dinsdag 1 april 2014

5de zondag van de veertigdagentijd met biechtgelegenheid.

Intredelied ZJ 530


Zo vriendelijk en veilig als het licht,
zoals een mantel om mij heen geslagen,
zo is mijn God, ik zoek zijn aangezicht,
ik roep zijn naam, bestorm Hem met mijn vragen,
dat Hij mij maakt, dat Hij mijn wezen richt.
Wil mij behoeden en op handen dragen.

Want waar ben ik, als Gij niet wijd en zijd
waakt over mij en over al mijn gangen.
Wie zou ik worden, waart Gij niet bereid
om, als ik val, mij telkens op te vangen.
Ik leef niet echt, als Gij niet met mij zijt.
Ik moet in lief en leed naar U verlangen.

Kruisteken


Van harte welkom allemaal op deze 5de zondag in de veertigdagentijd. Laten we deze viering beginnen onder Gods zegen
in de naam van de Vader, de Zoon en de H. Geest. Amen.

Welkom


Vasten is verzoenen

Het valt niet mee de schuld bij ons te leggen;
Het valt niet mee de eerste stap te zetten;
Het valt niet mee aan anderen eerst te denken;
Het valt niet mee om niet meer kwaad te blijven;
Het valt niet mee de zwakken te waarderen;
Maar durven we het toch aan verzoenend te gaan leven:

Daarom willen we in deze viering ons ook tot God keren en vragen om vergeving als voorbereiding op Pasen.


In de evangelie gaat het over de opwekking van Lazarus.
Daarom liggen ook enkele stenen in het decor en wat groen
als symbool van ons geloof in het leven na de dood.

Stenen kunnen negatief gebruikt worden maar ook positief want met die stenen kunnen we bouwen en meebouwen aan Gods droom.
We kunnen ook de stenen helpen wegnemen van mensen
die een steen hebben liggen op hun hart door verdriet, pijn of ziekte.

Openingsgebed


Heer,
ons leven zou veel mooier worden
wanneer wij door kwaad en zonde
geen stenen zouden leggen op ons hart.
Open daarom onze ogen om beter te zien
en open onze oren om beter te horen hoe ons leven moet worden.
Open ons hart om beter te voelen
en open ons verstand om beter te weten wat Gij van ons verlangt.
Daarom willen wij proberen om eerlijk naar onszelf te kijken
en om te aanvaarden dat het anders kan, als Gij ons helpt. Amen.

Eerste lezing


Priester

Ez. 37,12-14

In de eerste lezing horen we een bemoedigende boodschap
van de Profeet Ezechiël aan het joodse volk
dat in ballingschap leefde. -

De profeet Ezechiël
spreekt hen uit naam van God,
nieuwe moed toe
en belooft dat God ooit hun graven zal openen
en hen terug zal doen leven.
Hij zal hen terug op hun eigen grond laten wonen.


In die dagen viel de stad Jeruzalem
in handen van de koning van Babylon .
Zij werd verwoest en een groot deel van het volk
werd meegevoerd naar het verre Babylon .
Troosteloos en gebroken leefde het volk in ballingschap,
als levende lijken .
Toen sprak de Heer tot de profeet Ezechiël :
“ De Israëlieten beweren :
Onze beenderen zijn uitgedroogd,
al onze hoop is vervlogen .
Het is met ons gedaan .
Zeg hun daarom in mijn naam het volgende :
Mijn volk, Ik zal uw graven openen,
Ik haal u weg uit het graf van de ballingschap
en breng u terug naar Israël, uw eigen land .
Dan zult gij weten dat Ik de Heer ben .
Ik schenk u mijn levensadem en gij zult leven .
Ik geef u uw eigen land terug om er te wonen .
Dan zult gij zien en weten
dat Ik, de Heer, uw God,
doe wat Ik zeg .”

Woord van God. Wij danken God

Tussenzang 569


God die leven hebt gegeven in der aarde schoot,
alle vrucht der velden moeten w'U vergelden,
dank voor daag'lijks brood.

Maar wij rijken, ach, wij blijken hard en onverstoord.
Open onze oren, Heer, opdat wij horen
't roepen aan de poort.

Wil dan geven, dat ons leven zelf ook vruchtbaar zij.
Laat in goede daden 't werk van uw genade
opgaan, sterk en vrij.


Evangelie

(Joh. 11, 3-7. 17. 20-27. 33b-45)

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes

3 De zusters van Lazarus stuurden Jezus de boodschap:
`Heer, hier is iemand ziek, iemand van wie U houdt.'
4 Toen Jezus dit hoorde, zei Hij:
`Deze ziekte loopt niet uit op de dood,
maar op de verheerlijking van God,
want de Zoon van God moet erdoor verheerlijkt worden.'
5 Jezus hield veel van Martha, van haar zuster en van Lazarus.
6 Jezus hoorde dus van zijn ziekte;
toch bleef Hij nog twee dagen waar Hij was.
7 Daarna pas zei Hij tegen zijn leerlingen:
`Kom, we gaan weer naar Judea.'
17 Bij de aankomst van Jezus
bleek Lazarus al vier dagen in het graf te liggen.
20 Martha, die gehoord had dat Jezus op komst was,
was Hem tegemoet gegaan;
Maria was thuisgebleven.
21 Martha zei tegen Jezus:
`Heer, als U hier geweest was, zou mijn broer nooit gestorven zijn.
22 Maar ik weet zeker dat U ook nu nog alles aan God kunt vragen
en dat Hij het U zal geven.'
23 `Je broer zal opstaan', verzekerde Jezus haar.
24 `Dat weet ik,' zei Martha,
`hij zal opstaan bij de opstanding op de laatste dag.'
25 `Ik ben de opstanding en het leven', zei Jezus.
`Wie in Mij gelooft mag dan wel sterven, toch zal hij leven;
26 en iedereen die leeft en in Mij gelooft,
zal in eeuwigheid niet sterven.
Geloof je dat?'
27 `Ja Heer,' antwoordde Martha,
`ik geloof vast dat U de Messias bent, de Zoon van God,
degene die in de wereld komen zou.'
34 `Waar hebt u hem neergelegd?' vroeg Hij.
`Komt u maar kijken, Heer', zeiden ze.
35 Jezus begon te huilen,
36 zodat de Joden zeiden:
`Hij moet wel veel van hem gehouden hebben!'
37 Maar sommigen merkten op:
`Had Hij dan niet kunnen zorgen dat hij niet doodging?
Hij heeft toch ook de ogen van de blinde geopend?'
38 Er ging een huivering door Jezus heen toen Hij bij het graf kwam.
Het was een grot, die met een steen was afgesloten.
39 `Neem die steen weg', beval Hij.
Marta, de zuster van de gestorvene, zei:
`Maar Heer, de stank! Hij ligt er al vier dagen!'
40 Jezus antwoordde:
`Heb Ik je niet gezegd dat je de heerlijkheid van God zult zien
als je maar gelooft?'
41 Toen nam men de steen weg.
Jezus sloeg de ogen op en bad:
`Vader, Ik dank U dat U Mij aanhoord hebt.
42 Voor Mij stond het vast dat U Mij altijd aanhoort,
maar Ik spreek zo met het oog op al die mensen hier,
opdat ze mogen geloven dat U Mij gezonden hebt.'
43 Na dit gebed riep Hij met luide stem:
`Lazarus, kom naar buiten!'
44 En de dode kwam naar buiten,
zijn voeten en handen gebonden met zwachtels
en zijn gezicht in een doek gewikkeld.
`Maak hem los,' beval Jezus, `en laat hem gaan.'
45 Van de Joden die naar Maria toe waren gegaan
en gezien hadden wat Hij gedaan had,
gingen velen in Hem geloven.

Acclamatie


U komt de lof toe, U het gezang, U alle glorie.
O Vader, O Zoon, O Heilige Geest in alle eeuwen der eeuwen.


Inleiding op de biecht: gewetensonderzoek


Dit wonder van Lazarus kan ook aan ons gebeuren.
Die ongelooflijke dingen behoren niet alleen tot gisteren,
ze gebeuren ook vandaag.
Ze gebeuren niet alleen aan anderen,
ze kunnen ook aan ons gebeuren.
We willen proberen eerlijk naar onszelf te kijken.
Op zoek naar de stenen die onszelf verlammen.
Op zoek stenen die we naar anderen werpen
en bidden:’Heer, haal ze weg We hebben spijt!


Zo’n persoonlijke biecht kan een genademoment zijn
waarbij we, net Lazarus,
Gods goedheid en liefde concreet mogen ervaren


Want God wil ons met Pasen laten verrijzen tot nieuwe mensen.
In de biecht mogen we ervaren
hoe God ons al onze zonden vergeeft
en ons weer nieuw wil maken.
Want Hij laat ons nooit los.


Stenen leggen we op ons hart als we ons laten misleiden
door onze zucht naar nog meer nieuwe dingen, nieuwe spullen,
om meer en beter te zijn dan de anderen.


Stenen halen we neer als we de andere afbijten, toesnauwen.
Als we voor onze huisgenoten, vrienden, medewerkers,
vreemdelingen en anderen
weinig of geen respect betonen.



Stenen leggen we op elkaar als we kwaad spreken
over onze vrienden, onze thuis, de parochie;
als we mensen geen kansen geven,
wanneer ik altijd kritiek heb op de anderen.


Stenen gebruiken we in als we te ruw en te grof te zijn
in onze taal en daardoor anderen kwetsen.


Stenen vormen muren wanneer we de waarheid opzettelijk verzwijgen;
wanneer we liegen en bedriegen om er zelf beter uit te komen;


Stenen worden obstakels als we te gemakkelijk vriendschap,
liefde en tederheid, -het meest kostbare- misbruiken.


Stenen werpen we
als gemakshalve de zondagsmis verzuimen
en weinig of geen tijd vrijmaken voor het gebed.
Als we ons leven niet richten naar het Evangelie van Jezus


Stenen worden een hoop als we kwistig omgaan
met eten, drinken, genot
en geen aandacht besteden aan de mens in nood.
Als we vernietigend optreden en geen aandacht hebben
voor het wonder om ons heen.


Vormelingen

Als je voelt dat je vastroest
in ieder voor zichzelf
en verstrikt raakt
in een woestijn van hebben en houden,
durf dan de woestijn door:
Stap voor stap
de weg van mensen opnieuw gaan,
vragen stellen bij je doen en laten,

Vormelingen

Stil houden bij een vergeten bron
om je andere ik
en die andere mens
als tochtgenoot te treffen,
verder gaan, met mensen
en omwille van mensen,
weer mens worden aan elkaar.

Vormelingen

En zakt de moed in je schoenen,
haak dan toch niet af,
vrees niet,
want altijd
is de Heer met je.

Schuldbelijdenis


Bekennen wij voor God en voor elkaar
dat wij zondige mensen zijn,
dat wij vaak niet ingaan op wat God wil
Dat we stenen misbruiken in plaats van gebruiken.
Maar God is genadig,
Hij vergeeft ons en maakt ons vrij van alle kwaad.


God, Ik vraag U om vergeving,
voor alles waar ik tegen uw liefde inging
Ik sta voor u met wat ik kan, met mijn grenzen, met mijn stenen,
mijn lukken en mislukken.
Zie mijn goede wil en mijn spijt
Vergeef mij en neem mijn zonden van mij weg. Amen

Wij zoeken hier uw aangezicht,
God houdt uw oog op ons gericht: Kyrie eleison

Om alles wat U tegenspreekt,
een wereld waar uw Naam ontbreekt: Kyrie eleison

Uw Zoon heeft ons de weg gebaand.
Wij zullen vol vertrouwen gaan: Kyrie eleison



Wie het wenst krijg nu de kans
om persoonlijk aan God te bekennen wat onze fouten zijn.
Wie het wensen kunnen nu naar voren komen.
Het is een oud gebaar naar voren komen
en daarmee zeggen:
Heer, hier ben ik, aanvaard mij zoals ik ben
en vergeef mijn tekorten.

Wij buigen deemoedig het hoofd
en vragen om Gods erbarmen,
zijn hand op ons hoofd.
Wie wil, kan nu naar de priester gaan
voor het teken van de handoplegging.
God weet wat leeft in je hart,
je hoeft hiervoor niet veel woorden te gebruiken.

Wie wil kan op het kaartje dat je bij het binnenkomen kreeg
iets schrijven waarvan je spijt hebt
en God om vergeving wil vragen.
Je kan dit in het mandje vooraan leggen.
Straks worden al deze kaartjes verbrand als teken van Gods vergeving.


Heer, hier ben ik, aanvaard en vergeef mijn tekort
Heer ik was fout en wil het anders doen
Heer, ik heb gezondigd tegenover u en medemensen
en ik heb er spijt over

Mogen we wel vragen bij het naar voren komen
een afstand te bewaren achter de persoon
die bij de priester staat
zodat de nodige discretie bewaard blijft
bij de persoonlijke belijdenis van de biechteling

Tekst bij de verbranding van de kaartjes
als afsluiting van de biechtgelegenheid


Moge God zijn barmhartige hand houden
boven onze ontrouw aan zijn liefde,
Moge God die Bron is van leven, ons dragen
Moge Hij onze weg en horizon blijven
ook al zien we niet waarheen Hij ons leidt
Moge Hij zijn zegenende hand
waarin Hij onze namen heeft geschreven
steeds boven ons houden
om ons telkens weer te doen opstaan
en nieuw te worden om zijn liefde
door te geven aan zoveel anderen. Amen

Geloofsbelijdenis


Ik geloof, ik vertrouw en waag de sprong om te geloven
over twijfels heen weet ik heel diep van binnen,
weet ik zeker, dat Hij zoekt naar mij.
God blijft niet boven, ver weg van mij,
maar wil steeds weer iets nieuws beginnen, ...

Als een Vader ben Jij elke morgen
Schepper van de wereld die ik ken:
wat ik zie en wat ik niet zie,
waar en hoe en wie ik ben.


Als Jouw Woord dat mens werd, onze broeder:
Jezus die ons toonde wat Jij wil:
leven dwars door dood en onrecht
maakt een hemelsbreed verschil.

Als Jouw Geest die brandt en ons bijeenbrengt
Adem die ons voedt en inspireert,
die in ons droomt van Jouw schepping:
deze wereld omgekeerd.

Voorbeden



Bidden we voor de Kerk en voor de priesters;
dat zij mensen niet veroordelen en afwijzen
maar mild blijft voor het falen van mensen
en telkens opnieuw een kans geeft om te herbeginnen.
Laat ons zingend bidden

Barmhartige Heer, genadige God. Barmhartige Heer, genadige God.

Bidden we voor alle mensen
die anderen niet kunnen vergeven
of zelf niet om vergeving durven vragen,
dat ze iemand mogen ontmoeten
die hun hart opent voor Gods goedheid en vergeving.
Laat ons zingend bidden

Barmhartige Heer, genadige God. Barmhartige Heer, genadige God.

Bidden we voor alle christenen
dat ze zoals Jezus
met Gods ogen
naar onszelf en medemensen kijken
en mild zijn tegenover de kleine kanten van anderen.
Laat ons zingend bidden

Barmhartige Heer, genadige God. Barmhartige Heer, genadige God.

Priester

God, bron van eeuwig leven voor mensen,
we vertrouwen u deze gebeden toe
samen met alles wat leeft in ons hart
en wat anderen aan ons gebed toevertrouwden.
We geloven op Jezus’ woord
dat Gij onvoorwaardelijk en grenzeloos van ons houdt,
en ons kracht geeft om weer op te staan,
door Christus onze Heer, Amen

Offerande

Gebed over de gaven


Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen,
tot lof en eer van zijn Naam,
tot welzijn van ons en van heel zijn Heilige Kerk.

Gebed over de gaven


God, Vader van alle leven
Aanvaard dit brood en deze wijn,
die we met elkaar willen delen
in naam van Jezus die ons voorging
Zendt Uw Geest
Opdat wij zien met uw ogen
en onze handen openen
voor uw liefde en vergeving
en ook zelf mild en goed zijn voor anderen.
Dat vragen we u
voor vandaag en alle dagen van ons leven
tot in eeuwigheid. Amen

Prefatie


De Heer zal bij u zijn. De Heer zal u bewaren.
Verheft uw hart. Wij zijn met ons hart bij de Heer.
Brengen wij dank aan de Heer onze God.
Hij is onze dankbaarheid waardig.

Ja, het is passend en goed dat wij U dank zeggen,
God, menslievend en barmhartig als Gij zijt.
Gij laat nooit af ons op te roepen tot een leven vol geluk.

Gij zijt een God van tederheid en mededogen;
altijd staat Gij gereed om te vergeven
en al wie gezondigd heeft nodigt Gij telkens weer uit
zich te verlaten op uw barmhartigheid alleen.

Hoe dikwijls werd uw verbond door ons verbroken,
maar berusting kent Gij niet:
een nieuw verbond hebt Gij tot stand gebracht door Jezus,
uw Zoon, onze Heer.

Zo dicht hebt Gij de mensen naar U toegehaald
dat niets ons nog van U kan scheiden.
In deze tijd van verzoening en genade
geeft Gij uw volk gelegenheid in Christus te herademen
en zich tot U te keren,
om meer dan ooit uw Heilige Geest te volgen
en zo in dienst te staan van heel de mensheid.

Vol bewondering en dank om uw liefde die zoveel vermag,
om de vreugde der verlossing die Christus heeft gebracht,
zingen en belijden wij met ontelbaar velen in de hemel en op aarde:

Heilig


Laudate omnes gentes. Laudate Dominum.


Eucharistisch gebed


Wij danken U, God onze Vader, dat wij vrede kunnen vinden,
wij mensen met elkaar, liefde en verzoening, brood om met elkaar te delen,
kinderen die van haat niet weten,
altijd nieuwe hoop op een wereld vol geluk.

Dank aan U, God, dat wij durven vertrouwen op de mens,
op alle goeds dat in ons leeft.
Dank aan U voor de éne mens die wij met name mogen noemen:
Jezus Christus, die geheel van onze wereld is,
en geheel de uwe, Vader.
Hij heeft zichzelf, meer dan wie ook, gegeven voor uw koninkrijk,
vrede op aarde, een boodschap die nimmer verstomt.

Zachtmoedigheid was zijn kracht,
de minste van allen, zo ging Hij voorop.
Hij heeft ons geleerd te delen wat het leven biedt,
toen Hij op de avond voor zijn lijden en dood
het brood in zijn handen nam,

Acclamatie


Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker,
verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.

Redder van de wereld, bevrijd ons,
Gij die ons hebt verlost door uw kruis en verrijzenis.
Toen de Heer Jezus zijn werk van vrede in alles had volbracht
hebt Gij, Vader, Hem hoog verheven en Hem genoemd:
de mensenzoon, de eerste en de laatste,
de band die ons bijeen houdt, onze vrede.

Heer God, wij danken U voor deze mens.
Zend nu zijn geest in ons midden:
geloof in de toekomst, vertrouwen in de mens,
barmhartigheid en recht,
een Geest die niet verdeelt, maar samenbrengt.


Zo mogen wij worden een koninkrijk van vrede,
waar het goed is om te wonen,
waar vreugde en toekomst is voor iedereen
een wereld waar Gij, God, woont met de mensen,
een God met ons door de mens Jezus Christus.

Door Hem en met Hem en in Hem zal uw Naam geprezen zijn.
Heer onze God, almachtige Vader,
in de eenheid van de heilige Geest,
hier en nu en tot in eeuwigheid. Amen.

Onze Vader


Vredeswens


Gods vrede en alle goeds word je toegewenst,

Vredeslied


Ik wens je vrede van God,..........
ik wens je vrede, vrede, vrede van de Heer.

Hevenu Sjalom Aleichem,...........
Hevenu Sjalom, Sjalom, Sjalom Aleichem.

Communielied


Op weg naar het paasfeest tot over de dood,
geen geld en geen reistas, geen water en brood.
Hoe zullen wij komen waar wegen niet gaan,
hoe vinden wij richting uit onland vandaan?

Wij dalen het graf in en hebben geen vrees,
we gaan naar de dode die Jezus ons wees.
Wij roepen zijn naam en schreeuwen: jij, jij,
ga weg uit de doden en leef je weer vrij.

De liefde als wapen wordt hier wereldwijd
en gaat overheersen in ruimte en tijd.
En zo komt de schepping die God ooit begon
door Jezus in gloed staan, en Hij is de zon.

Bezinning



Twee vrienden liepen door de woestijn.
Op een bepaald moment kregen ze ruzie
en de ene vriend sloeg de ander in het gezicht.
Degene die geslagen werd was gekwetst,
maar zonder iets te zeggen schreef hij in het zand:
'VANDAAG SLOEG MIJN BESTE VRIEND MIJ IN HET GEZICHT.'
Zij liepen verder totdat zij een oase vonden,
waar zij besloten een bad te nemen.

Degene die was geslagen,
raakte vast in modder en dreigde te verdrinken,
maar de vriend redde hem. Nadat hij was bijgekomen,
schreef hij op een steen:
'VANDAAG REDDE MIJN BESTE VRIEND MIJN LEVEN.'

De vriend die had geslagen en zijn beste vriend had gered vroeg hem: 'Nadat ik je had geslagen, schreef je in het zand
en nu schrijf je op een steen, waarom? '
De andere vriend antwoordde:
'Als iemand ons pijn doet moeten we het in zand opschrijven
waar de wind van vergeving het kan uitwissen.
Maar als iemand iets goeds doet voor ons,
moeten we het in steen graveren,
waar geen wind het ooit kan uitwissen.


Slotgebed


God van levenden,
waar mensen vastgelopen zijn
roept Jezus op tot een nieuw begin:
"Sta op en kom naar buiten".
Wij bidden U:
Geef ons de kracht om geen stenen te misbruiken
maar wel om samen alles op te bouwen tot de wereld die gij droomt.
Dit vragen we U door Jezus, onze Broeder en Tochtgenoot. Amen.

Zending en Zegen


Jezus zegt tot zijn leerlingen "Ik ben de verrijzenis en het leven.
Wie in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven".
Dit woord van de Heer zendt ons om hoopvol te leven
en ook andere mensen tot leven te laten komen.

In het sacrament van de biecht mochten we
zijn liefde en barmhartigheid ontvangen
die van ons weer nieuwe mensen maakt.

Hij zendt ons van hieruit
Hiertoe wil Hij ons kracht geven
en zegenen als Vader, Zoon en heilige Geest. Amen.

Geen opmerkingen: