donderdag 15 maart 2018

Palmzondag


PALMZONDAG 2018

Vooraan liggen de manden en de kaartjes op het decor rond het kruisbeeld of decor
De kwispel staat er voor met emmer bij de palmtakken
4 draadloze micro’s
4 Vormelingen steken kaarsen aan in het lijdensverhaal


Verwelkoming
Priester en misdienaars gaan naar voren.
Ze zitten neer op de stoelen en allen gaan zitten.



Palmzondag,
begin van een vreemde week.
Verraad, bedrog,
leugen en lijden,
vechten om voorrang.


Palmpasen,
begin van een Goede Week.
Onlosmakelijk verbonden
met opstand tegen de dood.
Wie dat geloof wil voeden,
moet loskomen van zichzelf,
van verstand en berekening alleen.


Palmzondag,
begin van de Goede Week,
voor wie kiest voor ommekeer en opstanding ;
een dag vol risico’s
een feest vol dubbelheid.


We zijn uitgelaten,
er wordt gejubeld en gejuicht,
met het mes reeds in de rug.

Priester

Vandaag mogen we, hier en nu,
beleven wat Jezus ons heeft nagelaten.
Brood breken en delen,
Hem aanwezig weten in ons midden.
Mogen we hier samen zijn,
in de naam van de Vader, Zoon en heilige Geest.
Amen.

Palmwijding


Palmtak,
jij kost helemaal niets,
wij krijgen je elk jaar opnieuw op deze zondag.
Deze dag is naar je genoemd : Palmzondag.
Want jij roept in ons verhalen op
van toen Jezus naar Jeruzalem ging,
zes dagen voor zijn lijden.

Jij leert ons vooruit kijken,
naar de vreugde van Witte Donderdag,
naar de droefheid van Goede Vrijdag,
naar rouw van stille Zaterdag.

Als we het vasthouden,
hebben we als het ware de Hoop in onze handen.
Het is iets heel kleins,
aar het helpt ons om door de Goede Vrijdag heen te komen.

Kleine palmtak,
je bent ook al iets van Pasen,
ons nu al gegeven.
Jij zegt goede dingen
en er gaat zegen van jou uit!
Priester

God,
Zegen deze palmtakken,
zegen alle mensen die deze palm een plaats geven
in hun huis, op hun land en op de weg die ze gaan.
Zegen allen die metterdaad geloven
in dit teken van leven en vrede.
Zegen hen, waar ook ter wereld, met uw naam :
Vader, Zoon en Heilige Geest.
Amen.

Als afsluiting van deze palmwijding
luisteren wij naar het verhaal van Jezus' intocht in Jeruzalem.


Toen Jezus en zijn leerlingen dicht bij Jeruzalem waren,
stuurde Hij twee van zijn leerlingen erop uit met de opdracht:
‘Ga naar het dorp daar vlak voor je.
Meteen als je er binnenkomt zul je een veulen vinden
dat vastgebonden staat en waarop nog geen mens gezeten heeft.
Maak het los en neem het mee.

Als iemand tegen jullie zegt: “Wat doen jullie daar” zegt dan
“De Heer heeft het nodig, Hij stuurt het meteen weer terug.”

Ze gingen weg en namen het veulen mee naar Jezus,
wierpen er hun kleren over heen, en Hij ging er op zitten.
Velen spreidden hun kleren uit op de weg,
anderen deden hetzelfde met twijgen die ze op het veld gesneden hadden.

Zo wel de mensen die voorop gingen als die volgden schreeuwden: Hosanna. Gezegend Hij die komt in de Naam van de Heer.
Gezegend het koninkrijk dat komen gaat van onze vader David.
Hosanna in de hoogste hemel.

De misdienaars gaan voorop, daarna enkele vormelingen met grote palmtakken,
daarna de priester. Ze gaan naar achteren via de zijkant en dan naar voor en dan terug naar voren rond het podium.
Iedereen die wil kan volgen.



365  GLORIE, LOF EN EER AAN U

Glorie, lof en eer aan U:
Christus, Koning, Verlosser.
U weerklinke ons blij gezang:
Hosanna de Zoon van God.

Gij, onze Koning, Zoon van God, komt in de naam des Heren.
Hemel en aarde loven U, mensen en eng'lenkoren.
Wuivend met palmen als weleer, loven wij U met zangen.
Daags voor uw lijden, dat ons redt, eren wij U als Koning.
Moge de vroomheid van uw volk U, goede God, behagen.

Openingsgebed

Bevrijdende God,
Uw Zoon Jezus deinsde niet terug,
consequent bleef Hij trouw aan zijn roeping.
Mogen wij, zoals Hij,
onze ogen en oren openen
voor wie onderdrukt worden en lijden,
en onze stem voegen bij hun roep om bevrijding.
Amen.

Het lijdensverhaal

Zij kwamen aan een landgoed dat Getsemane heette.
Daar zei Hij tot zijn leerlingen :

 “blijf hier zitten terwijl Ik bid.”

Hij nam Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee
en begon zich ontsteld en angstig te voelen.
Hij sprak tot hen :

“Ik ben bedroefd tot stervens toe.
blijf hier en waak.”



Nadat Hij een weinig verder was gegaan,
wierp Hij zich ter aarde
en bad dat dit uur, als het mogelijk was,
aan Hem mocht voorbijgaan.

“Abba, Vader”
“Voor U is alles mogelijk,
laat deze beker Mij voorbijgaan.
Maar toch :  niet wat Ik wil,
maar wat Gij wilt.”

Toen ging Hij terug en vond hen in slaap,
en Hij sprak tot Petrus :

“Simon, slaapt ge?
Ging het dan uw krachten te boven één uur te waken?
Waak en bidt dat gij niet op de bekoring ingaat.
De geest is wel gewillig, aar het vlees is zwak.”

Opnieuw verwijderde Hij zich en bad met dezelfde woorden.
En teruggekomen vond Hij hen weer in slaap, want hun oogleden waren zwaar


Toen Hij voor de derde maal terugkwam sprak Hij tot hen :

“Slaap dan maar door en rust uit.
Het is zover,
het uur is gekomen ;
Zie de mensenzoon wordt overgeleverd in de handen
van de zondaars.
Sta op, laten we gaan :
mijn verrader is nabij.”

Hij was nog niet uitgesproken of daar kwam Judas, een van de twaalf,
vergezeld van een bende met zwaarden en knuppels,
gestuurd door de hogepriesters, schriftgeleerden en oudsten.
Zijn verrader had een teken met hen afgesproken door te zeggen :

“Die ik zal kussen, Hij is het.
Grijp Hem vast en voer Hem onder strenge bewaking weg.”

Hij ging recht op Jezus af en zei :

“Rabbi!”

En hij kuste Hem.
Ze  grepen Hem en namen Hem gevangen.
Maar een van hen die er bij stonden
trok zijn zwaard en sloeg met één houw de knecht van de hogepriester het oor af.
Daarna richtte Jezus zich tot hen met de woorden :

“Als tegen een rover zijt ge uitgetrokken met zwaarden en knuppels,
om Mij gevangen te nemen.
Dagelijks gaf Ik onderricht bij u in de tempel
en toch hebt ge Mij niet gegrepen.
Maar zo moesten de schriften in vervulling gaan.”

Toen lieten allen Hem in de steek en namen de vlucht.
Toch ging een jongeman,
die een linnen doek om het blote lichaam had geslagen,
Hem achterna.
Ze grepen hem,
maar hij liet zijn kleed in de steek en
vluchtte naakt weg.

Lied ZJ 372

Jezus om uw lijden groot, om uw leven en uw dood
die volbrengen ’t recht van God, Kyrie eleison.

(vormeling steekt een eerste kaars aan)

Men bracht Jezus naar het huis van de hogepriester,
waar alle hogepriesters, oudsten en schriftgeleerden bijeen kwamen.
Petrus volgde op een afstand tot op de binnenplaats van
het paleis van de hogepriester en nam plaats onder het dienstvolk
om zich bij het vuur te warmen.

De hogepriesters en het hele Sanhedrin zochten naar een getuigenis
tegen Jezus om Hem ter dood te kunnen brengen,
maar zij vonden er geen.
Toen traden enige valse getuigen tegen Hem op.
Die verklaarden :

“Wij hebben Hem horen zeggen :
Ik zal deze door mensenhanden gemaakte tempel
afbreken en in drie dagen een andere opbouwen,
die niet door mensenhanden is gemaakt.”

Maar ook hieromtrent was hun getuigenis niet eensluidend.
Toen stond de hogepriester in hun midden op
en hij vroeg aan Jezus :

“Geef je in het geheel geen antwoord?
Wat getuigen deze mensen tegen U?”

Maar Jezus bleef zwijgen en gaf volstrekt geen antwoord.
Daarop stelde de hogepriester Hem nog een vraag : 

“Zijt Gij de Christus, de Zoon van de Gezegende?”

Jezus antwoordde :

“Ja, dat ben Ik :
en gij zult de Mensenzoon zien zitten aan de rechterhand van de Macht
en komen met de wolken des hemels.”

Toen scheurde de hogepriester zijn gewaad en riep uit :

“Waartoe hebben wij nog getuigen nodig?
Jullie hebben de godslastering gehoord.
Wat denken jullie?”

Allen spraken het vonnis uit
Dat Hij de dood verdiende.

Terwijl Petrus zich beneden op de binnenplaats bevond,
kwam daar één van de dienstmeisjes van de hogepriester.
Toen zij Petrus zag zie zich zat te verwarmen,
keek ze hem eens aan en zei :

“Jij was ook bij Jezus de Nazarener.”

Maar hij ontkende het:

 “Ik weet niet, ik begrijp niet wat je bedoelt.”



En terwijl hij wegging naar het poortgebouw,
kraaide een haan.
Maar toen het meisje hem daar opmerkte,
verzekerde ze nog eens aan de omstanders :

“Die is ook een van hen!”

Hij ontkende het opnieuw.
Even daarna zieden de omstaanders op hun beurt tot Petrus :

“Waarachtig, jij bent er ook een van,
Jij bent toch ook een Galileeër.”

Toen begon hij te vloeken en te zweren :

“Ik ken die man niet waarover jullie het  hebben.”

Onmiddellijk daarop kraaide een haan voor de tweede keer.
Nu herinnerde Petrus zich hoe Jezus tot hem gezegd had :
voordat een haan tweemaal kraait,
zult ge mij driemaal verloochenen.
En hij barstte in tranen uit.

Lied:ZJ 372

Om het zwijgen het geduld, waarmee Gij de wet vervult,
als men vrucht’loos zoekt naar schuld, Kyrie eleison.

(vormeling steekt een tweede kaars aan)

In de vroege morgen kwamen zij tot een besluit :
de hogepriesters met de oudsten en schriftgeleerden,
heel het Sanhedrin.
Zij boeiden Jezus,
voerden Hem weg
en leverden Hem uit aan Pilatus.
Pilatus stelde Hem de vraag :

“Zijt Gij de koning der Joden?”

Hij antwoordde hem :

“Gij zegt het.”
Toen de hogepriesters vele beschuldigingen tegen Hem uitbrachten
ondervroeg Pilatus Hem weer en zei :

“Geeft U in het geheel geen antwoord?
Zie eens wat voor beschuldigingen ze tegen U inbrengen.”

Maar Jezus gaf volstrekt geen antwoord meer,
zodat Pilatus verbaasd was.

Nu was Pilatus gewoon om bij elk feest één gevangene vrij te laten,
Degene om wie zij vroegen.
Er zat juist een zekere Barabbas onder de oproermakers ;
zij hadden bij het oproer een moord begaan.
Het volk kwam opzetten en begon te vragen
dat hij voor hen zou doen zoals altijd.
Pilatus antwoordde daarop met de vraag :

“Wilt ge dat ik de koning der Joden vrijlaat?”

Hij zag wel in dat de hogepriesters Hem uit nijd overgeleverd hadden.
Maar de hogepriesters hitsten het volk op te vragen dat hij toch
liever Barabbas moest vrijlaten.
Nu nam Pilatus weer het woord en vroeg hun :

“Wat moet ik doen met Hem die gij de koning der Joden noemt?”

Nu schreeuwden ze opnieuw :

“Kruisig Hem!” 

Daarop vroeg Pilatus hun :

“Wat voor kwaad heeft Hij  dan gedaan?”  

Maar ze schreeuwden nog harder :

“kruisig Hem!”

Omdat Pilatus het volk zijn zin wilde geven,
liet hij Barabbas vrij, maar Jezus liet hij geselen
en gaf Hem over om gekruisigd te worden.


Lied ZJ 372

Here, om uw bloedig zweet, als G’alleen de wijnpers treedt,
om de kelk vol bitter leed, kyrie eleison.

(een vormeling steekt een derde kaars aan)


Nu brachten de soldaten Hem het paleis binnen,
dat wil zeggen het pretorium,
en riepen de hele afdeling bij elkaar.
Ze hingen Hem een purperen kleed om,
vlochten een doornenkroon en zetten Hem die op.
Vervolgens gingen ze Hem het saluut brengen :

“Gegroet, koning der Joden.”

Ze sloegen Hem met een rietstok op het hoofd, bespuwden Hem
en brachten Hem hulde door op de knieën te vallen.
Nadat zij zo de spot met Hem gedreven hadden,
ontdeden zij Hem van het purperen kleed,
trokken Hem zijn eigen kleren aan
en voerden Hem weg om te kruisigen.
Ze vorderden een voorbijganger die van het veld kwam,
Simon van Cyrene, de vader van Alexander en Rufus,
tot het dragen van zijn kruis.
Zo brachten ze Hem naar de plaats Golgota,
wat vertaald wordt met schedelplaats.
Daar boden zij Hem met mirre gekruide wijn aan,
maar Hij weigerde.
Nadat ze Hem gekruisigd hadden,
verdeelden ze zijn kleren en dobbelden om wat ieder zou krijgen.
Het was het derde uur toen ze Hem kruisigden.
Het opschrift met de reden van zijn veroordeling luidde :
de koning der Joden.
Samen met Hem kruisigden ze ook twee rovers,
de een rechts, de ander links van Hem.
Voorbijgangers hoonden Hem
en terwijl ze het hoofd schudden zeiden ze :

“Ha, Gij daar,
die de tempel afbreekt en in drie dagen weer opbouwt,
kom van het kruis af en red U zelf.”

In dezelfde geest zeiden de hogepriesters en
de schriftgeleerden spottend onder elkaar :

“Anderen heeft Hij gered
maar zichzelf kan Hij niet redden.
Die missias, die koning van Israël,
laat Hem nu van het kruis afkomen ;
dan zullen we zien en geloven.”

Zelfs zij die samen met Hem gekruisigd waren beschimpten Hem.

Vanaf het zesde uur viel er een duisternis over het hele land,
tot aan het negende uur toe.
En op het negende uur riep Jezus met luide stem :

“Eloï, Eloï, lama sabaktani!”

Dit is vertaald :

Mijn God, mijn God,
Waarom hebt  Gij Mij verlaten?”

Enkele omstaanders die het hoorden zeiden :

“Hoort, Hij roept Elia.”

Een van hen ging een spons halen,
drenkte die in zure wijn,
stak hem op een rietstok
en bood Hem te drinken terwijl hij zei :

“We willen eens zien of Elia Hem er af komt halen.”

Jezus slaakte een luide kreet en gaf de geest.

Toen scheurde het voorhangsel van de tempel
van boven tot onder in tweeën.
De honderdman die tegenover Hem post had gevat
en zag dat Hij onder zulke omstandigheden
de geest  had gegeven riep uit :

“Waarlijk, deze mens was een Zoon van God.”
Laten we rechtstaan en even bidden in stilte

Er stonden ook vrouwen op een afstand toe te kijken ;
onder hen bevonden zich Maria Magdalena, Maria, de moeder van
Jakobus de jongere en van Joses, en Salome.
Ze waren Hem, in de tijd dat Hij in Galilea verbleef,
gevolgd om voor Hem te zorgen ;
verder nog vele andere vrouwen die met Hem
naar Jeruzalem gekomen waren.

Het was al avond geworden
en het was Voorbereiding,
dat wil zeggen de dag voor de Sabbat.
Jozef van Arimatéa,
een vooraanstaand lid van de Hoge Raad,
die zelf ook in de verwachting van het Rijk Gods leefde,
waagde het daarom naar Pilatus te gaan
en te vragen om het lichaam van Jezus.
Pilatus stond er verwonderd over dat Hij reeds dood zou zijn ;
hij liet dan ook de honderdman roepen
en vroeg hem of Hij al gestorven was.
Nadat hij door de honderdman op de hoogte was gebracht,
stond hij welwillend het lijk aan Jozef af.
Deze kocht een lijnwaad,
nam Hem van het kruis
en wikkelde Hem in het lijnwaad.
Daarop legde hij Hem in een graf
dat in de rots was uitgehouwen
en rolde een steen voor de ingang ervan.

Maria Magdalena en Maria de moeder van Joses
zagen toe waar Hij werd neergelegd.

Lied ZJ 372

Om het woord van godd’lijk recht dat Gij tot uw rechters zegt,
zelf hebt G’uw geding beslecht, Kyrie eleison.

(een vormeling steekt een vierde kaars aan)



Geloofsbelijdenis

Priester

Laten we vandaag rechtstaand
en met volle overtuiging ons geloof uitspreken.

Ik geloof in God, onze Vader,
die ons zijn Zoon Jezus gezonden heeft
om zo de waarheid van hemel en aarde
aan ons bekend te maken.

Ik geloof in Jezus
die rondging om te dienen
en niet om gediend te worden.
Ik geloof in Jezus
die zo wilde werken aan deze wereld
opdat er rechtvaardigheid en liefde zou zijn.
Ik geloof in Jezus
die geloofde dat liefde
sterker is dan lijden en dood.

Ik geloof in de heilige Geest
de Geest van Jezus,
die ons kan vullen met zijn kracht en liefde
opdat wij zo goed als Jezus zouden zijn.
Amen.
Voorbeden

Priester

In verbondenheid met Jezus die tot op het kruis
bleef vertrouwen stellen in God, Zijn Vader,
willen wij bidden.


Voor de boerengroepen in Oeganda,
Dat zij steun blijven vinden bij elkaar.
Dat ze blijven ingaan op kansen die zich
voordoen om hun leven te verbeteren.
Een beter leven voor zichzelf, hun kinderen en de gemeenschap.
Laat ons zingend bidden.
Laat ons bidden, laat ons bidden in de stilte van ons hart,
Dat de Vader ons daartoe bezielen mag.

Voor allen die kiezen om Jezus’weg te gaan
en onderweg geconfronteerd worden met
lijden en pijn.
Dat ze medemensen ontmoeten
die tijd en geduld opbrengen
om hun kruis mee te helpen dragen.
Laat ons zingend bidden.

Laat ons bidden, laat ons bidden in de stilte van ons hart,
Dat de Vader ons daartoe bezielen mag.

Voor ons allen die tevreden, gezond en gelukkig zijn.
Maak ons aandachtig voor het verdriet en
de zorgen van anderen,
zodat we hen nabij kunnen zijn.
Geef ons kracht om te blijven volhouden.

Laat ons bidden, laat ons bidden in de stilte van ons hart,
Dat de Vader ons daartoe bezielen mag.

Priester

God, U die er bent, altijd.
Aanhoor ons gebed en wees genadig.
Hier dit uur en alle dagen van deze vastentijd.
Amen.
Offerande

Gebed over de gaven

Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen,
tot lof en eer van zijn Naam,
tot welzijn van ons en van heel zijn Heilige Kerk.
Gebed over de gaven
Met het lijdensverhaal van Jezus voor ogen,
worden wij stil en voelen ons machteloos.
Hoe kan genadeloos geweld
dat onze wereld in zijn greep houdt,
doorbroken worden?

Met deze gaven van brood en wijn,
tekens van ons dagelijkse leven,
willen wij ingaan op Jezus’ uitnodiging.
Hij doet ons gaan in verregaande solidariteit
naar slachtoffers van onze samenleving.
Geef ons de moed om te kiezen voor Jezus’ weg.
Amen.

Prefatie

De Heer zal bij u zijn. De Heer zal u bewaren.
Verheft uw hart We zijn met ons hart bij de Heer
Brengen we dank aan de Heer onze God
Hij is onze dankbaarheid waardig

Heilige Vader, machtige eeuwige God,
om recht te doen aan uw heerlijkheid,
om heil en genezing te vinden
zullen wij U danken,
altijd en overal,
door Christus onze Heer.

Hij die zelf onschuldig was,
heeft willen lijden voor hen die schuldig waren ;
Hij die geen kwaad bedreven had,
liet zich veroordelen omwille van de zondaars.
Zijn dood heeft onze zonden uitgewist,
zijn verrijzenis bracht ons gerechtigheid.



Daarom met alle engelen, machten en krachten,
met allen die staan voor uw troon,
loven en aanbidden wij U,
en zingen U toe met vreugde

Heilig

Glorie, Lof en eer aan u: Christus, koning verlosser.
U weerklinke ons blij gezang: Hosanna de Zoon van God.

Ja, Heer, Gij zijt werkelijk de heilige ;
Heel Uw schepping moet U wel prijzen,
want door Jezus Christus, Uw Zoon,
onze Heer, maakt Gij alles levend en heilig,
in de kracht van de heilige Geest.

Altijd blijft Gij bezig,
U een volk bijeen te brengen
uit alle naties en rassen en talen,
want van Oost en West moet
door een zuivere offergave
hulde worden gebracht aan Uw Naam.

Wij hebben deze gaven dan ook hier gebracht
om ze aan U te wijden.
In alle ootmoed vragen wij U,
ze te heiligen door uw Geest,
en ze lichaam en + bloed te doen worden
van Jezus Christus,
Uw Zoon, onze Heer,

Want in de nacht……

Acclamatie

Als wij eten van dit brood en drinken uit deze beker,
verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.

Trouw aan dit woord, Vader,
trouw aan zijn zending,
trouw aan zijn bidden voor zijn leerlingen en voor de wereld,
willen wij U ook onze beden voorleggen -
Op deze dag van lof en eer brengen wij uitdrukkelijk voor uw aangezicht
de mensen die lijden en die verdriet hebben, om welke reden ook
Geef hen kracht en sterkte, God

Op deze dag van lof en eer
brengen wij uitdrukkelijk voor uw aangezicht
uw eigen volk - de mensen die in U geloven -over de gehele aarde -
Geef hen kracht en sterkte, God

Op deze dag van lof en eer
brengen wij uitdrukkelijk voor uw aangezicht
diegenen die hier ter plekke op welke wijze ook
meebouwen aan de gemeenschap van gelovigen -
in onze parochies. Vader, geef ons kracht en sterkte

Op deze dag van lof en eer brengen wij uitdrukkelijk
voor uw aangezicht de mensen van wie wij houden.
Ook hen van wie wij niet genoeg houden.
Herinner U allen die gestorven zijn
en ontvang hen met liefde in uw huis.

God, onze Vader, breng ons allen eenmaal thuis bij U,
en bij Christus, uw Zoon, samen met Maria, zijn Moeder, en met alle heiligen. Dan zullen wij met Jezus Christus voor altijd gelukkig zijn.

Door Hem en met Hem en in Hem zal uw Naam geprezen zijn,
Heer, onze God, almachtige Vader,
in de eenheid van de heilige Geest,
hier en nu en tot in eeuwigheid. Amen.

Onze Vader

Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome, uw wil geschiede
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving
maar verlos ons van het kwade.
Want van u is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid
in eeuwigheid.



Vredeswens

Gezegend is Hij.  Hij komt van God.
Hij is onze Koning.  Hij maakt ons vrij.
Hij rijdt niet op een paard met goud,
nee, Hij is de gewone man op een ezel.
Alles wordt nu anders.
Bidden wij dat een het begin van de Goede Week
iedereen verdraagzaam is,
dat er minder ruzie is
en het voor alle mensen Pasen wordt.
Want met deze koning op een ezel
zal het beginnen.
Wensen wij elkaar dan nu de vrede.

Lam Gods

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, geef ons de vrede.


Communielied (351)

De koning van de vrede komt in de hoofdstad aan,
de mensen zijn gezegend, Hij komt in Godes naam.
Doet open nu de poorten, de koning moet er door,
och, Here, geef nu voorspoed, zo roepen zij in koor.

Maar zullen zij geloven en nemen zij Hem aan
of zullen zij Hem doden en Gode wederstaan?
Ik zie de koning komen die op een ezel rijdt,
de palmen van de bomen zijn voor zijn voet gespreid.

Bezinning


Groene tak voor op het kruis
breng zijn levensverhaal
in ons huis.

De dagen dat we jubelen
net zoals in die stoet
op Palmzondag.

De dagen dat we feesten
net zoals aan die tafel
op Witte Donderdag.

De dagen dat we treuren
net zoals bij het kruis
op Goede Vrijdag.

De dagen dat we hopen
net zoals aan ’t open graf
op Pasen.

Groene tak voor op het kruis
wees welkom in ons huis
en voel je er thuis.

@Antoon Vandeputte

Stilte



Slotgebed

Heer Jezus,
Gij hebt u niet vertoond in macht en majesteit.
Als een vredevorst zijt Gij gekomen
gezeten op een ezel.
Wij bidden U,
maak ons nederig en zuiver van hart,
zodat wij niet schreeuwen en beschuldigen,
en anderen niet langer de dood aandoen.
Laat ons de eenzame weg gaan
van oorlog naar vrede, van dood naar leven.
En als uw voorbeeld ons onrustig maakt
omdat het alles van ons vraagt,
wees Gij dan de kracht die ons bevrijdt uit onszelf
en ons tot meer in staat stelt dan wij durven vermoeden.
Amen.

Zending en zegen

Neem een Palmtakje mee en geef het een plaats bij u thuis.
Het zal altijd weer herinneren aan de overwinning van Jezus op de dood.
Maar eerst moeten we de komende week nog de weg van lijden, breken en delen gaan.
Daartoe zegene ons : + de Vader, de Zoon en de heilige Geest.
Amen.

Uitdelen van Palmtakjes en kaartjes.

Er klinkt sfeervolle muziek op het orgel  De acolieten helpen met het uitdelen van de palmen.