maandag 7 april 2014

Palmzondag

Verwelkoming




Samen met Jezus, de Christus,
zetten we de laatste stappen richting Pasen.
Een weg die loopt van het ene uiterste naar het andere,
van huldebetoon tot kruis.
Vertrouwen wij ons-gaan-op-die-weg toe
aan + de Vader, de Zoon en de H. Geest. Amen.


Welkom op deze Palmzondag!
Vandaag gedenken we dat Jezus van Nazareth ooit op een ezel
Jeruzalem is binnengereden.
Een uitzinnige menigte juicht Hem toe:
Hij zal hen bevrijden,
Hosanna in den hoge!
Maar Jezus voelt zich geen krijgsheer
Hij herkent zich eerder in de lijdende dienstknecht.
Nog geen week later wordt Hij verraden, overgeleverd, vermoord.

Palmzondag is niet een dag van toen en daar
maar een moment om stil te staan bij het hier en nu.

Luisteren we nu naar het verhaal van Jezus’ intocht in Jeruzalem
(Lc. 19, 28-40)



Jezus zette zijn reis voort naar Jeruzalem.
Toen Hij bij de Olijfberg kwam,
stuurde Hij twee van zijn leerlingen eropuit met de opdracht:
"Ga naar het dorp daar vlak voor je.
Als je er binnenkomt zul je een veulen vinden.
Maak het los en breng het mee.
En als iemand jullie vraagt:
'Waarom maken jullie dat veulen los?'
zeg dan:
'De Heer heeft het nodig.'"
Met deze opdracht gingen ze weg.
Toen ze het veulen wilden losmaken, riepen de eigenaars:
"Waarom maken jullie het veulen los?"
Zij antwoordden: "De Heer heeft het nodig."
En ze brachten het naar Jezus,
legden hun kleren op het veulen,
en hielpen Jezus erop.
En waar Hij reed spreidden ze hun kleren op de weg.
Hij kwam steeds dichter bij de stad.
Waar de weg de Olijfberg afgaat
begonnen al zijn leerlingen vrolijk en uit volle borst God te prijzen
om alle machtige daden die ze hadden gezien.
Ze riepen:
"Gezegend is de koning, die komt in de naam van de Heer!"


Palmwijding


Ook wij willen Jezus vandaag als onze koning hulde brengen.
De palmtak wil een hulde-teken zijn zoals toen in Jeruzalem.
Straks nemen wij hen mee naar huis
en leggen of steken deze tak bij het kruis.

Laten wij nu rechtstaan bij dit wijdingsgebed.

Priester

God, wij staan aan het begin van de Goede week.
Deze palmtakken herinneren ons aan wat met Jezus is gebeurd.
Mogen deze palmtakken ons oproepen
Jezus’ levensweg te gaan,
een weg van vrede en verzoening,
een weg van eenvoud en dienstbaarheid,
een weg van liefde en gerechtigheid.
Wij willen Jezus volgen, vandaag en alle dagen.

IK ZEGEN DEZE GROENE TAKKEN MET HET TEKEN VAN HET KRUIS
+ In de naam van de Vader, die ons roept,
in de naam van de Zoon, die ons de weg wijst,
in de naam van de H. Geest, die ons steeds weer bezielt. Amen.

Processie



Glorie lof en eer aan U: Christus, Koning, Verlosser.
U weerklinke ons blij gezang:
Hosanna de Zoon van God.

Gij, onze Koning, Zoon van God, komt in de naam des Heren.

Hemel en aarde loven U, mensen en eng’len koren.

Wuivend met palmen als weleer, loven wij U met zangen.

Daags voor uw lijden, dat ons redt, eren wij U als Koning.

Moge de vroomheid van uw volk U, goede God, behagen.

Openingsgebed


God, Vader van alle mensen,
Vandaag herdenken we
hoe Jezus door zijn tijdgenoten
met palmtakken werd toegejuicht, als een koning.
Maak ons hart waakzaam en moedig
dat we niet vergeten dat zijn koningschap
niet gebouwd was op macht
maar op dienstbaarheid tot het einde toe,
zelfs als mensen Hem wilden doden.
Dit vragen we voor vandaag en alle dagen,
tot het einde van de tijd. Amen


HET LIJDENSVERHAAL VAN JEZUS volgens Matteüs (A-jaar)


Mensenstemmen hebben Jezus toegezongen:
‘Hosanna voor de Heer’.
Maar ook mensenstemmen hebben Hem toegeschreeuwd:
‘Aan het kruis met Hem’.
Luisteren we ingetogen naar het verhaal over Jezus’ lijden en dood.

Verteller

Jezus ging met zijn leerlingen naar een plek die Getsemane genoemd werd. Hij zei:

Jezus:
‘Blijven jullie hier zitten, ik ga daar bidden.’

Verteller:
Hij nam Petrus en de twee zonen van Zebedeüs met zich mee.
Toen Hij zich bedroefd en angstig voelde worden, zei Hij tegen hen:

Jezus:
‘Ik voel me dodelijk bedroefd; blijf hier met mij waken.’

Verteller:
Hij liep nog een stukje verder, knielde toen en bad diep voorovergebogen:

Jezus:
‘Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan!
Maar laat het niet gebeuren zoals ik het wil, maar zoals u het wilt.’

Verteller:
Hij liep terug naar de leerlingen en zag dat ze lagen te slapen.
Hij zei tegen Petrus:

Jezus:
‘Konden jullie niet eens één uur met mij waken? Blijf wakker en bid dat jullie niet in beproeving komen; de geest is wel gewillig, maar het lichaam is zwak.’

Verteller:
Voor de tweede maal liep Hij van hen weg en bad:

Jezus:
‘Vader, als het niet mogelijk is dat deze beker aan mij voorbijgaat
zonder dat Ik eruit drink, laat het dan gebeuren zoals U het wilt.’

Verteller:
Toen hij terugkwam, zag Hij dat ze weer sliepen, want ze waren door vermoeidheid overmand. Hij liet hen achter, liep opnieuw wat verder en bad voor de derde maal, met dezelfde woorden als daarvoor. Daarna voegde Hij zich weer bij de leerlingen en zei:

Jezus:
‘Liggen jullie daar nog steeds te slapen en te rusten? En dat terwijl het ogenblik nabij is waarop de Mensenzoon wordt uitgeleverd aan zondaars. Sta op,
laten we gaan; kijk, hij die mij uitlevert, is al vlakbij.’

Verteller:
Nog voor hij uitgesproken was, kwam Judas eraan, een van de twaalf, in gezelschap van een grote, met zwaarden en knuppels bewapende bende, die door de hogepriesters en de oudsten van het volk was gestuurd. Met hen had zijn verrader een teken afgesproken.

Allen:
‘Degene die ik kus,’
‘die is het, die moet je gevangen nemen.’

Verteller:
Hij liep recht op Jezus af, zei:

Allen:
‘Gegroet, Rabbi!’

Verteller:
en kuste Hem. Jezus zei tegen hem:

Jezus:
‘Vriend, ben je daarvoor gekomen?’


Verteller:
Daarop kwam de bende naderbij, ze grepen Jezus vast en namen hem gevangen. Nu greep een van Jezus’ metgezellen naar zijn zwaard. Hij trok het, haalde uit en sloeg de dienaar van de hogepriester een oor af. Daarop zei Jezus tegen hem:

Jezus:
‘Steek je zwaard terug op zijn plaats. Want wie naar het zwaard grijpt, zal door het zwaard omkomen. Weet je niet dat ik mijn Vader maar te hulp hoef te roepen en dat hij mij dan onmiddellijk meer dan twaalf legioenen engelen ter beschikking zou stellen? Maar hoe zouden dan de Schriften in vervulling gaan, waar staat dat het zo moet gebeuren?’

Verteller:
Toen zei Jezus tegen de omstanders:

Jezus:
‘Met zwaarden en knuppels bent u uitgetrokken om Mij te arresteren, alsof Ik een misdadiger ben! Dagelijks was Ik in de tempel om onderricht te geven,
en toen hebt u Me niet gevangengenomen. Maar dit alles gebeurt opdat de geschriften van de profeten in vervulling gaan.’

Verteller:
Daarop lieten alle leerlingen hem in de steek en vluchtten weg.


Lied ZJ 372 strofe 1

Jezus om uw lijden groot, om uw leven en uw dood
die volbrengen ’t recht van God, Kyrie eleison.

(vormeling steekt een eerste kaars aan)


Verteller:
Zij die Jezus gevangengenomen hadden, leidden Hem voor aan Kajafas,
de hogepriester bij wie de schriftgeleerden en de oudsten bijeengekomen waren. Petrus volgde Hem op een afstand tot op de binnenplaats van het paleis van de hogepriester; daar ging hij tussen de knechten zitten om te zien hoe het zou aflopen. De hogepriesters en het hele Sanhedrin probeerden een valse getuigenverklaring tegen Jezus te laten afleggen op grond waarvan ze Hem ter dood zouden kunnen veroordelen, maar ze vonden er geen, hoewel zich vele valse getuigen meldden. Ten slotte meldden er zich twee die zeiden:

Allen:
‘Die man heeft gezegd: “Ik kan de tempel van God afbreken en in drie dagen weer opbouwen.”’

Verteller:
De hogepriester stond op en vroeg Jezus:

Allen:
‘Waarom antwoordt U niet? U hoort toch wat deze getuigen zeggen?’

Verteller:
Maar Jezus bleef zwijgen. De hogepriester zei:

Allen:
‘Ik bezweer U bij de levende God, zeg ons of U de messias bent,
de Zoon van God.’

Verteller:
Jezus antwoordde:

Jezus:
‘U zegt het. Maar ik zeg tegen u allen hier: vanaf nu zult u de Mensenzoon zien zitten aan de rechterhand van de Machtige en Hem zien komen op de wolken van de hemel.’

Verteller:
Hierop scheurde de hogepriester zijn kleren en hij riep uit:

Allen:
‘Hij heeft God gelasterd! Waarvoor hebben we nog getuigen nodig?
Nu hebt u met eigen oren gehoord hoe Hij God lastert. Wat denkt u?’

Verteller:
Ze antwoordden:

Allen:
‘Hij is schuldig en verdient de doodstraf!’

Verteller:
Daarop spuwden ze hem in het gezicht en sloegen hem.
Anderen sloegen Hem met een stok en zeiden:

Allen:
‘Profeteer dan maar eens voor ons, Messias, wie is het die Je geslagen heeft?’

Lied:ZJ 372 strofe 6

Om het zwijgen het geduld, waarmee Gij de wet vervult,
als men vrucht’loos zoekt naar schuld, Kyrie eleison.
(vormeling steekt een tweede kaars aan)

Verteller:
Petrus zat buiten, op de binnenplaats.
Er kwam een dienstmeisje naar hem toe, dat zei:

Allen:
‘Jij hoorde ook bij die Jezus uit Galilea!’

Verteller:
Maar hij ontkende dat met klem, zodat allen het konden horen:

Allen:
‘Ik weet niet waar je het over hebt.’

Verteller:
Toen hij wilde weggaan naar het poortgebouw, zag een ander meisje hem.
Ze zei tegen de omstanders:

Allen:
‘Die man hoorde bij Jezus van Nazaret!’

Verteller:
En opnieuw ontkende hij en zwoer:

Allen:
‘Echt, ik ken de man niet!’

Verteller:
Even later kwamen de omstanders naar Petrus toe, ze zeiden:

Allen:
‘Jij bent wel degelijk een van hen, trouwens, je accent verraadt je.’

Verteller:
Daarop begon hij te vloeken en hij bezwoer hun:

Allen:
‘Ik ken die man niet!’

Verteller:
En meteen kraaide er een haan. Toen herinnerde Petrus zich wat Jezus gezegd had:

Jezus:
‘Voordat er een haan gekraaid heeft, zul je mij driemaal verloochenen.’

Verteller:
Hij ging naar buiten en huilde bitter. .

Lied ZJ 372 strofe 5

Here, om uw bloedig zweet, als G’alleen de wijnpers treedt,
om de kelk vol bitter leed, kyrie eleison.
(een vormeling steekt een derde kaars aan)


Verteller:
De volgende ochtend vroeg namen alle hogepriesters met de oudsten van het volk het besluit Jezus ter dood te brengen. Nadat ze hem geboeid hadden, leidden ze hem weg en leverden Hem over aan Pilatus, de prefect.
Toen Jezus voor de prefect stond, stelde deze Hem de vraag:

Allen:
‘Bent U de koning van de Joden?’

Verteller:
Jezus zei:

Jezus:
‘U zegt het.’

Verteller:
Maar op de beschuldigingen die de hogepriesters en oudsten tegen Hem inbrachten, antwoordde Hij niet één keer. Daarop zei Pilatus tegen Hem:

Allen:
‘Hoort U niet wat deze getuigen allemaal tegen U inbrengen?’

Verteller:
Hij gaf op geen enkele beschuldiging enig weerwoord, wat de prefect zeer verwonderde.
Nu had de prefect de gewoonte om op elk pesachfeest één gevangene vrij te laten, en die door het volk te laten kiezen. Er zat toen een beruchte gevangene vast, die Barabbas genoemd werd. En dus vroeg Pilatus hun, toen ze daar waren samengestroomd:

Allen:
‘Wie wilt u dat ik vrijlaat, Barabbas of Jezus die de Messias wordt genoemd?’

Verteller:
Hij wist namelijk dat ze Hem uit afgunst hadden uitgeleverd. Terwijl hij op de rechterstoel zat, werd hem een boodschap van zijn vrouw gebracht:

Allen:
‘Laat je niet in met die rechtvaardige! Om Hem heb ik namelijk vannacht in een droom veel moeten doorstaan.’

Lied ZJ 372 strofe 7

Om het woord van godd’lijk recht dat Gij tot uw rechters zegt,
zelf hebt G’uw geding beslecht, Kyrie eleison.
(een vormeling steekt een vierder kaars aan)

Verteller:
Ondertussen haalden de hogepriesters en de oudsten het volk over: ze moesten om Barabbas vragen, en Jezus laten doden. Weer nam de prefect het woord en hij vroeg opnieuw:

Allen:
‘Wie van de twee wilt u dat ik vrijlaat?’

Verteller:
ze.riepen

Allen:
‘Barabbas!’

Verteller:
Pilatus vroeg hun:

Allen:
‘Wat moet ik dan doen met Jezus die de Messias wordt genoemd?’

Verteller:
Allen antwoordden:

Allen:
‘Aan het kruis met Hem!’

Verteller:
Hij vroeg:

Allen:
‘Wat heeft Hij dan misdaan?’

Verteller:
Maar ze schreeuwden alleen maar harder:

Allen:
‘Aan het kruis met Hem!’

Verteller:
Toen Pilatus inzag dat zijn tussenkomst nergens toe leidde, dat het er integendeel naar uit zag dat men in opstand zou komen, liet hij water brengen, waste ten overstaan van de menigte zijn handen en zei:

Allen:
‘Ik ben onschuldig aan de dood van deze man. Zie het zelf maar op te lossen.’

Verteller:
En heel het volk antwoordde:

Allen:
‘Laat zijn bloed óns dan maar worden aangerekend, en onze kinderen!’

Verteller:
Daarop liet Pilatus Barabbas vrij, maar Jezus leverde hij uit om gekruisigd te worden, nadat hij Hem eerst nog had laten geselen. De soldaten van de prefect namen Jezus mee naar het pretorium en verzamelden de hele cohort om Hem heen. Ze kleedden Hem uit en deden hem een scharlakenrode mantel om,
ze vlochten een kroon van doorntakken en zetten die op zijn hoofd. Ze gaven Hem een rietstok in zijn rechterhand en vielen voor Hem op de knieën. Spottend zeiden ze:

Allen:
‘Gegroet, koning van de Joden,’

Verteller:
en ze spuwden op Hem, pakten Hem de rietstok weer af en sloegen hem tegen het hoofd. Nadat ze Hem zo hadden bespot, trokken ze Hem de mantel uit, deden hem zijn kleren weer aan en leidden hem weg om hem te kruisigen.

Lied ZJ 372 strofe 8

Om de doornen van uw kroon, om de geesling en de hoon,
roepen wij, o Mensenzoon, Kyrie eleison.
(een vormeling brengt een vijfde kaars aan)

Verteller:
Bij het verlaten van het pretorium troffen ze een man uit Cyrene die Simon heette, en hem dwongen ze het kruis te dragen. Zo kwamen ze bij de plek die Golgota genoemd werd, wat ‘schedelplaats’ betekent. Ze gaven Jezus met gal vermengde wijn, maar toen Hij die geproefd had, weigerde Hij ervan te drinken. Nadat ze Hem gekruisigd hadden, verdeelden ze zijn kleren onder elkaar door erom te dobbelen, en ze bleven daar zitten om Hem te bewaken. Boven zijn hoofd bevestigden ze de aanklacht, die luidde: ‘Dit is Jezus, de koning van de Joden’. Daarna werden er naast hem twee misdadigers gekruisigd, de één rechts van Hem, de ander links. De voorbijgangers keken hoofdschuddend toe en dreven de spot met Hem:

Allen:
‘Jij was toch de man die de tempel kon afbreken en in drie dagen weer opbouwen? Als je de Zoon van God bent, red jezelf dan maar en kom van dat kruis af!’

Verteller:
Ook de hogepriesters, de schriftgeleerden en de oudsten maakten zulke spottende opmerkingen:

Allen:
‘Anderen heeft Hij gered, maar zichzelf redden kan Hij niet. Hij is toch koning van Israël, laat Hij dan nu van het kruis afkomen, dan zullen we in Hem geloven.

Allen:
Hij heeft zijn vertrouwen in God gesteld, laat die Hem nu dan redden, als Hij Hem tenminste goedgezind is. Hij heeft immers gezegd:

Jezus:
“Ik ben de Zoon van God.”’

Verteller:
Precies zo beschimpten Hem de misdadigers die samen met Hem gekruisigd waren.

Lied: ZJ 372 strofe 9

Om uw kruis, Heer, bidden wij, om de speerstoot in uw zij,
ga aan onze schuld voorbij, Kyrie eleison.
(een vormeling steekt zesde kaars aan)

Verteller:
Rond het middaguur viel er duisternis over het hele land, die drie uur aanhield. Aan het einde daarvan, in het negende uur, gaf Jezus een schreeuw en riep luid:

Jezus:
‘Eli, Eli, lema sabachtani?’
‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?’

Verteller:
Toen de omstanders dat hoorden, zeiden enkelen van hen:

Allen:
‘Hij roept om Elia!’

Verteller:
Meteen kwam er uit hun midden iemand toegesneld die een spons pakte en in zure wijn doopte. Hij stak de spons op een stok en probeerde Hem te laten drinken. De anderen zeiden:

Allen:
‘Niet doen, laten we eens kijken of Elia hem komt redden.’

Verteller:
Nog eens schreeuwde Jezus het uit, toen gaf Hij de geest.

ALLEN STAAN RECHT EN STILTE

DAARNA LIED ZJ 372 strofe 10

Heer, om uw vijf wonden rood, om uw onverdiende dood,
smeken wij in onze nood, Kyrie eleison.
(vormeling steekt zevende kaars aan)


Verteller:
Op dat moment scheurde in de tempel het voorhangsel van boven tot onder in tweeën, en de aarde beefde en de rotsen spleten. De graven werden geopend en de lichamen van veel gestorven heiligen werden tot leven gewekt; na Jezus’ opstanding kwamen ze uit de graven, gingen de heilige stad binnen en maakten zich bekend aan een groot aantal mensen. Toen de honderdman en degenen die met hem Jezus bewaakten de aardbeving voelden en merkten wat er gebeurde, werden ze door een hevige angst overvallen en zeiden:

Allen:
‘Hij was werkelijk Gods Zoon.’

Geloofsbelijdenis


Ik geloof in God de Vader,
Ik geloof in Jezus, Zijn zoon
Ik geloof in de kracht van de heilige Geest,
Ik geloof dat wij als kerkgemeenschap samen op weg zijn
om te leven naar het voorbeeld van Jezus.

Voorbeden



Tot het einde toe bleef Jezus trouw aan Zijn Vader.
Laten wij tot Hem bidden om geloof, moed en kracht.


Voor allen die hun geloof in God,
in anderen en in zichzelf verliezen.
Dat zij een spoor van vertrouwen mogen ontdekken.
Laat ons zingend bidden

Laat ons bidden,
laat ons bidden in de stilte van ons hart,
Dat de Vader ons daartoe bezielen mag.


Voor allen die de moed verliezen
om van hun leven een zinvolle opdracht te maken.
Dat zij opnieuw hoop mogen krijgen op een betere toekomst.
Laat ons zingend bidden

Laat ons bidden,
laat ons bidden in de stilte van ons hart,
Dat de Vader ons daartoe bezielen mag.

Voor allen die geen kracht meer hebben
om hun weg tot het einde te gaan.
Dat zij mensen mogen ontmoeten
die hun kruis helpen dragen.
Laat ons zingend bidden

Laat ons bidden,
laat ons bidden in de stilte van ons hart,
Dat de Vader ons daartoe bezielen mag.


God, net als Jezus willen wij ons leven in uw handen leggen.
Wil ons helpen om ons eigen kruis te dragen
en dat van zoveel andere mensen te helpen dragen,
dit vragen we u, in naam van Jezus,
uw zoon en onze Heer,
vandaag en elke dag opnieuw, tot in eeuwigheid. Amen


Offerande


We brengen groene takken aan.
Groene takken als teken van onze hoop,
en getuigen van ons vertrouwen.
De groene takjes die we op het kruis steken,
ze willen zeggen: de kruisboom is niet dood.
Steeds weer schiet hij uit in twijgen van bevrijding en nieuw leven.

Offerande


Gebed over de gaven


Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen,
tot lof en eer van zijn Naam,
tot welzijn van ons en van heel zijn Heilige Kerk.

Gebed over de gaven

God, onze Vader,
Bij het begin van de Goede Week
Willen we dit brood en deze wijn,
met elkaar delen,
maar ook met mensen in heel de wereld
bijzonder met de mensen uit Bolivië.
Moge ze ons kracht geven om de komende dagen
in dienstbaarheid met Jezus op weg te gaan
Hij die onze Heer en broeder is,
tot in eeuwigheid. Amen

Prefatie


De Heer zal bij u zijn. De Heer zal u bewaren.
Verheft uw hart We zijn met ons hart bij de Heer
Brengen we dank aan de Heer onze God
Hij is onze dankbaarheid waardig

God
Wij zeggen U dank
voor de vriendschap en de kracht die van mensen kan uitgaan
en om het wonder dat liefde heet.

Wij danken U, God, voor deze gemeenschap.
Dat er mensen zijn, hier ter plekke,
die elkaars hand vasthouden en elkaar bemoedigen.

Maar bovenal danken wij U voor Jezus, uw Zoon,
die al weldoende rondging
en zo uw zorg voor ons zichtbaar maakte.


Dit is een dag van vreugde
want vandaag zijn wij uw Zoon
met palmtakken en lofzangen tegemoet getrokken
Wij hebben Hem toegejuicht en Hem geprezen
om wat Hij voor ons betekent,
om wat Hij voor de velen heeft gedaan en nog doet

Terecht klinkt dan ook op deze dag deze lofzang:

Heilig


Glorie, Lof en eer aan u: Christus, koning verlosser.
U weerklinke ons blij gezang: Hosanna de Zoon van God.

Ja Vader, heilig en goed zijt Gij.
Wij danken U voor uw Zoon, Jezus Christus
die Gij ons gegeven hebt om alle mensen te helpen om gelukkig te zijn.

Hij heeft gezegd en wij geloven
dat Hij niet gekomen is om gediend te worden maar om te dienen.

Niet om te veroordelen is Hij gekomen, maar om uit te nodigen.
Hij is gekomen om één te zijn met de mensen ook in lijden en sterven.

In uw dienende liefde, Heer, hebt Gij U totaal gegeven.
Moge de wereld U ontmoeten
in dienstbaarheid tegen over de medemensen.

Op de avond voor zijn dood tijdens het laatste avondmaal

Acclamatie


Als wij eten van dit brood en drinken uit deze beker,
verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij wederkomt.

Trouw aan dit woord, Vader,
trouw aan zijn zending,
trouw aan zijn bidden voor zijn leerlingen en voor de wereld,
willen wij U ook onze beden voorleggen -
Op deze dag van lof en eer
brengen wij uitdrukkelijk voor uw aangezicht
de mensen die lijden en die verdriet hebben
Geef hen kracht en sterkte, God

Op deze dag van lof en eer
brengen wij uitdrukkelijk voor uw aangezicht
de mensen die in U geloven -over de gehele aarde -
ook in onze moderne tijd.
Geef hen kracht en sterkte, God

Op deze dag van lof en eer
brengen wij uitdrukkelijk voor uw aangezicht
diegenen die hier ter plekke op welke wijze ook
meebouwen aan de gemeenschap van gelovigen -
in onze parochies. Vader, geef ons kracht en sterkte

Op deze dag van lof en eer brengen wij uitdrukkelijk
voor uw aangezicht de mensen van wie wij houden.
Ook hen van wie wij niet genoeg houden.
Herinner U allen die gestorven zijn
en ontvang hen met liefde in uw huis.

God, onze Vader, breng ons allen eenmaal thuis bij U,
en bij Christus, uw Zoon, samen met Maria, zijn Moeder, en met alle heiligen. Dan zullen wij met Jezus Christus voor altijd gelukkig zijn.

Door Hem en met Hem en in Hem zal uw Naam geprezen zijn,
Heer, onze God, almachtige Vader,
in de eenheid van de heilige Geest,
hier en nu en tot in eeuwigheid. Amen.

Onze Vader

Vredeswens


Heer Jezus Christus, Gij wenst ons uw vrede toe,
Gij wilt dat iedere plaats een stad van vrede wordt.
Schenk ons de moed om ons met elkaar te verzoenen
en vrede te stichten. Amen.


Vredeslied


Ik wens je vrede van God,..........
ik wens je vrede, vrede, vrede van de Heer.
Hevenu Sjalom Aleichem,...........
Hevenu Sjalom, Sjalom, Sjalom Aleichem.


Communielied


Op weg naar het paasfeest tot over de dood,
geen geld en geen reistas, geen water en brood.
Hoe zullen wij komen waar wegen niet gaan,
hoe vinden wij richting uit onland vandaan?

Wij gaan naar de stad toe waar Hij wordt gedood
die mensen de liefde als wapen gebood.
Ze kunnen Hem doden, en toch zeggen wij:
in ons blijft Hij leven met al wat Hij zei.

De liefde als wapen wordt hier wereldwijd
en gaat overheersen in ruimte en tijd.
En zo komt de schepping die God ooit begon
door Jezus in gloed staan, en Hij is de zon.


Bezinning



Een klein beetje groen
Voor op het kruis
En zie het komt weer tot leven.

Een klein beetje hoop
Voor in jouw huis
En zie het komt weer tot leven.

Een klein beetje liefde
Voor in jouw gezin
En zie het komt weer tot leven.

Een klein beetje geloof
Voor deze wereld
En zie hij komt weer tot leven

@Antoon vandeputte

Stilte


Slotgebed


God, Vader van alle mensen,
Zegen allen hier aanwezig.
Laat het kruis en de groene palmtakken ons oproepen
Jezus’ levensweg te gaan:
een weg van vrede en verzoening,
een weg van eenvoud en dienstbaarheid,
een weg van liefde en gerechtigheid.
Wij bidden U dat wij met elkaar
de goede momenten zoveel mogelijk vasthouden
en elkaar in moeilijke tijden nooit laten vallen.
Dit vragen wij U in de hoop
dat het voor alle mensen Pasen wordt. Amen

Zending en zegen


Ga dan heen en neem een palmtakje mee,
als herinnering aan Jezus’ trouw tot op het kruis
als getuige in je huis van de hoop
dat er bij God leven is over de dood heen.
Laten we gaan met Gods zegen
om de weg van Jezus mee te gaan,
in de naam van de Vader, de Zoon en de H.Geest. Amen


Geen opmerkingen: