woensdag 3 november 2010

Allerzielen Konterdam en Stene

Moment van inkeer

God, op deze dag kijken we terug
naar het leven van onze overledenen,
naar de mooie dagen die we deelden,
maar ook naar de momenten
dat we geen geduld hadden
of er niet waren voor elkaar,
daarom vragen we:
Heer wees goed voor ons, Heer ontferm u over ons.

Draag mij, God, in barmhartigheid, til mij op uit al mijn kleinheid.
Koester mij in barmhartigheid, Vader, Moeder, God met ons.

Christus, de dood van onze dierbaren
doet ons ook stilstaan bij ons eigen leven
en onze eigen kleine kanten,
zo vaak willen we u wel navolgen
in uw liefde en zorg voor mensen
maar doen we het niet,
daarom vragen we:
Christus wees goed voor ons, Christus ontferm u over ons

Draag mij, God, in barmhartigheid, til mij op uit al mijn kleinheid.
Koester mij in barmhartigheid, Vader, Moeder, God met ons.

God, Gij houdt zoveel mensen
dat Gij hen over de dood verder laat leven bij u,
we mogen geloven dat onze overledenen bij u geborgen zijn,
maar soms twijfelen we
en leven we niet vanuit deze hoop en dit geloof.
Daarom vragen we: Heer,
wees goed voor ons, Heer ontferm u over ons

Draag mij, God, in barmhartigheid, til mij op uit al mijn kleinheid.
Koester mij in barmhartigheid, Vader, Moeder, God met ons.


Lezing

Linda Depoorter

Zusters en broeders

Er zal wellicht iemand vragen,
hóé
verrijzen de doden?
Met wat voor lichaam komen ze terug?
Eigenlijk een dwaze vraag!
Ook wat je zelf zaait moet eerst sterven
voor het tot leven komt,
en wat je zaait is maar een korrel,
bijvoorbeeld van tarwe of iets dergelijks,
en het heeft nog niet de vorm die het zal krijgen.
God geeft er een vorm aan zoals Hij het heeft gewild,
en wel aan elk zaad zijn eigen vorm.

De stralen van de zon zijn anders
dan die van de maan,
en die van de sterren zijn weer anders;

Zo is het ook met de opstanding van de doden:
wat gezaaid wordt in vergankelijkheid,
verrijst in onvergankelijkheid;
Een natuurlijk* lichaam wordt gezaaid,
een geestelijk* lichaam verrijst.

Als er een natuurlijk lichaam bestaat,
bestaat er ook een geestelijk lichaam.
Maar niet het geestelijke komt het eerst;
het natuurlijke gaat eraan vooraf,
daarna komt het geestelijke

Woord van God


Voorbeden

God, onze Vader,
met pijn maar vooral ook met dankbaarheid
noemen we de namen van onze lieve doden.

Laat ons zingend bidden

Ubi Caritas et amor. Ubi Caritas Deus ibi est.


Wij dragen deze overledenen verder mee
in ons hart.

De mensen van voorbij
Zij blijven met ons leven
in onze herinnering

De mensen van voorbij,
Ze zijn met ons verweven
In liefde en verhalen,
Die we zo graag herhalen

Bij God mogen ze wonen,
Daar waar geen pijn kan komen,
De mensen van voorbij
Zijn in het licht, zijn vrij.

Bezinning na de communie

Als ik je naam
in het zand had geschreven
hadden de golven hem
na korte tijd uitgewist.

Als ik je naam
in een boom had gegrift
was de schors
met de tijd vergaan.

Als ik je naam
in marmer had gekapt
was de steen
na veel tijd gebroken.

Maar ik heb je naam
in mijn hart geborgen
en daar wordt hij
voor de eeuwigheid
goed bewaard.

Stilte

Geen opmerkingen: