Moment van inkeer
God, soms openen wij ons hart niet voor u
en laten ons niet raken
door het levensverhaal van arme, zieke of kwetsbare mensen
in onze omgeving of wereldwijd.
Heer wees goed voor ons, Heer ontferm u over ons.
Kwaad en zorgen afgegeven, kwetsbaarheid voor God gebracht
Hij zal dragen heeft vergeven. Zwakheid wordt bij Hem tot kracht.
Christus, soms hebben we te weinig aandacht
voor de vele mensen die we ontmoeten
en hunkeren naar een hartelijk woord
of een klein gebaar van steun of medeleven.
Christus wees goed voor ons. Christus ontferm u over ons.
Kwaad en zorgen afgegeven, kwetsbaarheid voor God gebracht
Hij zal dragen heeft vergeven. Zwakheid wordt bij Hem tot kracht.
God, soms willen we de oproep tot solidariteit
niet horen of leggen we die bewust naast ons neer.
Heer wees goed voor ons, Heer ontferm u.
Kwaad en zorgen afgegeven, kwetsbaarheid voor God gebracht
Hij zal dragen heeft vergeven. Zwakheid wordt bij Hem tot kracht.
Voorbeden
Bidden we voor allen
die verantwoordelijkheid dragen
in onze kerk en onze samenleving,
dat zij in deze onzekere tijd en financiƫle crisis,
de stem van de zwakste burgers horen
en rekening houden met hun toekomst en levenskansen.
Laten we zingend bidden
Laat ons bidden.
Laat ons bidden in de stilte van ons hart,
dat de Vader ons daartoe bezielen mag.
Bidden we voor alle mensen
die uitzien naar een hartelijk woord,
naar een bezoekje,
naar aandacht en zorg van medemensen.
Dat zij God mogen ontmoeten in mensen die,
naar het voorbeeld van onze hartelijke Herder-Koning,
naar hen luisteren en voor hen opkomen.
Laten we zingend bidden…
Laat ons bidden.
Laat ons bidden in de stilte van ons hart,
dat de Vader ons daartoe bezielen mag.
Bidden we voor onszelf en alle christenen,
dat wij ons laten raken door Gods woord
en in ons leven ook van harte tijd maken
voor kansarme en gekwetste mensen.
Laten we zingend bidden.
Laat ons bidden.
Laat ons bidden in de stilte van ons hart,
dat de Vader ons daartoe bezielen mag.
Bezinning na de communie
Iemand had de gewoonte
om met God te spreken.
En omgekeerd. Gewoon maar.
Eens ging hij voorbij 'n bank
waarop 'n vuil vies oudje zat
- wat soezend in de zon.
Hij zag hem wel maar hij ging voorbij.
Toen zei God plots:
"Herken je me niet meer?"
"Hoe", zei de man, "waar?"
"Daar", antwoordde God.
Hij keek om naar de bank, naar het oudje ...
"Hei God", zei de man
"je hebt je weer
wondergoed gecamoufleerd!"
Dan ging hij naast het oudje zitten
en vond hem helemaal
niet meer zo vuil en vies.
Stilte
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten