maandag 26 november 2018

1ste zondag van de Advent



We hebben ogen om te zien.
Maar hoe vaak hebben we ze gesloten om de ander niet te moeten zien?
Het was geen kwade wil,
maar onmacht die onze ogen deed sluiten.
Heer ontferm U over ons.

Draag mij, God in barmhartigheid. Til mij op uit al mijn kleinheid.
Koester mij in barmhartigheid:Vader, Moeder, God met ons.

We hebben oren gekregen om Uw woord te horen.
Maar hoe vaak zaten ze dicht
omdat wat we hoorden,
niet in ons kraam paste?
Het was geen kwade wil, maar we konden de confrontatie niet aan.
Christus, ontferm U over ons.

Draag mij, God in barmhartigheid. Til mij op uit al mijn kleinheid.
Koester mij in barmhartigheid:Vader, Moeder, God met ons.

We hebben voeten om naar de ander te gaan.
Maar hoe vaak waren we moe en bleven liever thuis?
Het was geen kwade wil,
maar gemakzucht kreeg de overhand.
Heer, ontferm U over ons.

Draag mij, God in barmhartigheid. Til mij op uit al mijn kleinheid.
Koester mij in barmhartigheid:Vader, Moeder, God met ons.


Eerste lezing

Jeremia 33, 14-16


Uit de profeet Jeremia 33, 14-16

‘Houd moed, lieve mensen, er komt een nieuwe tijd.
De Heer vergeeft jullie ontrouw
en zal jullie redden zoals Hij heeft beloofd.
Uit de stam van David zal Hij zorgen
voor een nieuwe koning die het land verenigt.
Zoals koning David zal hij eerlijk rechtspreken
en iedereen goed behandelen.
Jeruzalem zal weer jullie hoofdstad zijn
en een veilige stad om in te wonen.
Ze zal de naam krijgen ‘God heeft ons gered’.

Woord van God                Wij danken God


 

Voorbeden (124)


Bidden we voor de beleidsmensen van onze gemeente
en voor alle inwoners.
Dat ze hier een menswaardige samenleving mogen vinden,
een stad van vrede.
Laten we zingend bidden.

Heer Jezus, kom en hoor onze bede, en breng ons liefd’ en vrede.

Bidden we voor al die dicht bij ons wonen,
onze buren en kennissen, onze vrienden,
maar ook voor hen met wie we het niet zo goed kunnen vinden.
Voor allen die ons met genegenheid omringen,
maar ook voor hen die ons overlast bezorgen.
Laten we zingend bidden.
Heer Jezus, kom en hoor onze bede, en breng ons liefd’ en vrede.

Bidden we voor mensen op de vlucht, voor ontheemden,
voor asielzoekers en daklozen,
voor mensen die uitgesloten zijn,
voor al wie zoekt naar warmte, naar rust en houvast.
Dat zij gehoord, gezien en gastvrij onthaald mogen worden.
Laten we zingend bidden.

Heer Jezus, kom en hoor onze bede, en breng ons liefd’ en vrede.



Bezinning

We snakken naar zon en ontsteken de lichten.
Maar we weten dat er, niet ver uit onze buurt,
mensen zijn die soms een leven lang
in de schaduw van onze samenleving staan.

Advent is wintertijd, waarin we de koude te lijf gaan
en verlangen naar warmte en geborgenheid.
We weten ons ook verbonden met mensen die,
door armoede en uitsluiting,
menselijke warmte tekortkomen.
Mensen die, soms letterlijk, in de kou staan.

Advent is een oproep aan iedere christen
om warmte en licht te zijn,
solidair met hen die niet genoeg hebben
om ten volle te kunnen leven.

We willen ommekeer brengen voor mensen
aan wie onrecht wordt aangedaan,
voor mensen die door armoede uitgesloten worden.

Advent is leven,
een kans om wat ons gegeven is,
te delen en aan anderen door te geven.
Een kans om wat krom is, recht te trekken,
om wat inslaapt, wakker te schudden,
om wat hopeloos of radeloos is, weer te helpen geloven.

Advent is licht zien in de duisternis.

Stilte


Geen opmerkingen: