zaterdag 12 december 2009

Bezinning 15 december

Adventsbezinning wees waakzaam

Lied

Heer, wij roepen om erbarmen,
keer tot ons U aangezicht;
kom de kille kou verwarmen
met de luister van U licht.

Laat ons leven niet verlopen
in de wereld, in de tijd.
Toon het heil waar wij op hopen,
’t Kind van uw genadigheid.

Kind, kom spoedig bij ons wonen,
deel ons menselijk bestaan.
Kind, kom aan ons, mensen, tonen
hoe wij tot uw Vader gaan.

Welkom

Van harte welkom, goede mensen in deze adventsbezinning,
waarin we ons voorbereiden
en uitkijken naar… Kerstmis,
het feest van Gods menswording.
Laten we hier bewust samen zijn
in de naam van de Vader de Zoon en de heilige Geest

1 ste Kaars van verlangen

De advent begint met een oproep
om alert te zijn en te blijven:
“Wees waakzaam en bid.”
horen we in de evangelielezing.
Soms kunnen de voorbereidingsperikelen voor Kerstmis
ons zozeer in beslag nemen
dat de diepere betekenis van deze tijd
van verwachting en voorbereiding
niet voldoende aandacht krijgt.
Daarom steken we vandaag onze eerste kaars aan.
‘Verlangen’ is haar naam.
We laten haar branden
opdat ook in ons hart en in ons leven,
het verlangen zou groeien
naar meer diepte en naar een echte ontmoeting met Jezus.

Lied

Licht, dat ons aanstoot in de morgen,
Voortijdig licht waarin wij staan.
Koud, één voor één en ongeborgen,
Licht overdek mij, vuur mij aan.
Dat ik niet uitval, dat wij allen,
Zo zwaar en droevig als wij zijn,
Niet uit elkaars genade vallen
En doelloos en onvindbaar zijn.

Bezinning

In deze donkere dagen bidden wij U, Heer God,
dat wij nooit de hoop verliezen;
dat leegte en duisternis ons niet overweldigen.
Dat we niet vluchten in glitter en schone schijn.
Dat wij, in deze adventstijd,
wakend blijven uitzien
naar de vervulling van uw beloften:
uw komst in onze wereld,
uw komst in de duisternis van ons bestaan,
in de leegte van ons zo armzalig mensenhart.
Dat ons ongeneeslijk verlangen
naar vrede en gerechtigheid
U mag herkennen in al wat klein en kwetsbaar is,
in het kind in de kribbe,
in het kind voor wie in de herberg heen plaats was.
Dat wij nooit de hoop verliezen
maar vol vertrouwen uitzien naar uw komst.

Evangelie Matteus 25, 1-13

Dan zal het met het koninkrijk van de hemel zijn
als met tien meisjes die hun olielampen hadden gepakt
en erop uittrokken, de bruidegom tegemoet.
Vijf van hen waren dwaas, de andere vijf waren wijs
De dwaze meisjes hadden wel hun lampen gepakt,
maar geen extra olie.
De wijze meisjes hadden behalve hun lampen
ook olie in kruiken bij zich.
Omdat de bruidegom op zich liet wachten,
werden ze allemaal slaperig en dommelden ze in.
Midden in de nacht klonk er luid geroep:
“Daar is de bruidegom! Kom, ga hem tegemoet.”
Dat wekte de meisjes
en ze brachten hun olielampen in orde.
De dwaze meisjes zeiden tegen de wijze:
“Geef ons wat van jullie olie, want onze lampen gaan al uit.”
De wijze meisjes antwoordden:
“Nee, straks is er nog te weinig voor ons en jullie samen.
Zoek liever een verkoper en koop zelf olie.
Terwijl zij op olie uit waren,
arriveerde de bruidegom,
en zij die klaarstonden gingen met hem naar binnen voor het bruiloftsfeest,
waarna de deur gesloten werd.
Enige tijd later kwamen ook de andere meisjes.
Ze riepen: “Heer, heer, laat ons binnen!”
Maar hij antwoordde: “Ik ken jullie werkelijk niet.”
Wees dus waakzaam,
want jullie weten niet op welke dag en op welk tijdstip hij komt.


Lied

Dat het licht in ons mag blijven branden,
’t laaiend vuur, het dove niet.
God draagt ieder mensen kind op handen,
looft zijn Naam met een vreugde lied.

Kinderen op aarde, geliefden van de Heer,
treedt zijn woning binnen, breng Hem lof en eer.

2de Kaars van de fijngevoeligheid

Naast de kaars van waakzaamheid
ontsteken we nu de kaars
van inzicht en fijngevoeligheid.
Moge het licht van deze kaars
ons helpen te onderscheiden waar het op aankomt
en ervoor zorgen
dat onze liefde rijker wordt
aan inzicht en fijngevoeligheid.

Psalm 8

Heer, onze Heer, hoe ontzagwekkend is Uw naam op aarde
Hoger dan de hemel reikt uw majesteit
Uit de mond van kinderen en zuigelingen hebt Gij U de lof bereid
die uw tegenstanders en bestrijders doet verstommen
Als ik naar de hemel kijk, het kunstwerk van uw vingers
als ik maan en sterren zie, die Gij daar hebt gezet
ach, wat is de mens dan, dat Gij naar hem omziet
‘t mensenkind, dat Gij zo voor hem zorgt?
Niet veel meer minder da neen engel hebt Gij hem geschapen
hem gekroond met luister en met eer.
Heel uw schepping aan hem onderworpen,
alles aan zijn voeten gelegd;
runderen en schapen overal,
ook de wilde dieren op de velden;
vogels in de lucht en vissen in de zee,
al wat wemelt in de oceanen.
Heer, onze Heer, hoe groot zijt Gij,
hoe ontzagwekkend us uw Naam op aarde!

Lied

Dat het licht in ons mag blijven branden,
’t laaiend vuur, het dove niet.
God draagt ieder mensen kind op handen,
looft zijn Naam met een vreugde lied.

Warmte voor wie lijdt, een huis voor iedereen,
God verdrijft het duister, laat geen mens alleen.

3de Kaars van de glimlach

Glimlachen naar een vreemde,
een onbekende is meer dan een hand uitsteken.
Het is iets ontdooien, het is geruststellen
Glimlachen naar een ‘ander’ van een andere groep,
van een ander gedacht, van een ander kleur, is een brug slaan
Het is de droom van eenheid tussen mensen een stukje waar maken
Glimlachen naar jezelf in groot verdriet,
is een wonder van heldhaftigheid,
het is zichzelf de kracht geven om weer recht te veren
De glimlach is een zuiver wapen,
het laat geen puin na, geen kwetsuren.
Het besmet de omgeving enkel met vrede.

Lied

Dat het licht in ons mag blijven branden,
't laaiend vuur, het dove niet!
God draagt ieder mensenkind op handen,
Looft zijn naam met een vreugdelied.

Gij die klein en arm zijt, deemoedig en oprecht,
God heeft u zijn vrede eeuwig toegezegd

Voorbeden

Bidden wij tot God
die ons bij monde van de profeten oproept
tot waakzaamheid en toekomstvisie.

- Bidden wij voor de leiders in de Kerk,
voor alle mensen die het volk van God op weg helpen.
Dat zij blijven vasthouden aan een profetische taal
die getuigt van inzicht in de noden van mensen
en hen moed inspreekt,
op weg naar een nieuwe tijd.
Laten wij zingend

Heer Jezus, kom en hoor onze bede, en breng ons liefd’ en vrede.

- Bidden we voor allen die tastend en zoekend samenkomen
om te luisteren naar Gods woord.
Dat ze durven volhouden
en met enthousiasme de toekomst tegemoet zien.
Laten wij zingend

Heer Jezus, kom en hoor onze bede, en breng ons liefd’ en vrede.

- Bidden we voor deze geloofsgemeenschap.
Dat de advent een periode mag zijn van verjongen en vernieuwen
zodat we met recht en rede met Kerstmis
mensen van goede wil kunnen genoemd worden.
Laten wij zingend

Heer Jezus, kom en hoor onze bede, en breng ons liefd’ en vrede.


God,
Gij roept ons op waakzaam te blijven
en open te staan voor uw woord.
Help ons in te gaan op uw uitnodiging
en vol verwachting uit te kijken
naar de komst van Jezus, uw Zoon. Amen.

Lied

Dat het licht in ons mag blijven branden,
't laaiend vuur, het dove niet!
God draagt ieder mensenkind op handen,
Looft zijn naam met een vreugdelied.

Morgen, middag, avond, bij nacht en dageraad,
God is licht en leven, 's mensen toeverlaat

4de kaars

die we zelf ontsteken
- voor dar gene waar je voor wakker ligt
- voor wat je geen oplossing weet
- voor de telefoon die maar niet rinkelt
- voor dat harde woord dat je hebt gezegd
- voor dat gebed dat maar niet lukte

Stilte

Kerstwens

- Als ieder mens een herder wilde zijn voor buur en vreemdeling
voor broer en kameraad
- Als ieder mens een engel wilde zijn thuis op het werk
of zo maar in een straat
- dan werd een oud verhaal een evangelie
weer eindelijk vertaald naar mensen toe
- Een herder en een engel een herberg en een Ster
de stad iets meer bewoonbaar , de vrede minder ver

Lied

O kom, O kom Immanuel
Verlos uw volk uw Israël,
herstel het van ellende weer
zodat het looft uw naam, o Heer.

Weest blij, weest blij O Israël
Hij is nabij Immanuel

O kom, Gij sleutel Davids, kom
en open ons het heiligdom;
dat wij betreden uwe poort,
Jerusalem, o vredesoord.

Zegen

Geen opmerkingen: