LOVEN EN DANKEN
WELKOM
Wij zijn hier samen in de naam van de Vader, de Zoon en de H.Geest. Amen.
Vandaag willen wij God loven en danken :
voor alles wat ons gegeven is,
voor wie we mogen zijn,
voor het nieuwe jaar dat ons gegeven is.
We branden een kaarsje om onze diepe dankbaarheid uit te drukken.
Een vlam van aanbidding en erkenning
tegenover God die groter is.
Hij is onze dankbaarheid waard.
LIED
(tijdens het lied ontsteken we ons kaarsje.)
Heer, onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig en hoe onzegbaar ons nabij,
Gij zijt gestadig met ons bezig, onder uw vleugels rusten wij.
Gij zijt niet ver van wie U aanbidden, niet hoog en breed van ons vandaan...
Gij zijt zo mens'lijk in ons midden, dat Gij dit lied wel zult verstaan.
Gij zijt onzichtbaar voor onze ogen en niemand heeft U ooit gezien.
Maar wij vermoeden en geloven dat Gij ons draagt, dat Gij ons dient.
Gij zijt in alles diep verscholen, in al wat leeft en zich ontvouwt.
Maar in de mensen wilt Gij wonen, met hart en ziel aan ons getrouwd.
Heer, onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig waar ook ter wereld mensen zijn.
Blijf zo genadig met ons bezig, tot wij in U volkomen zijn.
PSALM
S=samen V=vrouwen M=mannen
S : Voor de toegewijden, stillen in den lande, die van binnen branden met een heilig vuur, danken wij U, Heer.
V : Looft de Heer, alle schepselen Gods, prijst en verheft Hem eeuwig.
M : Looft de Heer, alle boden des Heren, hemelse machten, prijst Hem.
V : Loof Hem, wateren boven de hemel, heel zijn legermacht, prijst Hem.
M : Looft Hem, klaarlichte zon en maan, heldere sterren, prijst Hem.
S : Dat van alle zijden mensen samenstromen, pelgrims welgekomen roepen :
God is hier, zegen voor de Heer.
V : Looft Hem, regen en dauw, alle stormwinden, prijst Hem.
M : Looft Hem, vuur en hitte, koude en vorst, prijst de Heer.
V : Looft Hem, nevels en buien, hagel en ijs, prijst de Heer
M : Looft Hem, licht en donker, bliksem en wolken, prijst Hem.
V : Looft de Heer, heel de aarde, prijst en verheft Hem eeuwig.
M : Looft Hem, bergen en heuvels, al wat daar groeit, prijst de Heer.
S : Voor de toegewijden, stillen in den lande, die van binnen branden met heilig vuur, danken wij U, Heer.
V : Looft de Heer, alle bronnen, zeeen en stromen, prijst de Heer.
M : Looft de Heer, al wat leeft in het water, vogels des hemels, prijst Hem.
V : Looft Hem wilde en tamme dieren, prijst en verheft Hem eeuwig.
M : Looft de Heer alle mensen, Israel, prijst de Heer.
S : Dat van alle zijden mensen samenstromen, pelgrims welgekomen roepen : God is hier, zegen voor de heer.
V : Looft de Heer al zijn priesters, al zijn dienaren, prijst Hem.
M : Looft Hem geesten van de rechtvaardigen, vrome, ootmoedige harten, prijst Hem.
V : Looft nu de Vader met de Zoon en de Geest, prijst en verheft Hem eeuwig.
M : Geprezen zijt Gij in de koepel des hemels, U komt de lof toe in alle eeuwen.
S : Voor de toegewijden, stillen in den lande, die van binnen branden met heilig vuur, danken wij U, Heer.
BEDE VAN DANKBAARHEID
Danken, het is het hart van alles wat echt vreugdevol leven doet.
Het brengt ons op de juiste plaats in het grote geheel van onze wereld
en opent ons hart voor het besef dat het leven ons gegeven is
en dat we door het dankbaar en genietend te ontvangen en verder te delen, zelf levend-gevend zijn voor anderen.
Danken om de schepping, altijd en overal, danken wij de Heer.
Wij danken U God, voor gans Uw creatuur,
voor het blinkend vuur, de warme schitterende bron,
waar uw schepping mee begon.
Om alle goede gaven danken wij de Heer. Wij danken U God,
voor moeder aarde, zij die ons leven tot hiertoe bewaarde en draagt.
Om zoveel goede en trouwe mensen om ons heen, danken wij de Heer. Wij danken U God, voor hun vriendschap, voor de liefde en luisterbereidheid. Voor de vergevingsgezindheid
en het gaan van nieuwe wegen.
Om Gods leven in ons, danken wij de Heer.
Wij danken U God, voor Uw aanwezigheid in de helpende hand,
in de zieke op mijn weg, in mensen die ons voorgaan in geloof en gebed.
Omdat wij ons leven, onze vreugde, onze pijn en zwakheid,
onze kracht en rijkdom mogen delen, danken wij de Heer.
Wij danken U God, voor de gave van delen en het helen.
Voor de moed om open te staan, voor het vertrouwen,
voor de zin van hoopvol leven.
Grote God, oorsprong van alles, schepper van ons allen.
Wij zijn Uw schepselen, een werkstuk van Uw handen.
Gij zegt : “ Ik zal er zijn” telkens weer
en naar Uw beeld zijn wij geschapen.
Schenk ons de kracht om ook op onze beurt
er altijd-te-zijn voor anderen, daar waar zij ons nodig hebben,
vandaag of morgen en de komende tijd. Amen.
LIED
Mijn Herder zijt Gij, o mijn Heer, aan niets ontbreekt het mij;
ik vrees nu geen gevaren meer, Gij staat mij altijd bij.
In groene beemden voert Gij mij, waar Gij mij rusten doet.
Aan frisse wat'ren laaft Gij mij, verkwikkend mijn gemoed.
Langs veil'ge paden leidt Gij mij, omwille van uw Naam.
Langs donk're krochten ga ik vrij, gerust, want wij zijn saam.
Een avondmaal bereidt Gij mij voor 't oog van wie mij haat.
Met geurend' olie zalft Gij mij: mijn vreugd is zonder maat.
Uw zaalge zegen rust op mij en volgt mij overal.
In 't huis des Heren woon ik blij waar 'k eeuwig zingen zal.
LEZING
Wij bidden met koning David. Hij is van dankbaarheid vervuld.
Lezing uit het eerste boek der Kronieken.
Wij prijzen U God, en loven Uw luisterrijke Naam.
Want ik, evenals mijn volk, ben niet in staat
zoveel vrijwillige gaven te schenken.
Van U komt dit alles en wij schenken u slechts
wat wij uit Uw hand ontvangen hebben.
Wij zijn slechts vreemdelingen die als gasten bij U verblijven,
zoals al onze vaderen, ons bestaan op aarde is een schaduw,
zonder enige zekerheid.
Heer onze God, al onze rijkdom komt uit Uw hand,
alles behoort U toe.
STILTE
PSALM 104
Hoe veelzijdig is wat U doet Heer.
Alles hebt U met wijsheid gemaakt.
U leidt het bronwater naar de dalen,
daar vindt het zijn loop tussen de bergen door.
Het heeft drinken aan de dieren in het veld.
De vogels in de lucht nestelen hoog en zingen hun lied onder het bladerdak.
Hoe veelzijdig is wat U doet, Heer.
Alles hebt U met wijsheid gemaakt.
Gras voor het vee laat u groeien
en gewas waar de mens hard voor werkt.
Wijn die het hart van de mensen verheugt
en olie die zijn gelaat doet glanzen en brood dat het hart versterkt.
Hoe veelzijdig is wat U doet, Heer.
Alles hebt U met wijsheid gemaakt.
LIED
Jij die bent: ‘Ik zal er zijn voor u’.
Naam die zin is van ons leven,
wees nabij, wordt zichtbaar hier en nu.
Groei in ons, kom in ons tot leven.
Jij die zegt: ‘De minsten zijn mijn broeders’,
die vanuit de wereld tot ons spreekt,
die ons roept te zijn elkanders hoeder,
leer ons zien uw licht dat openbreekt.
Jij die ziet hoe mensen doodgezwegen,
zonder waardigheid en zonder naam,
uitgesloten, altijd alles tegen,
Jij roept ons om aan hun kant te staan.
Jij, het Woord dat in ons waar moet worden,
wij, uw stem voor wie geen stem meer krijgt,
Jij die hoopt zijt op een nieuwe morgen,
wij het beeld van U die leven zijt.
EVANGELIELEZING
De evangelist Johannes vat de reden van onze dankbaarheid
in korte woorden samen en brengt ze heel dichtbij.
Wij lezen uit het evangelie volgens Johannes.
Zoveel immers heeft God van de wereld gehouden,
dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft geschonken,
zodat iedereen die in Hem gelooft
niet verloren gaat maar eeuwig leven bezit.
Want God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gezonden om de wereld te veroordelen maar om door Hem de wereld te redden.
STILTE
GEPREZEN EN GEDANKT
Geprezen en gedankt bent U, God,
voor al wat leeft en groeit, voor de mensen om ons heen.
Dat het licht in ons mag blijven branden,
’t laaiend vuur het dove niet.
God draagt ieder mensenkind op handen,
looft zijn Naam met een vreugdelied.
Geloofd en gedankt bent U, God, om Jezus
die zich dag na dag om ons gegeven heeft.
Dat het licht in ons mag blijven branden,
’t laaiend vuur het dove niet.
God draagt ieder mensenkind op handen,
looft zijn Naam met een vreugdelied.
Geloofd en gedankt bent U, God,
omdat U ons aanspoort voor elkaar te zijn, dankende en gevende mensen.
Dat het licht in ons mag blijven branden,
’t laaiend vuur het dove niet.
God draagt ieder mensenkind op handen,
looft zijn Naam met een vreugdelied.
ZENDING
“ Kom nu”, zei Jezus,” en rust maar wat uit”.
Wij prijzen U, hemelse Vader, dat wij hier samen mochten zijn.
Wees ons in liefde nabij, nu wij hier thuiskomen bij onszelf en bij U.
Wij prijzen U, hemelse Vader. Wees ons in liefde nabij.
Dankbaar gedenken wij onze inzet voor elkaar,
ons beschikbaar zijn voor mensen.
Wij prijzen U, hemelse Vader. Wees ons in liefde nabij.
Help ons vergeten wat soms mislukt en vasthouden wat blij heeft gemaakt.
Wij prijzen U, hemelse Vader. Wees ons in liefde nabij.
Neem uw kaarsje mee naar huis en laat het nog even thuis branden
als teken van Gods nabijheid.
Moge de Heer ons zegenen. In de naam van de Vader
en de Zoon en de H.Geest. Amen.
Komt allen wel thuis.