Federale bezinning 21 oktober Konterdam
HEILIG DURVEN ZIJN Inleiding
“ We moeten niet proberen heilig te worden “, zei vroeger kardinaal Suenens.
“ We moeten proberen het te blijven. “
Hij bedoelde hiermee dat elke mens van bij de geboorte al alle mogelijkheden, alle kansen in zich draagt om heel en heilbrengend te zijn. Het valt niet altijd mee om op je levenspad deze kansen te ontdekken, te ontplooien en niet te laten bedekken door nutteloze dingen.
We kennen onze eigen zwakheden zeer goed en ergeren er ons aan. Het lijstje met de goede eigenschappen is veel korter. Maar, je onbelangrijk voordoen bewijst de wereld geen dienst. Er is niets verlichts aan jezelf klein te maken.
We zijn allemaal bedoeld om te stralen als kinderen van God. God is niet alleen maar in sommigen van ons,
God is in iedereen. Als we ons licht laten stralen,
geven we onbewust andere mensen toestemming
om hetzelfde te doen.
Allerheiligen is het feest van ons allemaal. Het is het feest van alle mensen die nog durven geloven, in zichzelf, in anderen, in onontgonnen talenten en nog te ontdekken diepten in het leven.
Durf het maar, anderen, dierbaren, deden het ons immers voor….
Lied
Hoor een heilig koor van stemmen, staande aan de glazen zee,
Halleluja, halleluja, God zij glorie, zingen zij
Menigten die geen kan tellen, Als de sterren in hun glans,
psalmen zingend, palmen dragend, in de hemel is een dans.
Nu omstraalt hen licht des hemels en de levensbron ontspringt
waar zij juichen U ter ere, waar hun koor uw glorie zingt.
vrede is hun deel voor immer, liefde is hun eeuwig recht,
alle waarheid zal het winnen en het blinkt van uw gezicht.
Moment van inkeer
Wanneer wij spreken over heiligen dan spreken wij niet over mensen die nooit iets verkeerd hebben gedaan. We spreken wel over mensen die ooit in hun leven tot het besef kwamen dat de weg naar God en de weg naar Jezus ook hun weg moest worden. Daarom keerden zij zich naar God en het Evangelie en vroegen zij God om vergeving om wat fout ging.
Ook wij vragen vergeving, Heer,
en kiezen voor wat Jezus ons vraagt,
maar we vinden het soms zo moeilijk.
Wij durven niet voor ons geloof uitkomen.
Daarom Heer, ontferm U over ons.
Draag mij, God, in barmhartigheid, til mij op uit al mijn kleinheid. Koester mij in barmhartigheid, Vader, Moeder, God met ons
Niet alleen onze inzet is soms ver te zoeken,
Heer, ook ons gebed blijft vaak achterwege.
Wij laten U zo weinig tot ons spreken.
Daarom : Christus, ontferm U over ons.
Draag mij, God, in barmhartigheid, til mij op uit al mijn kleinheid. Koester mij in barmhartigheid, Vader, Moeder, God met ons
Als we zien hoe sommige mensen zich inzetten voor de Kerk,
voor het bezoek aan zieken, voor de zorg voor arme mensen,
dan denken wij soms : “ laat hen het maar doen”.
Wij vergeten hen aan te moedigen
en steken maar zelden een handje toe.
Daarom :Heer , ontferm U over ons.
Draag mij, God, in barmhartigheid, til mij op uit al mijn kleinheid. Koester mij in barmhartigheid, Vader, Moeder, God met ons
Lezing
Ik, Johannes, zag een andere engel opstijgen van de opgang der zon met het zegel van de levende God. En hij riep met luide stem tot de vier engelen aan wie de macht gegeven was om schade toe te brengen aan de aarde en de zee:
“ Breng geen schade toe aan de aarde en de zee noch aan de bomen voordat wij de dienstknechten van onze God met het zegel op hun voorhoofd getekend hebben”.
En ik vernam het aantal getekenden : honderdvierenveertigduizend waren er uit alle stammen van de kinderen van Israel. Daarna zag ik een grote menigte , die niemand tellen kon, uit alle rassen en stammen en volken en talen. Zij stonden voor de troon en het Lam, gekleed in witten gewaden en met palmtakken in de hand. En zij riepen luid : “ Aan onze God die op de troon is gezten en aan het lam behoort de overwinning!”. En al de engelen stonden voor de troon, de oudsten en de vier dieren, en zij wierpen zich op het aangezicht voor de troon en zij aanbaden God, zeggend :” Amen. Lof en heerlijkheid en wijsheid en dank, eer macht en sterkte aan onze God in de eeuwen der eeuwen, amen!
Toen richtte zich een van de oudsten tot mij en zei : “ Wie zijn dat in die witte gewaden en waar komen zij vandaan?”. Ik antwoorde hem : “Heer dat weet gij”. Toen zij hij : “Dat zijn zij die komen uit de grote verdrukking, die hun gewaden hebben wit gewassen in het bloed van het Lam.”
Lied
Zalig zij die Jezus' naam belijden,
zalig zij die om zijn naam willen lijden,
die zuiver en blij zich gans aan zijn liefde wijden.
Zalig zij die arm zijn,
want hun zal behoren de rijkdom van de Heer.
Zalig, zalig zij die treurig zijn:
"Ik zal ze troosten met mijn vreugde" zegt de Heer.
Zalig die zachtmoedig zijn,
want hun wordt geschonken de woning van de Heer.
Zalig, zalig die rechtvaardig zijn:
"Hun recht ontvangen z'uit mijn handen" zegt de Heer.
Evangelie naar de Bergrede (vrij vertaald naar Ward Bruyninckx)
Wat een geluk wanneer je niets te verliezen hebt,
want dan hoor je bij God thuis.
Wat een geluk wanneer je niet oppervlakkig over alle ellende heen leeft,
want je zult worden getroost.
Wat een geluk wanneer je een mild mens bent,
want je zult het beloofde land bezitten.
Wat een geluk wanneer je verlangt dat alles terechtkomt,
want je zult het overvloedig zien gebeuren.
Wat een geluk wanneer je vrede sticht,
want God zal je zijn kind noemen.
Wat een geluk wanneer je lijdt om te bereiken dat alles terechtkomt,
want dan hoor je bij God thuis.
Stilte
Voorbeden
Voor heiligen in ons midden bidden wij :
mensen die glimlachen, mensen die luisteren,
mensen die troosten, mensen die een opbeurend woord spreken.
Laten wij zingen en bidden.
Ubi Caritas, et amor. Ubi caritas, Deus ibi est.
Voor heiligen in ons midden bidden wij :
mensen die in alle eenvoud barmhartig zijn,
die altijd bereid zijn tot vergeving,
mensen die anderen weer op weg helpen.
Laten wij zingen en bidden.
Ubi Caritas, et amor. Ubi caritas, Deus ibi est.
Voor heiligen in ons midden bidden wij :
mensen die zieken genezen, mensen die zieken verzorgen,
mensen die hun stem verheffen tegen het onrecht
dat anderen wordt aangedaan.
Dat zij bevestigd en bemoedigd worden in hun heilig pogen.
Laten wij zingen en bidden.
Ubi Caritas, et amor. Ubi caritas, Deus ibi est.
Bij het naderende feest van Allerheiligen
bidden wij voor onszelf :
wij, die maar al te goed weten dat we er nog lang niet zijn.
Heer, maak ons bewust van onze mogelijkheden
zodat wij elkaar ondersteunen overal waar het enigszins kan.
Laten wij zingen en bidden.
Ubi Caritas, et amor. Ubi caritas, Deus ibi est.
Bidden wij voor mensen uit onze kring die hun dierbaren verloren hebben,
dat hun lieve doden blijven voortleven in hun hart en hun levensmoed,
in hun gedachten en hun geweten.
Laten wij zingen en bidden.
Ubi Caritas, et amor. Ubi caritas, Deus ibi est.
Onze Heiligen
Je kan wenen omdat ze er niet meer zijn,
of glimlachen omdat ze geleefd hebben.
Je kan je ogen sluiten en bidden dat ze terug zouden komen,
of je ogen openen en kijken naar wat ze nagelaten hebben.
Je hart kan leeg zijn omdat je ze niet meer kan zien,
of vol van liefde die je met hen gedeeld hebt.
Je kan je rug naar morgen toekeren en gisteren leven,
of je kan gelukkig zijn voor morgen omdat er een gisteren was.
Je kan enkel herinneringen aan hen koesteren
en ze verder laten leven.
Je kan wenen en je gedachten afsluiten,
je leeg voelen of je kan doen wat zij zouden gewild hebben :
Lachen, je ogen openen, liefhebben en verder gaan.
Bidden wij dan samen met hen die ons zijn voorgegaan
en leven in het licht van Gods Aanwezigheid
het gebed dat Jezus ons geleerd heeft :
Onze Vader…..
Lied
Zolang er mensen zijn op aarde, zolang de aarde vruchten geeft, zolang zijt Gij ons aller Vader. Wij danken U voor al wat leeft. Zolang de mensen woorden spreken, zolang wij voor elkaar bestaan, zolang zult Gij ons niet ontbreken, wij danken U in Jezus’ naam. Gij voedt de vogels in de bomen, Gij kleedt de bloemen o het veld. O Heer, Gij zijt mijn onderkomen, en al mijn dagen zijn geteld. Gij zijt ons licht, ons eeuwig leven, Gij redt de wereld van de dood. Gij hebt Uw zoon aan ons gegeven, zijn lichaam is het levend brood. Daarom moet alles U aanbidden, uw liefde heeft het voortgebracht. Vader, Gij zelf zijt in ons midden. O Heer, wij zijn van uw geslacht.
Gelukkig zijn
Niet zo veel is er nodig om gelukkig te zijn, en licht in de ogen te dragen, een paar mensen nabij en een plek om te zijn, waar men brood en wat vriendschap mag vragen.
Niet zoveel is er nodig om gelukkig te zijn, en hoop in het hart te dragen, een paar woorden van troost, een paar woorden van trouw, een bloem, een pasgeboren kind, en wat warmte in koude dagen.
Niet zoveel is er nodig om gelukkig te zijn, en met God diep verbonden te leven, een bereid en gastvrij hart, een open deur,en vensters met zicht op de wereld. Een hand op het hoofd van wie lijdt en de andere hand leeggegeven.
Niet zoveel is er nodig om gelukkig te zijn, en met blijdschap naar mogen te kijken een weg te gaan, God mag weten waarheen, Hij is lief en begaan, met ons lot als geen één. Hij bewaart onze droom, als geheim in Zijn hand, en geneest alle pijn in dat andere land dat de hemel zal zijn.
Lied
Vriendelijk Licht, dat heel de dag aan de hemel hebt geblonken,
laat niet eenzaam in het donker wie uw glorie stralen zag.
Vriendelijk Licht, dat leven schenkt en het duister hebt verdreven,
geef mij warmte om te leven als de koude dood mij wenkt.
Vriendelijk Licht, blijf in mijn hart dat uw gloed niet kan ontberen,
nu de nacht gaat wederkeren en al wat er leeft verstart.
Vriendelijk Licht, dat eeuwig brandt, wil de dood in mij verteren,
Licht der zondaars, Licht des Heren, Licht van 't eeuwig vaderland.
Slotbezinning :
Je voelt een hand op je schouders, en je hoort een stem die zegt :
” Ik ga met je mee “.
Je ziet om : een mens die je toelacht, ogen die je moed geven,
en je voelt een hand die vast en warm is.
God, zeg je, fijn dat je meegaat,
want alleen ben ik te klein en te bang….
God gaat altijd in mensen met je mee…
In dit weten gaan wij dan op weg door het leven van elke dag,
onder de zegen van Hij die is : Vader, Zoon en H. Geest. Amen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten