dinsdag 19 oktober 2010

Federale bezinning 19 oktober

STEM DIE ONS ROEPT

Openingslied ZJ 776

Stem die ons roept, Vader die draagt,
Rots van vertrouwen aan mensen gewaagd.
Herder die hoedt, niemand verloren,
ieder als beeld van uw liede herboren.

Woord van God is wat Hij doet:
Hij geeft leven in overvloed.


Mensen gegeven, getrouw aan elkaar,
verbonden voorgoed in dat oude gebaar:
brood om te worden, wijn om te delen,
wij dragen uw kracht om de wereld te helen.

Handen geopend voor iedere nood,
geloof zonder daden geleidt naar de dood.
Geloven is doen wat de woorden beleden,
geloven is werken voor recht en voor vrede.

Kruisteken en verwelkoming

In de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest.
Er is een Stem die ons roept, een Herder die ons hoedt, een kracht van Liefde die geneest en bevrijdt.
Vanavond willen wij waken en bidden
opdat wij die stem van de Vader zouden horen,
opdat de goede Geest zijn vuur in ons kan ontsteken.
Wij willen bidden dat de Blijde Boodschap,
ons vernieuwt en bezielt, en ons sterkt in onze roeping als gedoopten.
Wij willen God vragen dat Hij jonge mensen roept
tot dienst aan de wereld en aan de Kerk.
Ik nodig u uit om van harte mee te luisteren, te zingen en stil te worden :
laten wij ons hart open stellen voor de Heer en voor elkaar.


Psalm 33

Jubelt, gerechtigen,voor de Heer.
rechtschapenen past een lofzang.
Huldigt de Heer met citerspel
en speelt voor Hem op de harp.
Zingt voor de Heer een nieuw gezang,
begroet Hem met luid gejubel.
Oprecht is immers het woord van de Heer
en al wat Hij doet is betrouwbaar.
Recht en gerechtigheid heeft Hij lief,
de aarde is vol van zijn mildheid.
Het woord van de Heer heeft de hemel gemaakt,
de geest uit zijn mond schiep de hemelse machten.
Als in een waterzak bergt Hij de zee,
de stromen in regenbakken.
Heel de aarde vreze de Heer,
en al haar bewoners moeten Hem duchten.
Want Hij sprak een woord en alles ontstond,
Hij gaf bevel en het kwam te voorschijn.
Hij doet de plannen van de naties teniet,
verijdelt wat volken beramen.
Maar eeuwig van kracht is het plan van de Heer,
wat Hij beraamt, geldt voor alle geslachten.
Zalig het volk dat de Heer heeft als God,
het volk dat Hij koos als zijn erfdeel.
Hoog uit de hemel schouwt Hij omlaag,
Hij ziet ieder mensenkind voor zich.
Scherp ziet Hij toe van de plaats waar Hij woont
op alle bewoners der aarde.
Hij heeft de harten van allen gevormd,
Geen van hun daden ontgaat Hem.
Een koning wint niet door zijn legermacht,
een kampvechter niet door zijn spierkracht.
Waardeloos is ook een paard in de strijd,
zijn kracht zal de ruiter niet baten.
Het oog van de Heer rust op hen die Hem vrezen,
die rekenen op Zijn erbarming.
Dat Hij hen zal ontrukken aan de dood,
bij hongersnood hen zal voeden.

Wij stellen al onze hoop op de Heer,
Hij is onze hulp en ons schild.
Om Hem is ons hart met vreugde vervuld,
Zijn heilige Naam zal ons helpen.
Laat uw erbarmen, Heer, over ons dalen
zoals ons vertrouwen uitgaat naar U.
Eer aan de Vader, en de Zoon
en de H. Geest
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Psalm 23

Mijn herder is de Heer, het zal mij aan niets ontbreken.
Hij brengt mij in een oase van groen,
daar strek ik mij uit aan de rand van het water,
daar is het goed rusten.
Ik kom weer tot leven,
dan trekken wij verder, vertrouwde wegen,
Hij voor mij uit. Want God is zijn naam.

Mijn Herder zijt Gij, o mijn Heer, aan niets ontbreekt het mij;
ik vrees nu geen gevaren meer, Gij staat mij altijd bij.


Al moet ik het duister in van de dood,
ik ben niet angstig,
U bent toch bij mij, onder Uw hoede durf ik het aan.
Gij nodigt mij aan Uw eigen tafel,
en allen die tegen mij zijn moeten het aanzien :
dat Gij mij bedient,
dat Gij mij zalft, mijn huid en mijn haren,
dat Gij mijn beker vult tot de rand.

Mijn Herder zijt Gij, o mijn Heer, aan niets ontbreekt het mij;
ik vrees nu geen gevaren meer, Gij staat mij altijd bij.


Overal komen geluk en genade mij tegemoet , mijn leven lang.
En altijd kom ik terug in het huis van De Heer, tot in lengte van dagen.

Mijn Herder zijt Gij, o mijn Heer, aan niets ontbreekt het mij;
ik vrees nu geen gevaren meer, Gij staat mij altijd bij.


Schriftlezing
Jes. 43, 1-7

[1] Welnu, dit zegt de HEER,
die jou schiep, Jakob, die jou vormde, Israël:
Wees niet bang, want ik zal je vrijkopen,
ik heb je bij je naam geroepen, je bent van mij!
[2] Moet je door het water gaan – ik ben bij je;
of door rivieren – je wordt niet meegesleurd.
Moet je door het vuur gaan – het zal je niet verteren,
de vlammen zullen je niet verschroeien.
[3] Want ik, de HEER, ben je God,
de Heilige van Israël, je redder.
Voor jou geef ik Egypte als losgeld,
Nubië en Seba ruil ik in tegen jou.
[4] Jij bent zo kostbaar in mijn ogen,
zo waardevol, en ik houd zo veel van je
dat ik de mensheid geef in ruil voor jou,
ja alle volken om jou te behouden.
[5] Wees niet bang, want ik ben bij je.
Ik haal je nakomelingen uit het oosten terug,
uit het westen breng ik jullie bijeen.
[6] Tegen het noorden zeg ik: Geef hier!
Het zuiden gebied ik: Laat los!
Breng mijn zonen terug van verre,
mijn dochters van de einden der aarde,
[7] allen over wie mijn naam is uitgeroepen,
en die ik omwille van mijn majesteit
geschapen heb, gemaakt en gevormd.


STEM DIE ONS ROEPT
Openingslied ZJ 776

Stem die ons roept, Vader die draagt,
Rots van vertrouwen aan mensen gewaagd.
Herder die hoedt, niemand verloren,
ieder als beeld van uw liede herboren.

Woord van God is wat Hij doet:
Hij geeft leven in overvloed.

Mensen gegeven, getrouw aan elkaar,
verbonden voorgoed in dat oude gebaar:
brood om te worden, wijn om te delen,
wij dragen uw kracht om de wereld te helen.

Handen geopend voor iedere nood,
geloof zonder daden geleidt naar de dood.
Geloven is doen wat de woorden beleden,
geloven is werken voor recht en voor vrede.

Kruisteken en verwelkoming

In de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest.
Er is een Stem die ons roept, een Herder die ons hoedt, een kracht van Liefde die geneest en bevrijdt.
Vanavond willen wij waken en bidden
opdat wij die stem van de Vader zouden horen,
opdat de goede Geest zijn vuur in ons kan ontsteken.
Wij willen bidden dat de Blijde Boodschap,
ons vernieuwt en bezielt, en ons sterkt in onze roeping als gedoopten.
Wij willen God vragen dat Hij jonge mensen roept
tot dienst aan de wereld en aan de Kerk.
Ik nodig u uit om van harte mee te luisteren, te zingen en stil te worden :
laten wij ons hart open stellen voor de Heer en voor elkaar.


Psalm 33 ( gezongen op psalmtoon, afwisselend voor – en samenzang )

Jubelt, gerechtigen,voor de Heer.
rechtschapenen past een lofzang.
Huldigt de Heer met citerspel
en speelt voor Hem op de harp.
Zingt voor de Heer een nieuw gezang,
begroet Hem met luid gejubel.
Oprecht is immers het woord van de Heer
en al wat Hij doet is betrouwbaar.
Recht en gerechtigheid heeft Hij lief,
de aarde is vol van zijn mildheid.
Het woord van de Heer heeft de hemel gemaakt,
de geest uit zijn mond schiep de hemelse machten.
Als in een waterzak bergt Hij de zee,
de stromen in regenbakken.
Heel de aarde vreze de Heer,
en al haar bewoners moeten Hem duchten.
Want Hij sprak een woord en alles ontstond,
Hij gaf bevel en het kwam te voorschijn.
Hij doet de plannen van de naties teniet,
verijdelt wat volken beramen.
Maar eeuwig van kracht is het plan van de Heer,
wat Hij beraamt, geldt voor alle geslachten.
Zalig het volk dat de Heer heeft als God,
het volk dat Hij koos als zijn erfdeel.
Hoog uit de hemel schouwt Hij omlaag,
Hij ziet ieder mensenkind voor zich.
Scherp ziet Hij toe van de plaats waar Hij woont
op alle bewoners der aarde.
Hij heeft de harten van allen gevormd,
Geen van hun daden ontgaat Hem.
Een koning wint niet door zijn legermacht,
een kampvechter niet door zijn spierkracht.
Waardeloos is ook een paard in de strijd,
zijn kracht zal de ruiter niet baten.
Het oog van de Heer rust op hen die Hem vrezen,
die rekenen op Zijn erbarming.
Dat Hij hen zal ontrukken aan de dood,
bij hongersnood hen zal voeden.

Wij stellen al onze hoop op de Heer,
Hij is onze hulp en ons schild.
Om Hem is ons hart met vreugde vervuld,
Zijn heilige Naam zal ons helpen.
Laat uw erbarmen, Heer, over ons dalen
zoals ons vertrouwen uitgaat naar U.
Eer aan de Vader, en de Zoon
en de H. Geest
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Psalm 23

Mijn herder is de Heer, het zal mij aan niets ontbreken.
Hij brengt mij in een oase van groen,
daar strek ik mij uit aan de rand van het water,
daar is het goed rusten.
Ik kom weer tot leven,
dan trekken wij verder, vertrouwde wegen,
Hij voor mij uit. Want God is zijn naam.

Mijn Herder zijt Gij, o mijn Heer, aan niets ontbreekt het mij;
ik vrees nu geen gevaren meer, Gij staat mij altijd bij.

Al moet ik het duister in van de dood,
ik ben niet angstig,
U bent toch bij mij, onder Uw hoede durf ik het aan.
Gij nodigt mij aan Uw eigen tafel,
en allen die tegen mij zijn moeten het aanzien :
dat Gij mij bedient,
dat Gij mij zalft, mijn huid en mijn haren,
dat Gij mijn beker vult tot de rand.

Mijn Herder zijt Gij, o mijn Heer, aan niets ontbreekt het mij;
ik vrees nu geen gevaren meer, Gij staat mij altijd bij.

Overal komen geluk en genade mij tegemoet , mijn leven lang.
En altijd kom ik terug in het huis van De Heer, tot in lengte van dagen.

Mijn Herder zijt Gij, o mijn Heer, aan niets ontbreekt het mij;
ik vrees nu geen gevaren meer, Gij staat mij altijd bij.

Schriftlezing

Jes. 43, 1-7

[1] Welnu, dit zegt de HEER,
die jou schiep, Jakob, die jou vormde, Israël:
Wees niet bang, want ik zal je vrijkopen,
ik heb je bij je naam geroepen, je bent van mij!
[2] Moet je door het water gaan – ik ben bij je;
of door rivieren – je wordt niet meegesleurd.
Moet je door het vuur gaan – het zal je niet verteren,
de vlammen zullen je niet verschroeien.
[3] Want ik, de HEER, ben je God,
de Heilige van Israël, je redder.
Voor jou geef ik Egypte als losgeld,
Nubië en Seba ruil ik in tegen jou.
[4] Jij bent zo kostbaar in mijn ogen,
zo waardevol, en ik houd zo veel van je
dat ik de mensheid geef in ruil voor jou,
ja alle volken om jou te behouden.
[5] Wees niet bang, want ik ben bij je.
Ik haal je nakomelingen uit het oosten terug,
uit het westen breng ik jullie bijeen.
[6] Tegen het noorden zeg ik: Geef hier!
Het zuiden gebied ik: Laat los!
Breng mijn zonen terug van verre,
mijn dochters van de einden der aarde,
[7] allen over wie mijn naam is uitgeroepen,
en die ik omwille van mijn majesteit
geschapen heb, gemaakt en gevormd.


Lied

Heer, onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig
en hoe onzegbaar ons nabij,
Gij zijt gestadig met ons bezig,
onder uw vleugels rusten wij.

Gij zijt niet ver van wie U aanbidden,
niet hoog en breed van ons vandaan...
Gij zijt zo mens'lijk in ons midden,
dat Gij dit lied wel zult verstaan.

Gij zijt onzichtbaar voor onze ogen
en niemand heeft U ooit gezien.
Maar wij vermoeden en geloven
dat Gij ons draagt, dat Gij ons dient.

Gij zijt in alles diep verscholen,
in al wat leeft en zich ontvouwt.
Maar in de mensen wilt Gij wonen,
met hart en ziel aan ons getrouwd.

Heer, onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig
waar ook ter wereld mensen zijn.
Blijf zo genadig met ons bezig,
tot wij in U volkomen zijn.

Lezing uit de bronnen van Taizé pp 49-50

De mens werd niet geschapen om te wanhopen.
Als vertrouwen van het hart
aan het begin van alles stond,
wie zou dan nog kunnen zeggen :
“Wat doe ik hier op aarde?”
Om overal op aarde, in oost en west, in noord en zuid,
vertrouwen te laten groeien,
is jouw leven nodig en dat van vele anderen.
Als je verteerd werd door de hartstocht voor vergeving,
zou je een vonk van gemeenschap ontsteken
tot in de nacht van de volken.

Je hebt de ervaring van een heel leven niet nodig om te beginnen.
Vergeet niet dat in de moeilijkste tijden
vaak een klein aantal vrouwen, mannen, jongeren en zelfs kinderen,
overal op aarde, in staat waren
de loop van sommige historische ontwikkelingen te keren.
In gemeenschap met Jezus Christus bleven zij hopen en bidden,
of een leven van aanbidding leiden.
Zij waren een onzichtbaar zuurdesem van verzoening
onder gelovigen en niet-gelovigen.
Ook tegenwoordig zijn er mensen die alles in zich hebben
om vastgelopen situaties om te vormen.
De tijd van vertrouwen, of zelfs van argwaan,
laten zij achter zich;
zij hebben alles in zich
om een periode van vertrouwen en verzoening
in het leven te roepen.
In hun verlangen verdeeldheid te genezen,
staan zij onder de mensen op
als tekens van het onvermoede.
Je kunt ze herkennen.
Zij werden gesmeed in uren van onbegrijpelijke beproevingen.
Zij houden vol, ondanks alles,
ook als alles onbeweeglijk blijft.
Door het leven te geven,
laten zij zien dat de mens niet geschapen werd
om te wanhopen.

Korte Stilte

Acclamatie


Alleluia, Alleluia, Alleluia, Alleluia,
Alleluia, Alleluia, A-Alleluia!

Evangelie
Joh. 10, 1-10

‘Waarachtig, ik verzeker u: wie de schaapskooi niet binnengaat door de deur maar ergens anders naar binnen klimt, is een dief of een rover.
Wie door de deur naar binnen gaat, is de herder van de schapen.
Voor hem doet de bewaker open. De schapen luisteren naar zijn stem, hij roept zijn eigen schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten.
Wanneer hij al zijn schapen naar buiten gebracht heeft, loopt hij voor ze uit en de schapen volgen hem omdat ze zijn stem kennen.
Iemand anders volgen ze niet, ze lopen juist van hem weg omdat ze de stem van een vreemde niet kennen.’
Jezus vertelde hun deze gelijkenis, maar ze begrepen niet wat hij bedoelde.
Hij ging verder: ‘Waarachtig, ik verzeker u: ik ben de deur voor de schapen. Wie vóór mij kwamen waren allemaal dieven en rovers, maar de schapen hebben niet naar hen geluisterd.
Ik ben de deur: wanneer iemand door mij binnenkomt zal hij gered worden; hij zal in en uit lopen, en hij zal weidegrond vinden.
Een dief komt alleen om te roven, te slachten en te vernietigen, maar ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid.

Acclamatie

Alleluia, Alleluia, Alleluia, Alleluia,
Alleluia, Alleluia, A-Alleluia!
Woord van God tot ieder gesproken
dat wij samen zingend verstaan:
’t Woord van God tot ieder gesproken. Alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia, Alleluia, Alleluia, Alleluia, A-Alleluia!

Inleiding stil gebed

Veni Sancti Spiritus...

Voorbeden

Bidden wij, verbonden met Jezus, onze Goede Herder,
en vragen wij om mensen die ingaan op Gods roepstem.

Heer, schenk ons mannen en vrouwen
die hun verantwoordelijkheid als gedoopten opnemen
en zich inschakelen in de zending van Uw kerk.

Veni Sancti Spiritus...

Heer, schenk ons nieuwe priesters die Uw volk leiden en bemoedigen.
Heer, schenk ons nieuwe religieuzen
die op een profetische manier getuigen
dat Uw koninkrijk reeds doorbreekt op aarde.

Veni Sancti Spiritus...

Heer, schenk ons gehuwden
die door hun liefde en zorg voor elkaar
het beeld worden van Uw trouw aan de mensen.

Veni Sancti Spiritus...

Heer, schenk ons moedige diakens die door hun onbaatzuchtige inzet voor de armen Uw kerk tot een teken van hoop maken.
Heer, schenk ons catechisten en verkondigers die het vuur van de Geest weten aan te wakkeren in mensen die op zoek zijn naar zin en vervulling.

Veni Sancti Spiritus...

Heer, schenk ons pastorale werkers en werksters die geduldig meewerken aan de opbouw van open en gastvrije geloofskernen.

Veni Sancti Spiritus...

Heer onze God,
laat overal ter wereld het vuur van uw liefde oplaaien,
opdat er vrede en verzoening komt,
rechtvaardigheid en vreugde,
in het koninkrijk dat Gij hebt gesticht,
in Jezus Christus, onze Heer en Herder. Amen.

Geloofsbelijdenis

In de paaswake hebben wij onze doopbeloften hernieuwd.
We hebben beloofd om ons,
met de kracht van Gods Geest,
te verzetten tegen kwaad en onrecht,
en God en onze naaste te dienen.
Het doopwater herinnert aan onze beloften en aan die van God :
Hij zal met ons meegaan, Hij schenkt ons Zijn kracht.
Laten we nu ons geloof uitzingen.

Terwijl we zingen komen we naar voor
en leggen onze hand op het Evangelie
en steken onze vingers in het doopwater
om een kruisteken te maken.
Zo drukken wij uit,
dat wij als gedoopten ons geroepen weten
om de Blijde Boodschap uit te dragen
in de wereld rondom ons.

Ik geloof, ik vertrouw en waag de sprong om te geloven
over twijfels heen weet ik heel diep van binnen,
weet ik zeker, dat Hij zoekt naar mij.
God blijft niet boven, ver weg van mij,
maar wil steeds weer iets nieuws beginnen, ...


Als een Vader ben Jij elke morgen
Schepper van de wereld die ik ken:
wat ik zie en wat ik niet zie,
waar en hoe en wie ik ben.


Als Jouw Woord dat mens werd, onze broeder:
Jezus die ons toonde wat Jij wil:
leven dwars door dood en onrecht
maakt een hemelsbreed verschil.

Als Jouw Geest die brandt en ons bijeenbrengt
Adem die ons voedt en inspireert,
die in ons droomt van Jouw schepping:
deze wereld omgekeerd.

Laten wij als slot het onze Vader bidden, alsook een Wees Gegroet .

Zegen en zending

Moge de Heer ons zegenen
Gaan wij dan hier vandaan in vreugde
en mogen wij die vreugde uitstralen waar wij ook komen.
Hartelijk dank voor jullie biddende aanwezigheid!

Geen opmerkingen: