woensdag 25 maart 2015

Witte Donderdag

Gedachtenis van het Laatste Avondmaal
Witte Donderdag 2015



Intredezang


Wij gaven and’re namen
aan wie met ons te zamen ten dis ontboden zijn;
Toch zijn wij tochtgenoten:
hartsvrienden en genoden op ’t feest van brood en wijn.

Gij zijt voor alle mensen, voorbij een muur en grenzen,
gestorven op het kruis:
O, roep uit alle dalen, uit alle stammen, talen,
uw kind’ren weer naar huis.

Openingswoord

Laten wij bij het begin van deze speciale eucharistie een teken maken
dat verwijst naar Jezus.

Wij zijn hier samen in de naam
van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen.

Wij vieren Witte Donderdag,
De eerste van de drie dagen van het leven ;
Dagen waarin niet de dood,
Maar het leven in het middelpunt staat.

Witte Donderdag,
Omdat we het feest gaan vieren van brood en beker.


Jullie zijn allemaal heel hartelijk welkom

Vanavond zijn we samen
om een heel belangrijk gebeuren te herdenken.
Het lijkt een doordeweekse avond.
Buiten deze kerk gaat het leven zijn gang.
Maar wij, als kleine groep,
zijn van thuis weggegaan om hier iets te laten gebeuren.
Iets dat heel lang geleden het leven van mensen,
en zelfs de geschiedenis een andere wending heeft gegeven.

Om dat speciale karakter van onze samenkomst in de verf te zetten,
hebben wij ook de inrichting van onze kerk een beetje aangepast.
We willen samen aanzitten aan de tafel van de Heer.
In kleine elementen willen wij zichtbaar en tastbaar maken
dat Hij bij ons is.


Het feest van Pasen en het feest dat wij vanavond vieren
gaat terug op een heel oud Joods feest.
Het feest van het voorbijgaan.

Joden herinneren zich hun bevrijding uit het slavenhuis Egypte.
Wij christenen willen daar wel eens al te snel aan voorbij gaan.
Hun bevrijding is ook onze bevrijding.


Jezus stuurde Petrus en Johannes er op uit met de opdracht:
'Ga ons paasmaal voorbereiden'.
'Waar wil je dat we het voorbereiden?' vroegen ze hem.
Hij zei hun:
'Meteen als je de stad inkomt,
treffen jullie een man die een kruik water draagt;
volg hem naar het huis waar hij binnengaat
en zeg tegen de heer van het huis:
De meester laat u vragen,
waar is het vertrek waar ik met mijn leerlingen het paasmaal kan houden? Hij wijst je dan een ruime bovenzaal,
die al is ingericht; maak het daar klaar.'
Ze vertrokken, en troffen het zo aan als hij hun gezegd had,
en ze maakten het paasmaal klaar.


Witte Donderdag, is ook leerlingen
samen aan tafel met hun meester.
Er hangt echter iets in de lucht:
iets van vreugde en toch ook iets onheilspellends.
Jezus breekt het brood met de gekende woorden erbij:

"Doe dit tot mijn gedachtenis”.

Daarom zijn we dus hier,
en is Witte Donderdag geen dag als al de andere.

Wij hopen dat men van ons, christenen, zegt:
zie hoe ze elkaar liefhebben,
zie hoe ze elkaar dienen, eerbiedigen en dragen net als Jezus.

Voorbereiding van de tafel


Ik moet een grote tafel dekken.
Het moet een grote tafel zijn om daarmee duidelijk te maken
dat iedereen welkom is.
Je kunt pas samen aan één tafel gaan
als er onderling op de een of andere manier een band is.
Tussen Jezus en zijn vrienden was er een band
van vriendschap en liefde.

Er worden enkele kaarsen aangebracht

We zetten brandende kaarsen op tafel. Een herinnering aan het Licht dat Jezus is voor de wereld.
Bloemstukjes worden aangebracht



Bloemen...
we zien ze bij heel blijde gebeurtenissen:
Maar we zien bloemen ook in heel andere situaties:
Bloemen horen bij ons leven.
En nu ook bloemen in deze viering...
eigenlijk in een dubbele situatie:
blij en dankbaar omdat Jezus
ons de herinnering aan zijn maaltijd heeft nagelaten
maar ook bedroefd omdat hij afscheid gaat nemen van zijn vrienden.

Schuldbelijdenis

Nu de tafel klaar is voor het feest met Jezus
willen wij bij het begin van deze dienst
ons hart klaarmaken en om vergeving bidden.



Het is tijd om God om vergeving te vragen
voor de keren dat we enkel aan onszelf dachten
dat we ons niet lieten raken door Gods liefde
en geen aandacht hadden voor medemensen
in onze omgeving, in onze samenleving en wereldwijd.
Laten we zingen terwijl we vragen om Gods goedheid en ontferming

Heer ontferm u, Christus ontferm u, Heer ontferm u.
Gloria

Gloria


Laudate omnes gentes Laudate Dominum.
Laudate omnes gentes Laudate Dominum.


Openingsgebed


God, wij gedenken vandaag het Laatste Avondmaal van Jezus.
Uw Zoon heeft met zijn vrienden het paasmaal gevierd.
Hij deelde het brood en de wijn.
Zo toonde Hij dat Hij zijn leven gaf voor de mensen.
Laat ons uit dit sacrament van de eucharistie
de kracht putten om lief te hebben zonder grenzen
en om te geloven in de verrijzenis en het eeuwig leven.
Door Christus, uw Zoon en onze Heer.

Lezing Ex. 12,1-8.11-14


Tijdens het paastriduüm brengen
we ook het Joodse paasfeest in herinnering
en we beluisteren het verhaal over de Joden in Egypte.
De Israëlieten smeerden het bloed van het paaslam
aan de deurstijlen, zodat zij niet getroffen zouden worden
en hun eerstgeborenen zouden blijven leven.
Het paaslam wordt dus gebroken en geslacht
om het ‘kwade’ te vernietigen
en nieuw leven mogelijk te maken.
Ook Jezus werd als een paaslam geslacht.
Hij werd ter dood gebracht,
maar ook zijn dood leidde tot ‘verrijzenis’ en ‘nieuw leven’.



De HEER zei tegen Mozes en Aäron, nog in Egypte:
‘Voortaan moet deze maand bij jullie de eerste maand van het jaar zijn.
Zeg tegen de hele gemeenschap van Israël:
“Op de tiende van deze maand moet elke familie
een lam of een bokje uitkiezen, elk gezin één.

Houd dat apart tot de veertiende van deze maand;
die dag moet de voltallige gemeenschap van Israël
de dieren in de avondschemer slachten.


Het bloed moeten jullie bij elk huis waarin een dier gegeten wordt,
aan de beide deurposten en aan de bovendorpel strijken.

Zo moeten jullie het eten:
met je gordel om, je sandalen aan en je staf in de hand,
in grote haast.
Dit is een maaltijd ter ere van de HEER, het pesachmaal.

Ik zal die nacht rondgaan door Egypte,
en ik zal daar alle eerstgeborenen doden,
zowel van de mensen als van het vee,
en ik zal alle Egyptische goden van hun voetstuk stoten,
want ik ben de HEER.
Maar jullie zal ik voorbijgaan:
aan het bloed zal ik jullie huizen herkennen,
en door dat merkteken
zal de dodelijke plaag waarmee ik Egypte straf, jullie niet treffen.

Die dag moet voortaan een gedenkdag zijn,
die je moet vieren als een feest ter ere van de HEER.
Dit voorschrift blijft voor altijd van kracht,
alle komende generaties moeten die dag vieren.

Woord van God Wij danken God.

Tussenzang

Barmhartige Heer, genadige God.
Barmhartige Heer, genadige God.

Ja, wat de hemel is voor de aarde, dat is zijn liefde voor hen die geloven.

Zover als het oosten van het westen vandaan is,
zover van ons werpt Hij al onze zonden.

Hij kent ons toch. Hij is niet vergeten
dat wij gemaakt zijn uit het stof van de aarde.

Mensen, hun dagen zijn als het gras,
zij bloeien als bloemen in het open veld.
Dan waait de wind en zij zijn verdwenen.

Maar duren zal de liefde van God
voor allen die zijn verbond bewaren,
zijn woord behartigen en het volbrengen.²

Evangelielezing: Joh. 13,1-15

Priester

Het was kort voor het pesachfeest.
Jezus wist dat zijn tijd gekomen was
en dat hij uit de wereld terug zou keren naar de Vader.
Hij had de mensen die hem in de wereld toebehoorden lief,
en zijn liefde voor hen zou tot het uiterste gaan.
Jezus en zijn leerlingen hielden een maaltijd.

De duivel had intussen Judas,
de zoon van Simon Iskariot,
ertoe aangezet Jezus te verraden

Jezus, die wist dat de Vader hem alle macht had gegeven,
dat hij van God was gekomen
en weer naar God terug zou gaan,
stond tijdens de maaltijd op.
Hij legde zijn bovenkleed af,
sloeg een linnen doek om en goot water in een waskom.

Hij begon de voeten van zijn leerlingen te wassen
en droogde ze af met de doek die hij omgeslagen had

Toen hij bij Simon Petrus kwam, zei deze:
‘U wilt toch niet mijn voeten wassen, Heer?’
Jezus antwoordde:
‘Wat ik doe, begrijp je nu nog niet,
maar later zul je het wel begrijpen.’
‘O nee,’ zei Petrus, ‘míjn voeten zult u niet wassen, nooit!’

Maar toen Jezus zei:
‘Als ik ze niet mag wassen, kun je niet bij mij horen,’

antwoordde hij:
‘Heer, dan niet alleen mijn voeten,
maar ook mijn handen en mijn hoofd!’

Toen hij hun voeten gewassen had,
deed hij zijn bovenkleed aan en ging weer naar zijn plaats.
‘Begrijpen jullie wat ik gedaan heb?’ vroeg hij.
‘Jullie zeggen altijd “meester” en “Heer” tegen mij,
en terecht, want dat ben ik ook.

Als ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb,
moet je ook elkaars voeten wassen.
Ik heb een voorbeeld gegeven;
wat ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen.

Acclamatie

Leite mich, leite mich, leite mich, leite mich
Leite mich in deiner Wahrheit.

Onderricht me, leid mij in uw waarheid.



Wat we hier hoorden in het Evangelie is niet zo extreem vreemd.
Wanneer bezoekers aankomen na een lange reis,
dan past het dat ze zich kunnen verfrissen.
In een land als Palestina hoort het erbij
dat je het stof van je voeten wast.
Je kan je wel indenken wat het geweest is.
Open sandalen en stoffige wegen.
En dan moet je aan tafel gaan aanliggen.

Het was dan het gebruik dat de minste in het huis
dit werkje mocht opknappen.
Maar er is meer.


Elke joodse maaltijd begon met het ritueel wassen.
Het is een vorm van hygiëne,
maar ook een vorm van geestelijke reinheid,
dus meer dan alleen maar netheid.

De tijd die je stopt in het wassen van de voeten
dient eigenlijk om je helemaal te zuiveren.

Om klaar te zijn voor wat komt.

Om dankbaar te zijn voor de spijzen op tafel.

Naar het voorbeeld van Jezus willen wij deze avond voeten wassen.
We hebben 12 mensen uitgenodigd om de voeten te wassen.
We willen ze uitnodigen om rond de tafel plaats te nemen.

Voetwassing van de 12 mensen

Zachte orgelmuziek

Voorbeden


Op de avond van zijn lijden heeft Jezus
gebeden voor zijn leerlingen en voor allen die Hem toebehoren.
Deze avond willen wij onze beden aansluiten bij zijn gebed.



Bidden we voor alle priesters
wiens feestdag het vandaag is
dat zij met vreugde en dankbaarheid God dienen
Dan zal God hier in ons midden zijn.
Laten wij zingend bidden

O Jesu Christe O in te confido

Bidden we voor allen die verantwoordelijkheid dragen in de samenleving:
dat zij zich inzetten opdat er dagelijks brood is
voor alle mensen op deze aarde.
Dan zal God hier in ons midden zijn.
Laat ons zingend bidden:

O Jesu Christe O in te confido

Bidden we dat we brood mogen zijn voor elkaar,
elkaar helpen en ondersteunen.
Dat we ons brood breken wereldwijd
met allen die hunkeren naar liefde.
Dan zal God hier in ons midden zijn.
Laat ons zingend bidden.

O Jesu Christe O in te confido

Bidden we dat we bekers van vriendschap zijn voor elkaar,
elkaar dragen, verdragen en verder dragen.
Dat we feestwijn worden wereldwijd voor allen die lijden.
Dan zal God hier in ons midden zijn.
Laat ons zingend bidden.

O Jesu Christe O in te confido

Bidden we dat we licht van Gods’ licht zijn voor elkaar.
Dat wij nacht en duisternis verdrijven,
hoop en uitzicht brengen, wereldwijd.
Dan zal God hier in ons midden zijn.
Laten wij zingend bidden.

O Jesu Christe O in te confido

Dat we bidden voor allen
die regelmatig deelnemen aan de eucharistie
voor zij die in de paastijd hun „eerste communie‟ doen:
Wij bidden ook voor allen die zich voorbereiden op het vormsel:
dat de Geest van Christus hen mag „vormen‟
Dan zal God hier in ons midden zijn.
Laat ons zingend bidden

O Jesu Christe O in te confido


Priester

Heer onze God, gebroken en gedeeld
laat Jezus zien wie Hij in wezen is.
Geef dat wij elkaar tot voorbeeld zijn in dienstbaarheid.
Dit vragen wij U door Jezus onze Heer. Amen.

Offerande

Offerandelied


Het brood, het goede brood, dat redt ons van de dood
en houdt ons in het leven, het is van God gegeven.

Het brood dat God ons gaf, dat groeit van boven af,
het is uit hemels koren, het is uit God geboren.

Het dauwt in de woestijn, het moet wel manna zijn,
Christus wordt ingehuldigd, het brood vermenigvuldigd.

De ganse aarde is zijn koninklijke dis,
De kleinen en de groten, elkanders huisgenoten.

Dit is Jeruzalem; een eeuwig Bethlehem,
een huis van brood en zegen, God is ons toegenegen!

En wat er overschoot van dit verdeelde brood
voor ons bestaan gestorven, dat vulde zeven korven.

O Brood, o hemels Brood, Gij redt ons van de dood
met menigvuldig leven, de dagen alle zeven.

Gebed over de gaven

Heer onze God,
brood en wijn, gebroken en gedeeld:
teken dat Jezus uur gekomen is.
Geef dat zelfvergetelheid van uw Zoon
onder ons levend blijft.
Dit vragen wij U door Jezus onze Heer.
Amen

Prefatie

De Heer zal bij u zijn.
De Heer zal u bewaren
Verheft uw hart.
Wij zijn met ons hart bij de Heer.
Brengen wij dank aan de Heer, onze God.
Hij is onze dankbaarheid waardig.

Heilige Vader,
Gij zijt vol liefde en eeuwig duurt uw trouw.
U zullen wij altijd en overal loven
met een dankbaar hart .

Wij danken U voor het grote teken dat Jezus,
Uw Zoon ons gegeven heeft op die avond:
Zijn Lichaam en Zijn Bloed.
En door de voetwassing heeft Hij ons getoond hoe wij
U moeten navolgen, in dienstbaarheid.

Daarom willen wij U vandaag heel speciaal hulde brengen
met allen die in U geloven,
en zolang wij Uw lof kunnen bezingen, doen we dat wij vol vreugde:

Heilig

Heilig, heilig, heilig ,de Heer. De God van alle leven,die aarde vol van hemel maakt: Hij is het hart van ons bestaan
Heilig, heilig onze God alleen en niet de goden van de wereld,en niet bezit of macht of eigenbaat: Heilig is onze God alleen.
Heilig, Heilig, heilig de Heer. Gezegend die komt in zijn Naam:de mens die recht en vrede doet: Hosanna, Gods wil is welgedaan

Laten we allen rechtstaan.


Eucharistisch gebed

Priester

Genade, vrede iedereen! De Geest des Heren om u heen.
Neem plaats en zet u in de kring, doet mee tot zijn herinnering.

Mannen

Wij vieren hier wat nog niet is: verzoening en verrijzenis;
dat wij tot rust gekomen zijn verlost van doodsangst en van pijn.

Vrouwen

Wij roepen in herinnering de mens die onze wegen ging,
maar niet de weg van man en macht,
alleen de liefde was Zijn kracht

Allen

De mens die weerloos als een kind
de machtelozen heeft bemind;
die door de armsten werd vertrouwd,
op hen had Hij zijn hoop gebouwd.
Priester

Hij zei: wie leeft uit zelfbelang,
sterft voor zijn tijd, die leeft niet lang.
Maar wie steeds van het zijne geeft
zal zien dat hij het leven heeft.

Mannen

Zo heeft hij zelf ons voorgedaan,
is tot de dood ons voorgedaan;
is niet gevlucht uit eigenbaat
en koos de dood als hoogste daad.

Instellingswoorden


Priester

Gestorven gaat die mens ons voor
en leeft in onze wereld door.
Hij moet het winnen mettertijd,
zijn geest leeft tot in eeuwigheid

Vrouwen

In alwat klein en nietig leeft,
in alwat nauw’lijks adem heeft,
kijkt hij ons aan en zegt: ik ben
de broer der armen, een van hen.

Mannen

Laat ons nu bidden tot zijn Heer,
de Vader, Hem zij lof en eer:
laat komen hier die stad, uw rijk,
wij allen even arm en rijk.

Allen

Dat wij verdelen alle brood
en leren scheppen uit de nood,
tot alle kwaad verdwenen is,
herschapen tot verrijzenis.

Onzevader

Vredeswens


Waar vriendschap is, vrede en liefde, daar is God.
Geven we elkaar dan ook een teken van vrede en vriendschap,
Om elkaar te houden aan ons voorbeeld :
Jezus Christus, onze Broeder en Heer.

De vrede des Heren zij altijd met U.


Vredeslied


Vrede voor jou

Uitnodiging tot de communie


Wees welkom aan Jezus‟ tafel:
dat zijn maaltijd ons moge sterken
om te groeien in geloof en gemeenschap
met Hem en met de gehele kerk.
Zie het Lam Gods dat wegneemt … .

Communie

Communiezang


Ich will den Herrn loben allezeit, allezeit
Sein Lob soll immerdar in meinen Munde sein, in meinem Munde sein,
Sein Lob, sein Lob soll immerdar in meinen Munde sein,
in meinem Munde sein

Even bezinnen



Ik heb mijn Zoon naar de wereld gezonden
om jullie een voorbeeld te geven van tedere dienstbaarheid
– zegt God.

Als Hij het brood breekt en de beker met wijn ronddeelt,
als teken van zijn gegeven leven,
dan is dat een uitnodiging om net hetzelfde te doen
en je leven te geven
in dienst van de vreugde en van het geluk van anderen.

Als Hij de voeten wast van zijn leerlingen,
die zijn vrienden waren geworden,
dan is dat een uitdaging
om ook je eigen handen vuil te maken
en dienend lief te hebben.


Gebed na de communie

God, onze Vader,
aan de maaltijd van uw Zoon
hebt U ons nieuwe kracht geschonken voor dit leven.
Wij bidden U:geef ons eens het goddelijk leven in overvloed.
Door Christus onze Heer.

Het overbrengen van het Allerheiligste

Slotlied


Gedenken wij dankbaar de daden des Heren,
zijn leven, zijn dood en zijn verrijzenis,
en dat wij oprecht tot Jezus ons bekeren,
die onze God en leidsman ten leven is.

Hoe hadden wij onze bestemming vernomen,
was Jezus de weg niet ten eind' gegaan?
Wie zouden wij zijn, als Hij niet was gekomen
om in zijn lichaam onze dood te doorstaan.

Hoe zouden wij ooit voor elkaar kunnen leven,
had Hij ons de liefde niet voorgeleefd,
die tot de dood zich prijs heeft willen geven,
die Zoon van God, ons aller knecht is geweest.

Gij, Eerste der mensen, die weerloos en eenzaam
als graan in de aarde gestorven zijt,
Gij wordt ons brood, maak ons met U gemeenzaam,
van harte maak tot wederdienst ons bereid.


Aanbidding

Toen het brood gedeeld was,
gingen de leerlingen met Jezus naar de Hof van Olijven.
Jezus ging bidden en Hij vroeg om te waken en te bidden.
Ze zijn in slaap gevallen,
tot de derde keer toe.

Wij willen het weer stil maken;
we willen vanavond waken en bidden met Jezus,
we willen waken en bidden bij het lijden
in de wereld en in ons eigen leven,
we willen waken en bidden
omdat we weten dat God naar ons luistert
want Zijn liefde is groter dan we kunnen vermoeden.


De klokken zwijgen.
Het is stil geworden.
Doodstil.
Goede Vrijdag komt dichterbij.
We weten wat er toen met Jezus is gebeurd.

Na het samenzijn gaat Jezus met zijn vrienden naar de Olijfberg.
We willen meetrekken met Jezus,
naar de stilte van het rustaltaar.
Dit doen we als eerbetuiging maar ook als blijk van engagement.

In de Hof van Olijven willen we proberen te waken en te bidden.
We willen wakker zijn voor de noden van deze tijd
maar tegelijkertijd ook voor de aanwezigheid van God in Jezus.



Dank u wel om nu
of na de aanbidding de kerk
in stilte te verlaten
en de mensen die bidden niet te storen.
Wil ook buiten de stilte bewaren voor de kerk en niet nodeloos praten.


Om in stilte te overwegen

1 Vader, het uur is gekomen! Verheerlijk uw Zoon,
opdat uw Zoon U verheerlijkt.
2 Laat Hem, krachtens de macht die U Hem gegeven hebt over alle mensen, eeuwig leven schenken aan al degenen die U aan Hem hebt toevertrouwd.
3 Eeuwig leven! Dat betekent dat ze U, de enige waarachtige God, leren kennen, en ook degene die U gezonden hebt: Jezus Christus.
4 Ik heb U op aarde verheerlijkt door het werk te volbrengen dat U Mij te doen hebt gegeven.
5 Verheerlijk Mij nu, Vader, aan uw zijde, en bekleed Mij met de heerlijkheid die Ik bij U bezat voordat de wereld bestond.

15 God, Ik vraag U niet hen uit de wereld weg te nemen, maar hen te behoeden voor de macht van het kwaad. 16 Zij zijn niet van de wereld, zoals Ik niet van de wereld ben.
17 Maak hen toegewijd aan U in de waarheid; uw woord is waarheid.
18 Zoals U Mij naar de wereld hebt gezonden, zo heb Ik hen naar de wereld gezonden,
19 en voor hen wijd Ik mijzelf toe aan U, opdat ook zij U toegewijd zullen zijn in de waarheid.

20 Niet alleen voor hen bid Ik, maar ook voor degenen die door hun woord in Mij geloven:
21 dat ze allen één mogen zijn. Zoals U, Vader, in Mij bent en Ik in U, zo moeten zij in Ons zijn, zodat de wereld kan geloven dat U Mij hebt gezonden.

Het licht van de morgen, wit, vredig, vol van belofte,
het verleden is nog toekomst
Een groen waas bedekt de zwarte aarde,
dauwdruppels fonkelen aan de halmen van gras.
De aarde dampt als een versgebakken brood.
De merel zingt zijn lied, de vink slaat zijn slag
de hemel is vol melodie, de lucht is in vervoering
Heel de schepping koketteert met je
als je op je ezel de stad binnenrijdt.
En ook wij zwaaien uit alle macht
en reiken jou onze kinderen aan
om ze door jou te laten zegenen.
Jij bent het toch?
Die toekomst van ons,
de deur, open naar geluk?
En je neemt brood,
zo doodgewoon brood
de honderdvoudige vrucht
van de graankorrel, gestorven,
Je biedt het ons aan
en verbindt het met jouw bestaan.
Nooit meer smaakt het brood als tevoren
En je neemt wijn,
zo doodgewoon wijn,
verzameld, geperst en getreden.
Je reikt het ons aan,
en brengt jouw bestaan
uit het verleden
in het heden.
Geen glas wijn zal vanaf nu nog hetzelfde zijn.
Als ik stilsta in de tijd
proef ik in brood en wijn jouw aanwezigheid.
Maar… hoor ik daar het kraaien van de haan?

Geen opmerkingen: