Heer, ga met ons mee op weg.
‘t Kan in de morgen van ons leven zijn:
als alles zonnig schijnt
en wij een toekomst zien waarin wij bouwen aan geluk
en willen leven naar de weg die Gij getekend hebt.
Het kan ook op de middag zijn:
als alles om ons heen zo woelig is
en wij wel duizend dingen doen voor U,
voor onze medemensen, maar ook een beetje voor onszelf.
Het kan ook in de avond zijn:
als heel ons leven in een verre vlakte ligt,
heel even nog beschenen door een rijpe zon
met hier en daar een vale vlek,
een schaduw, die men schuchter schuwt.
Heer, blijf bij ons en kom met ons aan tafel
en doe het nog eens voor: hoe Gij voor ons het brood breekt
dan kunnen wij, als Gij verdwijnt uit onze verbaasde ogen,
op deze plaats misschien een broer of zuster zien.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten