
Soms is er gewoon maar een mens
die op je weg komt en die je iets vraagt.
Soms is er niet meer dan een sinteltje hoop
op gerechtigheid en op vrede…

Maar misschien is dat net genoeg
om gensters te slaan
uit een wereld van steen.
En ergens een vuur aan te maken
dat mensen verzamelt
en dat hun harten verwarmt
en dat hun ogen doet zien,
hoe het geheim van de menswording
hen zelf in handen gelegd is.
Teer al een jong twijgje.
Een pasgeboren kind.

Zo kwetsbaar,
God die telkens met ons herbegint.


Geen opmerkingen: